Commissie: Energie
Categorie: Fraude
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
49807
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft een vordering van de ondernemer tot schadevergoeding wegens manipulatie van de elektriciteitsmeter ten behoeve van een hennepplantage. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument vindt het onjuist dat zij aansprakelijk wordt gesteld voor het extra verbruik en de door de ondernemer gemaakte kosten wegens het manipuleren en illegaal aftappen van elektriciteit voor de meter door een onbekende derde. De consument betwist dat zij de zorgplicht voor de meetinrichting heeft geschonden en eveneens de juistheid van de verschillende aannames waarop de berekening van de hoogte van het verbruiksbedrag is gebaseerd, alsmede de redelijkheid van de schatting. Met name wordt betwist dat er drie oogsten zouden zijn geweest, temeer daarover in eerdere brieven onduidelijkheid bestond. De consument vindt het verder niet redelijk dat voorrij-, onderzoeks- en administratiekosten in rekening worden gebracht. De consument vordert een redelijke schatting van het verbruik zonder bijkomende kosten. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Op 14 juli 2010 is op het perceel een hennepplantage aangetroffen. Tevens is vastgesteld dat de elektriciteitsmeter was gemanipuleerd waardoor illegaal elektriciteit werd afgetapt ten behoeve van de kwekerij. Er si aangifte gedaan en een frauderapport opgesteld. Blijkens dat frauderapport is een onderzoek gedaan naar het illegaal verbruik. Daaruit blijkt dat er van december 2009 tot 14 juli 2010 een hennepplantage was ingericht. Op basis van de aangetroffen apparatuur, de vervuiling van de filters, de aangetroffen pur, kweekresten en het achtergelaten vuil is vastgesteld dat er tenminste drie oogsten zijn geweest. Dat komt overeen met een verbruik van 68.275 KwH, hetgeen correspondeert met een vordering wegens illegaal verbruik van € 10.404,97 (exclusief BTW) en energiebelasting ad € 3.530,39 (exclusief BTW). Deze schatting is zorgvuldig tot stand gekomen en daar ligt uiteraard een inherente onzekerheid aan ten grondslag. Op grond van geldende jurisprudentie ligt dat echter binnen de risicosfeer van de consument. Daarnaast is de consument andere kosten verschuldigd tot een bedrag van € 824,50 wegens voorrijkosten, onderzoekskosten en het opstellen van het frauderapport. De ondernemer heeft in het verweerschrift ter onderbouwing van de aansprakelijkheid verwezen naar de toepasselijke Algemene Voorwaarden en heeft bepleit dat de consument toerekenbaar is tekortgeschoten jegens de ondernemer, althans haar zorgplicht heeft geschonden. Met verwijzing naar vaste jurisprudentie van o.a. het Gerechtshof te Den Bosch van 24 februari 2009 (NJF 2009, 298) kan het feit dat de illegale activiteiten zijn ontplooid door een (onbekende) derde niet afdoen aan de aansprakelijkheid van de consument. De kosten moeten dan ook worden toegerekend aan de consument. De ondernemer verzoekt de klacht af te wijzen en de consument te veroordelen in betaling van de door de ondernemer verschuldigde behandelingskosten. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De consument betwist niet de feiten zoals gesteld door de ondernemer met betrekking tot de geconstateerde manipulatie aan de meter en de aangetroffen hennepkwekerij. De commissie is met de ondernemer van oordeel dat de consument, mede gelet op genoemde jurisprudentie van het Gerechtshof, wel volledig aansprakelijk kan worden gesteld voor de geleden schade. De commissie begrijpt dat dit als onrechtvaardig wordt gezien door de consument, die niet op de hoogte was van de manipulatie aan de meter en de aangetroffen hennepkwekerij. De consument blijft echter als contractant en verhuurder aansprakelijk voor het voorkomen van dit soort manipulaties aan de meter. De zorgplicht houdt voor de consument in dat zij vaker dan één keer per jaar bij het opnemen van de meterstanden, de meter en de meterruimte controleert, zeker waar de meterruimte is gevestigd in voor bewoners en bezoekers toegankelijke ruimte. Dat geldt temeer, waar in casu, zoals ter zitting aangegeven, in april 2010 namens de VVE aangifte is gedaan ter zake van een vermoeden van hennepteelt op basis van gesignaleerde henneplucht in het gebouw. De commissie is voorts van oordeel dat de schatting van het illegaal verbruik afdoende is onderbouwd en haar niet onredelijk voorkomt. Aan die schatting ligt weliswaar een inherente onzekerheid ten grondslag, doch dat komt ingevolge vaste jurisprudentie voor risico van de consument. Met name is voldoende onderbouwd dat er tenminste drie oogsten zijn geweest. Dat daarover in eerdere brieven enige onduidelijkheid is blijven bestaan kan daaraan niet afdoen. Ook de bijkomende schade is afdoende onderbouwd en kan in redelijkheid van de consument worden gevorderd. Mitsdien wordt beslist als volgt. Beslissing De commissie wijst de klacht af. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 8 september 2011.