Commissie: Thuiswinkel
Categorie: Ontbinding
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
53854
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 9 november 2010 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een [type] smartphone tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 459,95 en een bedrag van € 7,– voor verzendkosten. De levering vond plaats. De consument heeft op 11 november 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Kort na aanschaf bleek het geleverde toestel defect. Het toestel liep in tijd achter (40 minuten), het touchscreen werkte niet meer goed, het toestel viel vaak uit en ging tergend langzaam weer aan. Het is toen ter reparatie verzonden naar [reparatiebedrijf]. Na retourontvangst – een week later – bleek het defect niet verholpen te zijn. Ik heb het toestel toen teruggestuurd naar de ondernemer en per 30 december 2010 verzocht de koopovereenkomst te ontbinden vanwege het ontbreken van de eigenschappen die nodig zijn voor het normaal gebruik van het mobiel en dit nog eens herhaald op 17 januari 2011. Ik ontving geen reactie van de kant van de ondernemer. Op 25 januari 2011 stuurt de ondernemer mij opeens een nieuwe [type] smartphone. Inmiddels had ik elders al een nieuwe gekocht. De consument verlangt ontbinding van de koopovereenkomst, retour aanschafbedrag en vergoeding voor extra kosten en het ongemak. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De bestelde [type]-telefoon werkte niet volgens de verwachting van de consument. Deze heeft de telefoon toen ter reparatie aangeboden. Die is toen gerepareerd en aan de consument teruggestuurd. Op 22 december 2010 neemt de consument opnieuw contact op met onze klantenservice vanwege het nog steeds niet goed functioneren van de telefoon. Klant is op 24 december 2010 verzocht de telefoon aan de ondernemer te sturen, zodat wij op zoek konden gaan naar een passende oplossing. Op 29 december 2010 wordt de consument door ons geïnformeerd dat de telefoon ter reparatie of vervanging is aangeboden bij de betreffende fabrikant en dat zij rekening moet houden met een reparatietijd van tussen de vier en zes weken. Daarop stuurt de consument op 30 december 2010 aan ons een e-mail tot ontbinding van de koopovereenkomst en tot teruggave van het aankoopbedrag. Op 5 januari 2011 hebben wij geantwoord dat wij het verzoek hebben doorgestuurd naar onze verant-woordelijk afdeling. Op 18 januari 2011 wordt het verzoek tot terugave van het aankoopbedrag her-haald en tevens een voorbehoud gemaakt voor alle schade en kosten. Op 28 januari 2011 laten wij de consument weten een vervangend toestel te hebben gestuurd op 25 januari 2011. Dit toestel is nog steeds in handen van de consument. Wij hebben overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 7:21 en 22 van het Burgerlijk Wetboek gehandeld. In het bijzonder hebben wij binnen 30 dagen nadat de consument het toestel opnieuw ter reparatie heeft gestuurd een vervangend toestel gezonden. Dat is binnen een redelijk termijn. Van enige schade van de zijde van de consument is niet gebleken en evenmin onderbouwd. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Zij heeft haar standpunt toegelicht en uitdrukkelijk gehandhaafd. Gebleken is dat het toestel niet meer te repareren was. Daarom is er toen een vervangend toestel aan de consument gestuurd op 25 januari 2011. Wij verzoeken de commissie de klacht van de consument ongegrond te verklaren en de vorderingen af te wijzen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Tussen partijen staat vast, dat de gekocht en geleverde smartphone van het begin af aan niet goed functioneerde. Gesteld noch gebleken is dat – er is immers sprake van koop op afstand – de ontbindingstermijn zonder opgave van redenen als bedoeld in artikel 46d van het Burgerlijk wetboek is verlengd tot drie maanden. Voorts is onweersproken, dat de consument op 22 december 2010 opnieuw contact opneemt met de ondernemer vanwege het niet goed functioneren van de smartphone in geschil. Op 24 december 2010 verzoekt de ondernemer aan de consument het toestel op te sturen, waarna de ondernemer de con-sument op 29 december 2010 per e-mail laat weten dat de smartphone ter reparatie of vervanging is aangeboden aan de fabrikant van het toestel en voorts dat er een reparatietermijn geldt van vier tot zes weken. De vraag die zich nu voordoet is of vorenstaande gang van zaken de door de consument op 30 december 2010 verlangde ontbinding tot gevolg heeft. De commissie is van oordeel dat dit niet geval is. Immers één dag na het e-mail van 29 december 2010 van de ondernemer, waarin deze melding maakt van een redelijke reparatietermijn, kan de consument niet zonder enige schriftelijk aanmaning tot verkorting van die termijn tot ontbinding overgaan. Een rauwelijkse ontbinding komt de commissie in dit geval niet redelijk voor, te meer ook daar de ondernemer steeds snel heeft gere-ageerd op verzoeken van de kant van de consument, zeker indien daarbij de tijd van de feestdagen, waarin vaak niet of minder gewerkt wordt, in aanmerking wordt genomen. Een herhaling van de verzochte ontbinding op 17 januari doet aan het vorenstaande niet af. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, op 30 mei 2011.