Consument kan niet zonder begeleiding naar de toilet in de trein; alsnog verstrekken van begeleiderskaart

De Geschillencommissie




Commissie: Openbaar Vervoer    Categorie: Begeleiderskaart    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 61377

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de weigering van de ondernemer om aan de consument een OV-Begeleiderskaart te verstrekken.   De consument heeft op 11 augustus 2011 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Ik lijd aan een erfelijke spierziekte. Ik kan nergens heen zonder een hulpmiddel mee te nemen. Soms is dat een rollator en soms een scootmobiel. De rollator kan mee in tram, bus en trein, maar het is voor mij niet mogelijk hem zelf in en uit het voertuig te tillen. Ik kan zelf zonder hulp geen zitplaats vinden, want ik kan niet blijven staan. Uitstappen gaat nog moeilijker. Het is onlogisch en onredelijk om mij te verwijzen naar Bureau Assistentieverlening van [de ondernemer] en naar regionale vervoersvoorzieningen, waar de chauffeur voor mij verantwoordelijk is. Kortheidshalve verwijst de commissie naar de brief van de consument aan de commissie d.d. 18 september 2011. De inhoud dient hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Ik maak thans geen gebruik meer van een scootmobiel, maar van een grote invalidenwagen, die kan ook niet in de bus of tram.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Het staat voor ons niet vast dat klager op geen enkele manier in staat is om zelfstandig te reizen. Verwezen wordt naar het Bureau Assistentieverlening van [de ondernemer] en het regiovervoer van deur tot deur, waarbij de chauffeur de verantwoordelijkheid over neemt. Door daar geen gebruik van de maken is er op geen enkele wijze sprake van het niet zelfstandig kunnen reizen. De commissie verwijst kortheidshalve naar het verweerschrift van de ondernemer met bijlagen. De inhoud dient hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Gebleken is dat de consument door zijn aandoening nauwelijks in staat is qua mobiliteit iets zelfstandig te doen. Dat maakt het voor hem moeilijk om van het openbaar vervoer gebruik te maken. Een begeleider zal hem moet helpen met in- en uitstappen, alsmede het vinden van een zitplaats in tram, bus of trein. Het gaan naar de toilet in de trein is zonder begeleiding niet mogelijk. De situatie van de consument beantwoordt dan ook aan het criterium van “het op geen enkele manier in staat zijn om zelfstandig te kunnen reizen.”   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer verstrekt aan de consument alsnog een OV-Begeleiderskaart binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer op 23 februari 2011.