Commissie: Voertuigen
Categorie: Non conformiteit / Vergoeding
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
204184/212350
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument kocht een nieuwe auto van de ondernemer. Vanwege brandgevaar heeft de ondernemer, in opdracht van het automerk, de actieradius van de door de consument gekochte auto sterk moeten verminderen. De importeur heeft daarvoor een compensatieregeling in het leven geroepen. De consument heeft verzocht deze regeling met terugwerkende kracht, vanaf het moment van het beperken van de actieradius toe te passen. De ondernemer weigert dit en voert aan dat het om een regeling gaat die geldt vanaf het moment dat de consument zich meldt. De commissie wijst de vordering van de consument toe. De klacht is gegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Voertuigen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling van het geschil heeft op 21 september 2023 te Utrecht plaatsgevonden.
Partijen zijn niet voor een mondelinge behandeling uitgenodigd aangezien zij desgevraagd te kennen hebben gegeven dat de commissie op basis van de stukken bindend kan adviseren.
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 25 augustus 2020 tussen de consument en de ondernemer tot stand gekomen koopovereenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot de levering van een nieuwe auto van het merk [naam], type [modelnaam], tegen de door de consument te betalen prijs van € 33.798,–.
De overeenkomst is op 25 augustus 2020 uitgevoerd.
De consument heeft de klacht op 25 februari 202 voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Vanwege brandgevaar heeft de ondernemer de actieradius van de door de consument gekochte auto sterk moeten verminderen. De importeur heeft daarvoor een compensatieregeling in het leven geroepen. De consument heeft verzocht deze regeling met terugwerkende kracht, vanaf het moment van het beperken van de actieradius toe te passen. De ondernemer weigert dat en verwijst naar de importeur. De consument is het daarmee niet eens en verlangt de vergoeding vanaf de dag dat de capaciteit is teruggebracht.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer is bekend met de verminderde actieradius van de auto van de consument. Vanwege brandgevaar heeft de ondernemer in opdracht van [automerk] via software de laadcapaciteit moeten verminderen.
De consument komt in aanmerking voor een nieuwe accu, die is reeds besteld en zal kosteloos worden vervangen.
De klacht van de consument is bij de ondernemer bekend vanaf 1 februari 2023 en vanaf die datum kan de ondernemer een beroep doen op de compensatieregeling. De consument ontvangt vanaf 1 februari 2023 een creditnota en de ondernemer gaat de ontvangen daggeldvergoeding vanaf die dag uitbetalen aan de consument.
Het gaat niet om een algemene compensatieregeling, maar een regeling voor consumenten die zich melden en duidelijk hinder ondervinden van het terugbrengen van de accucapaciteit.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In het onderhavige geschil klaagt de consument over de gevolgen van een onvoldoende veilig accupakket van de door hem in 2020 bij de ondernemer gekochte volledig elektrische auto. De ondernemer heeft in opdracht van de importeur de laadcapaciteit van de auto teruggeschroefd.
De ondernemer heeft het probleem erkend.
De vraag die partijen in dit geschil verdeeld houdt, is niet zozeer dat de consument via de ondernemer aanspraak kan maken op de compensatieregeling, zoals deze bestaat, maar vanaf welk moment de consument die aanspraak geldend kan maken.
De ondernemer houdt vast aan de datum van 1 februari 2023 waarop de klacht van de consument hem bekend werd en geeft aan dat de consument vanaf die datum voor de daggeldvergoeding tot aan het vervangen van de accu in aanmerking komt. De consument verlangt een vergoeding vanaf het moment dat de accucapaciteit werd verminderd.
In eerdere zaken heeft de commissie overwogen en beslist dat de eigenaren van een dergelijke auto, niet vanaf het moment van het indienen van een klacht, maar vanaf het moment waarop de accucapaciteit is verminderd jegens de ondernemer aanspraak kan maken op de betreffende daggeldvergoeding.
De commissie verwijst naar haar uitspraken met nummers: 185484/192965 en 186588/187743 over deze kwestie.
De commissie houdt vast aan beide beslissingen, die meebrengen dat de consument niet eerst vanaf het moment van het indienen van de klacht, maar vanaf het moment van de aanpassing van de laadcapaciteit, op compensatie van zijn schade aanspraak kan maken.
De commissie ziet in dit geschil geen grond om de daggeldvergoeding te matigen nu haar niet is gebleken van omstandigheden die de hoogte van het te betalen bedrag onacceptabel zouden maken en overweegt voorts dat nu door haar een vorm van abstracte schadevergoeding c.q. abstracte schadeberekening wordt toegepast, de hoogte van de vergoeding in beginsel losstaat van de persoonlijke omstandigheden van partijen.
De commissie, die niet bekend is met de datum waarop de aanpassing is uitgevoerd, zal de ondernemer dan ook, zoals door de consument is verzocht, veroordelen tot betaling van een daggeldvergoeding van €10,– per dag vanaf het moment van het verminderen van de accucapaciteit tot 1 februari 2023.
Op grond van het bovenstaande is de klacht van de consument gegrond.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 10,– per dag, met ingang van de dag waarop de laadcapaciteit door de ondernemer is teruggebracht tot 1 februari 2023. De betaling dient plaats te vinden binnen vier weken na de verzendatum van dit bindend advies.
Bovendien is de ondernemer gehouden het door de consument betaalde klachtengeld ten bedrage van € 127,50 aan haar te vergoeden.
Overeenkomstig het Reglement van de commissie zal aan de ondernemer een bijdrage in de behandelingskosten in rekening worden gebracht.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, J.M.A. van Haren en P.G. Nieuwenhuijse, leden, op 21 september 2023.