Consument is wederpartij van ondernemer: klacht ontvankelijk.

De Geschillencommissie




Commissie: Installerende bedrijven    Categorie: Ontvankelijkheid    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 61260

De uitspraak:

Behandeling van het geschil

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen, omdat uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de consument in zijn klacht ontvankelijk is.   De Geschillencommissie Installerende Bedrijven (verder te noemen: de commissie) heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.   De commissie overweegt met betrekking tot de ontvankelijkheid van de klacht als volgt.   Vaststaat dat de ondernemer ten tijde van het aangaan van de overeenkomst tot het verrichten van werkzaamheden aan de geiser lid was van [de brancheorganisatie]. Daarmee is de toepasselijkheid van de algemene consumentenvoorwaarden in beginsel een gegeven. In de voorwaarden is bepaald dat geschillen tussen consument en ondernemer naar aanleiding van een tussen hen gesloten overeenkomst worden beslecht door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven.   Voor de vraag of de Geschillencommissie Installerende Bedrijven het onderhavige geschil in behandeling kan nemen is een tweetal vragen gerezen. De eerste betreft de vraag wie de wederpartij is van de ondernemer, de tweede betreft de vraag of de werkzaamheden in het kader van een onderhouds- of serviceabonnement zijn verricht. Dit laatste is van belang aangezien het reglement van de commissie bepaalt dat geschillen voortvloeiend uit een onderhouds- of serviceabonnement niet in behandeling worden genomen.   Met betrekking tot de vraag wie heeft te gelden als wederpartij van de ondernemer is de commissie op grond van de stukken van oordeel dat dit [de vader] is en dat hij derhalve te beschouwen is als ‘consument’ in de zin van de toepasselijke algemene voorwaarden en het geschillenreglement. Uit het relaas van [de zoon] blijkt immers dat zijn vader met de ondernemer telefonisch contact heeft gehad en opdracht heeft gegeven tot het verrichten van werkzaamheden aan de defecte geiser. Dat deze werkzaamheden aan een geiser zijn uitgevoerd in de woning van de zoon, maakt dat naar het oordeel van de commissie niet anders, terwijl evenmin is gesteld of gebleken dat de vader bij het geven van de opdracht aan de ondernemer anders handelde dan in de hoedanigheid van ‘consument’ in de zin van voornoemde voorwaarden.   De commissie is gebleken dat er twee klachtenformulieren zijn ingediend, één op naam van [de zoon] en een tweede – nadien – door [de vader]. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, zal de commissie de klacht uitsluitend behandelen aan de hand van het tweede door [de vader] d.d. 20 oktober 2011 ingediende klachtenformulier.   In aanmerking genomen dat [de zoon] zich als gemachtigde heeft gesteld, zal de commissie het door [de zoon] in de stukken gestelde en de daarbij verrichte (rechts-) handelingen voor zover nodig aanmerken als te zijn gedaan namens [zijn vader].   Nu met betrekking tot de tweede vraag (onderhouds- of serviceabonnement) niet gesteld noch gebleken is dat de werkzaamheden aan de geiser op grond van een door de consument gesloten onderhouds- of serviceabonnement zijn verricht, is de commissie van oordeel dat [de consument/de vader], in zijn klacht kan worden ontvangen.   Beslissing   De consument wordt in zijn klacht ontvankelijk verklaard.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven op 24 februari 2012.