Commissie: Recreatie
Categorie: Kosten
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
2418/6219
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument klaagt over de hoogte van de huur voor de caravanstandplaats die afgelopen jaar betaald is. De consument had een standplaats voor 132 m2 gehuurd bij de ondernemer. Echter, de consument heeft telkens moeten betalen voor 138 m2. De ondernemer vindt dat hij geen restitutie hoeft te verlenen omdat dit de eigen verantwoordelijkheid van de consument zou zijn. De ondernemer geeft aan dat bij het opmeten van het perceel twee keer een fout is gemaakt, de 132 m2 als standplaats is daarom niet correct. De commissie concludeert dat de ondernemer bij de verkoop van de caravan van de consument in 2019 132 m2 heeft genoemd als oppervlakte van de standplaats. De commissie oordeelt dat de consument zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat hij in de voorgaande jaren te veel heeft betaald. Uit de facturen van 2014-2019 blijkt dat er betaald is voor 138 m2, waardoor de consument het geld over deze jaren terug betaald moet krijgen van de ondernemer. De klacht is gegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de hoogte van de huur die de consument de afgelopen jaren heeft betaald voor de caravanstandplaats op het terrein van de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
In het park van de ondernemer had ik een standplaats voor mijn stacaravan met een oppervlakte van 132 m2. Vanaf 2005 is steeds 138 m2 berekend en door mij betaald. Ik heb de facturen vanaf 2014 nog. Het bleek dat ik vanaf dat jaar t/m heden in totaal € 222,90 teveel heb betaald. De ondernemer vindt dat hij geen restitutie hoeft te verlenen omdat dit “onze eigen verantwoordelijkheid” zou zijn. De 132 m2 is gemeten door parkpersoneel en staat vermeld in de parkadministratie en in het overdrachtsformulier bij de verkoop van de caravan op 12 juni jl.. Over de periode van 2005 tot 2014 heb ik geen facturen meer, maar ik schat het teveel betaalde over die periode op minimaal € 250,–.
Ik claim het bedrag van € 222,90 én het voornoemde bedrag van € 250,–.
De consument verlangt een vergoeding van € 472,90.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zijn standpunt schriftelijk aan de commissie kenbaar te maken.
Ter zitting heeft de ondernemer – kort samengevat – het volgende aangevoerd. Bij het opmeten van het perceel is er tot twee keer toe een fout gemaakt. De oppervlakte van 125 m2 waar de consument het over heeft, zegt mij overigens niets. De 132 m2 die op het overdrachtsformulier staat, is niet correct. Datzelfde geldt voor de 138 m2 waarvoor de consument al die jaren heeft betaald. Naar aanleiding van deze kwestie heb ik het perceel nog een keer laten opmeten. Daarbij is komen vast te staan dat het perceel een oppervlakte heeft van 140 m2. Dat heb ik de consument ook al laten weten bij brief van 17 oktober jl..
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De ondernemer gaat bij de verhuur van standplaatsen uit van een standaardoppervlakte van 100m2. Als een consument een standplaats huurt die groter is dan die oppervlakte, dient de consument de extra vierkante meters te betalen tegen een bepaalde vierkante meterprijs.
Vaststaat dat de consument in ieder geval over de jaren 2014 tot en met 2019 heeft betaald voor 38 extra vierkante meters, omdat de ondernemer had opgegeven dat de door de consument gehuurde standplaats een oppervlakte had van 138 m2. Dit blijkt uit de door de consument overgelegde facturen.
In verband met de verkoop van de caravan aan een nieuwe eigenaar heeft de ondernemer (lees: de administratie van de ondernemer) een overschrijvingsformulier opgesteld, gedateerd 12 juni 2019. Op dit formulier wordt bij ‘afmeting plaats’ het volgende vermeld: 12,5 x 10,5 = 132 m2. Het betreffende formulier is zowel door de consument als de nieuwe eigenaar ondertekend. Desgevraagd heeft de ondernemer ter zitting nog verklaard dat voornoemde meetgegevens door de buitendienst zijn aangeleverd aan de administratie.
Nu de ondernemer bij gelegenheid van de verkoop van de caravan van de consument 132 m2 heeft genoemd als oppervlakte van de betreffende standplaats, heeft de consument zich naar het oordeel van de commissie terecht op het standpunt gesteld dat hij in de voorgaande jaren teveel heeft betaald, daar hij toen werd aangeslagen voor een oppervlakte van 138 m2. De consument heeft echter alleen over de jaren 2014-2019 facturen over kunnen leggen, waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk teveel heeft betaald. De commissie zal dan ook bepalen dat de ondernemer is gehouden om het teveel betaalde over die jaren aan de consument terug te betalen. Het gaat dan om een bedrag van € 222,90. Voor het overige zal de vordering worden afgewezen.
Op grond van het voorgaande zal de klacht gegrond worden verklaard.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond. De ondernemer dient aan de consument een bedrag van € 222,90 te betalen. Betaling dient plaats te vinden binnen één maand na verzenddatum van dit bindend advies.
De commissie wijst de vordering van de consument voor het overige af.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, de heer P.W.M. Meijkamp, mevrouw mr. J.M. Huysman – Hartkamp, leden, op 27 november 2019.