Consument klaagt over toepassing salderingsregeling

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: Prijs    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 202466/207819

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument beklaagt zich erover dat de ondernemer de salderingsregeling onjuist op de jaarafrekening heeft toegepast door per tariefperiode te salderen, hetgeen volgens hem in strijd is met de wet. De commissie verklaart de klacht ongegrond.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Energie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd door de heer [naam].

De behandeling heeft plaatsgevonden op 13 juli 2023 te Utrecht.

De commissie heeft het volgende overwogen.

Beoordeling
De consument beklaagt zich erover dat de ondernemer de salderingsregeling onjuist op de jaarafrekening heeft toegepast door per tariefsperiode te salderen, hetgeen volgens hem in strijd is met de wet. De berekening van de ondernemer is niet gebaseerd op de energie die overblijft na saldering van het verbruik en niet conform diens eigen informatie, aldus de consument. De consument verlangt dat de ondernemer saldeert volgens de methodiek zoals aangegeven in haar uitspraak met referentiecode 183496/187832, publiekelijk moet maken dat zij de salderingsregeling onjuist heeft toegepast en klanten compenseert voor een onjuist toegepaste salderingsmethodiek.

De ondernemer stelt de door de consument opgewekte energie op de jaarrekening gesaldeerd te hebben met de door hem verbruikte energie, waarbij de opgewekte energie tegen hetzelfde leveringstarief is gesaldeerd door per tariefperiode te salderen. Voorts stelt de ondernemer dit in de bevestiging van de afgesloten leveringsovereenkomst als volgt aan de consument hebben medegedeeld: “Wij salderen de duurzame stroom die wordt opgewekt tegen hetzelfde tarief als de stroom die van ons wordt afgenomen, namelijk het leveringstarief inclusief energiebelasting, opslag duurzame energie- en klimaattransitie en btw. Indien meer wordt terug geleverd dan verbruikt, dan geldt voor het meerdere het teruglevertarief boven verbruik.”

Kern van het geschil draait naar het oordeel van de commissie, gelet op het voorgaande, om de vraag of de ondernemer een salderingswijze bij de consument heeft toegepast die in strijd is met de wet en/of de overeenkomst die de ondernemer met de consument is aangegaan.

Hieromtrent overweegt de commissie als volgt. Vaststaat dat de ondernemer een jaarfactuur aan de consument heeft gestuurd, waarin per tariefperiode het verbruik, de invoeding en prijs worden vermeld. De ondernemer saldeert dus per tariefperiode de invoeding en het verbruik. De consument betoogt dat dit niet zo mag. Hieromtrent merkt de commissie het volgende op.

Op 23 september 2022 heeft de minister Kamervragen over de salderingsregeling beantwoord. Uit de antwoorden blijkt dat, kort gezegd, voor overeenkomsten als de onderhavige het gehele jaarverbruik met de in dat jaar ingevoede stroom gesaldeerd moet worden. Dat blijkt volgens de minister niet uit de wet, maar was wel de intentie. De minister geeft in zijn antwoord aan een verduidelijking van de wettekst te zullen bevorderen.

De volgende vraag is hoe er dan afgerekend moet worden. Gelet op het antwoord van de minister dient eerst de op jaarbasis hoeveelheid ingevoede en de hoeveelheid onttrokken elektriciteit tegen elkaar weggestreept te worden.

Het aantal kWh dat resteert, onttrokken dan wel ingevoed, wordt gefactureerd. Op dit moment is niet wettelijk vastgelegd op welke wijze dit dient te gebeuren in een situatie waarbij het tarief in de factuurperiode varieert. In afwachting van nadere regelgeving op dit punt heeft de commissie ook al in eerdere uitspraken (volgens de uitspraak met referentiecode: 183496/187832) aanwijzingen gegeven hoe het aantal kWh dat resteert, onttrokken dan wel ingevoed, dient te worden gefactureerd in het geval partijen dat niet nader met elkaar zijn overeengekomen.

Het komt de commissie redelijk en billijk voor dat het aantal kWh dat resteert nadat de op jaarbasis de hoeveelheid ingevoede en de hoeveelheid onttrokken elektriciteit tegen elkaar zijn weggestreept voor zover niet voor alle perioden eenzelfde invoedingstarief geldt wordt berekend aan de hand van de formule:

  • Voor het geval er meer verbruik is dan teruglevering op jaarbasis: het verbruik van een tariefperiode, gedeeld door het totale verbruik op jaarbasis, vermenigvuldigd met het saldo na verrekening op jaarbasis (= resultaat van de saldering). Het aldus aan een tariefperiode toegerekend verbruik wordt afgerekend tegen het tarief van de betreffende periode;
  • Voor het geval er minder verbruik is dan teruglevering op jaarbasis: de ingevoede stroom van een tariefperiode, gedeeld door het totaal van de ingevoede stroom op jaarbasis, vermenigvuldigd met het saldo na verrekening op jaarbasis (=resultaat van de saldering). De aldus aan een bepaalde tariefperiode toegerekende invoeding wordt afgerekend tegen het invoedingstarief van die tariefperiode.

 

Naar de commissie begrijpt heeft de ondernemer in de bevestiging van de afgesloten leveringsovereenkomst medegedeeld overeenkomstig voornoemde salderingswijze, welke niet in strijd is met de wet, te salderen. Voorts is niet gesteld of gebleken is dat de ondernemer door op de wijze te salderen zoals zij heeft gedaan in strijd heeft gehandeld met de wet of de tussen partijen bestaande overeenkomst.

Met betrekking tot het verzoek van de consument om in de uitspraak te bepalen dat de ondernemer gehouden is klanten te compenseren voor een onjuist toegepaste salderingsmethodiek, merkt de commissie op dat consumenten alleen individuele klachten aan deze commissie kunnen voorleggen, zodat de commissie geen oordeel zal geven over voornoemd verzoek.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. D.P.C.M. Hellegers, voorzitter, de heer R.A. Timmer, mevrouw mr. E.J.P.J.M. Kneepkens, leden, op 13 juli 2023.