Consument is op meerdere gronden niet-ontvankelijk in haar klacht

De Geschillencommissie




Commissie: Tweewielers    Categorie: (non)conformiteit    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: niet-ontvankelijkverklaring   Uitkomst: niet-ontvankelijk   Referentiecode: 171102/180451

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De klacht van de consument betreft de teruggelopen actieradius van de elektrische 45km brommobiel, die door haar is gekocht bij de ondernemer. Door de ondernemer is bij eerste gelegenheid aangevoerd dat de consument niet-ontvankelijk moet worden verklaard, en wel om twee redenen: de kwestie is thans geschikt waarbij de consument heeft (herhaald) finale kwijting heeft verleend aan de ondernemer én de consument heeft het geschil niet aanhangig gemaakt binnen 12 maanden nadat zij de klacht bij de ondernemer heeft ingediend. In dit verband merkt de ondernemer op dat door het tijdsverloop hij ook niet meer in staat is alle feiten en bewijzen boven water te krijgen. Door de consument is niet inhoudelijk gereageerd op deze formele verweren. Op grond van het voorgaande moet de conclusie zijn dat genoemde formele verweren terecht door de ondernemer zijn gevoerd. De consument is niet-ontvankelijk in haar klacht.

De uitspraak

Behandeling van het geschil 

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen, omdat uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de consument in zijn klacht ontvankelijk is. Partijen zijn op de hoogte gesteld van deze gang van zaken.

De Geschillencommissie Tweewielers (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 8 september 2022 te Utrecht.

Beoordeling van de ontvankelijkheid van de consument
De klacht van de consument betreft – kort gezegd – de teruggelopen actieradius van de elektrische 45km brommobiel, die door haar op 26 juli 2019 is gekocht bij de ondernemer.

Door de ondernemer is bij eerste gelegenheid bij wijze van verweer aangevoerd dat de consument niet-ontvankelijk moet worden verklaard, en wel om twee redenen:

  1. de kwestie is geschikt en de consument heeft daarbij (herhaald) finale kwijting verleend aan de ondernemer;
  2. de consument heeft het geschil niet bij de geschillencommissie aanhangig gemaakt binnen 12 maanden nadat zij de klacht bij de ondernemer heeft ingediend. In dit verband merkt de ondernemer op dat door het tijdsverloop hij ook niet meer in staat is alle feiten en bewijzen boven water te krijgen. Hij is naar eigen zeggen daadwerkelijk door het tijdsverloop geschaad in zijn verdediging.

Door de consument is niet inhoudelijk gereageerd op deze formele verweren.

De commissie stelt op basis van de onweersproken inhoud van de door de ondernemer in het geding gebrachte bijlagen 4 en 8 vast dat door partijen achtereenvolgens een tweetal schikkingen zijn getroffen:

– de schikking van 16 maart 2021 waarbij door de consument finale kwijting is verleend aan de ondernemer. Dat blijkt uit de e-mail van de advocaat van de consument, mr. [naam advocaat], van die datum in reactie op de e-mail van mr. [naam advocaat ondernemer], advocaat van de ondernemer, van dezelfde datum. [Advocaat consument] schrijft namens de consument: “Cliënte stemt in met de betaling van een bedrag van € 300,– tegen finale kwijting over en weer”. ” Vervolgens heeft de ondernemer zoals overeengekomen het bedrag ad € 300,– aan de consument overgemaakt.

-nadien “bij de derde coulanceactie” heeft de consument nogmaals verklaard dat finale kwijting werd verleend. De ondernemer heeft de consument in de e-mail van 6 januari 2022 aangeboden om alle accu’s op kosten van de ondernemer te laten vervangen, waarbij is gevraagd: ‘‘Is dit voor u de oplossing voor de lange wachttijd + genoemde issues?”. Daarop heeft de consument per e-mail van dezelfde dag geantwoord: ‘‘Hiermee ga ik akkoord”. Ook deze schikking is door de ondernemer nagekomen.

Voorts is genoegzaam gebleken dat de consument niet heeft voldaan aan de in artikel 6 lid 1 sub b van het Reglement van deze commissie gestelde eis dat het geschil bij deze commissie aanhangig moet zijn gemaakt binnen 12 maanden na de datum waarop de klacht bij de ondernemer is ingediend. De consument heeft de hier aan de orde zijnde klacht over de teruggelopen actieradius namelijk al in november/december 2020 met behulp van haar advocaat [advocaat] bij de ondernemer ingediend, terwijl dit geschil eerst op 6 mei 2022 bij deze commissie aanhangig is gemaakt.

Gesteld noch gebleken is dat van de niet-naleving van voormelde eis de consument “redelijkerwijs geen verwijt treft”, in de zin van artikel 6 lid 3 van meergenoemd Reglement.

Op grond van het voorgaande moet de conclusie zijn dat genoemde formele verweren terecht door de ondernemer zijn gevoerd. De consument is niet-ontvankelijk in haar klacht.

Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing 
De consument wordt in haar klacht niet-ontvankelijk verklaard.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, bestaande uit  mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, de heer P.G. Nieuwenhuijse en mr. M.T. Buiting, leden,

op 8 september 2022.