Commissie: Installerende bedrijven
Categorie: Ontbinding
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
45950
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 27 augustus 2008 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van [een boiler] tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 14.697,69. De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks februari 2009. De consument heeft een bedrag van € 2.644,63 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. [De boiler] heeft niet het rendement dat de dealer en de importeur ons hebben beloofd. Eén keer vullen in de 48 uur bij -30°C. Realiteit: twee keer vullen per 24 uur bij +10°C en in de afgelopen winter zelfs tot vier keer per dag. En het is hier géén -30°C geweest, het verbruik ligt zeker 75% hoger. Daar investeer ik geen € 14.000,– voor. De kwaliteit van de gebruikte materialen is twijfelachtig daar het dikwandige gietijzer al binnen vier maanden scheurde. Nu zit er eenzelfde deur in maar met hitteschild die ook al weer krom staat. Mijn RVS-dubbelwandige pijpen zien er van binnen uit als een wokkel, door de hitte vervormd. Heb ze in huis ook zitten, 14 jaar en als nieuw, maar van een ander merk. De investering verdien ik van ze lang zal ze leven niet terug in vijf jaar, maar ook niet in vijftien jaar. De kachel is verkocht als een 50 kW, maar schijnt een opgewaardeerde 35 kW te zijn. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Ik heb de consument steeds voorgehouden geen ervaring te hebben met deze kachel. Alle verstrekte informatie betreffende verbruik, rendement en terugverdientijd waren op basis van door [de fabrikant] verstrekte gegevens. Ik benadruk met klem dat de consument hiervan op de hoogte was. In september 2008 heeft de consument [de leverancier van de boilers] bezocht waar hij zich heeft laten voorlichten door de eigenaar en importeur van [de boilers]. Na ingebruikname bleek inderdaad dat het verbruik veel hoger was dan op basis van [de brochure van de boilers] te verwachten was. Zoals geschreven heb ik meermalen getracht het functioneren en het rendement te verbeteren. En met succes. Ik ben van mening dat de installatie uitstekend functioneert. Dat het door [de brochure van de boilers] beloofde rendement ondanks de verbeteringen niet bereikt is, is mij niet te verwijten. Ten slotte wil ik hieraan toevoegen dat de consument het rendement verder kan verhogen door kwalitatief beter hout te gebruiken, ook hiervan is hij op de hoogte. Refererend aan de koopovereenkomst wil ik benadrukken dat ik [de boiler] volgens begroting heb geleverd en geplaatst vervolgens heb ik meer dan de redelijkerwijs van mij te verwachten nazorg geleverd, wat ook door de consument is bevestigd. De tegenprestatie is tot op heden nog niet voldaan, er staat sinds 11 februari 2009 een bedrag van € 2.644,63 open. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld. De woning van de consument is een vrijstaande landelijke gelegen woning met rondom een groot stuk grond. Deze woning wordt verwarmd met een gasgestookte HR CV-ketel die een vermogen heeft van 29 kW. Omdat deze CV-ketel op een gegeven moment aan vervanging toe raakt, is de consument om zich heen gaan kijken en kwam in contact met de ondernemer (beiden kenden elkaar vanuit het verleden en het vertrouwen in elkaar was er wel). De ondernemer was net dealer geworden van de houtgestookte buitenboilers en was hier zeer enthousiast over. Met wat rekenvoorbeelden werd op dat moment aangegeven wat deze buitenboiler zou kunnen presteren en in wat voor tijd deze kon worden terugverdiend. Reden voor de consument om tot aanschaf hiervan over te gaan. Onderling werd er nog overeen gekomen wie welke werkzaamheden zou uitvoeren, zo heeft de consument het graafwerk, de fundering van de opstelplaats en een constructie om de vrij hoge vrijstaande rookgasafvoer te bevestigen, zelf gedaan. De ondernemer heeft de geïsoleerde transportbuizen (flexibele kunststofbuizen) geleverd en aangebracht en op de bestaande CV-installatie aangesloten. In eerste instantie werd de woning niet voldoende verwarmd en zijn de aansluitingen waar de leidingen de woning binnenkomen, wat aangepast en zijn er bochten in plaats van knieën gebruikt. Hierdoor is het resultaat wel wat verbeterd, volgens de consument. De diameter van de aangebrachte flexibele leidingen en de aansluitingen bij de kachel en de verdelers in de woning zijn hooguit 18 à 20 mm en geven daarmee een behoorlijke weerstand en beperken de warmteoverdracht aan de verwarming in huis. Met een vermogen van 29 kW en een delta T van 20°C heb je ongeveer een 1200 ltr/h nodig. Met een snelheid van 0,5 /s kom je dan op een diameter van zo’n 30 à 35 mm. Op mijn vragen aan de ondernemer of berekeningen hieraan ten grondslag liggen, werd ontkennend geantwoord. Dit is bepaald op grond van ervaringen die de ondernemer hier mee had. De houtkachel met één grote verbrandingskamer direct in verbinding met het rookgasafvoerkanaal trekt heel veel warmte direct de rookgasafvoer in. De lucht regelklep zit in de deur in het front (waardoor ook het hout in deze kachel gelegd wordt); deze deur vervormt en scheurt door de hoge temperatuur in de kachel. Door de consument is er nu een dikke metalen plaat aan de binnenkant van deze deur geplaatst voor bescherming en om het stukbranden en vervormen tegen te gaan. Tijdens het onderzoek was ook deze metalen plaat ongeveer 5 mm dik vervormd en deels ontzet door deze temperaturen. Vrij kort na de ingebruikname zijn de meegeleverde rookgasbuizen (uitgevoerd in RVS) inwendig verbrand en vervormd. Hier zijn tijdens het onderzoek nog foto’s gemaakt van de vervormde resten, die tijdens het onderzoek naast de kachel op de grond lagen. Door de consument is er op de rookgasafvoer – direct achter op de kacheluitlaat – een trekonderbreker geplaatst, waardoor er duidelijk minder temperatuur en vuur in de rookgaspijp komt (de kachel brandt daardoor minder hard). Zoals de consument tijdens het onderzoek zei, zouden deze aanpassingen (de metalen plaat aan de binnenkant van de deur en de trekonderbreker in de rookgasafvoer) door de importeur zijn overgenomen en wordt zo nu ook elders toegepast. Op mijn vragen aan de ondernemer of er gelijkwaardigheidsverklaringen en of onderzoeken zijn voor deze kachels, werd geantwoord dat deze er niet zijn. Ook verklaarde de ondernemer dat hij gestopt was met de verkoop van deze kachels, omdat hij er bij de importeur ook niet doorheen kwam en geen of weinig medewerking kreeg. Onderzoeken en/of een gelijkwaardigheidsverklaring zou meer over het werkelijke rendement kunnen zeggen. In mijn beleving heeft men de vuurhaard in de kachel niet voldoende in de hand en kan men deze te kort regelen, waardoor er veel van deze warmte de vrije natuur in komt. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie heeft kennis genomen van de bevindingen van de deskundige. Consument en ondernemer zijn het er (in ieder geval ter zitting) over eens dat de ketel minder rendement geeft dan door de brochure van de fabrikant wordt voorgespiegeld. Als verkoper draagt de ondernemer het risico van de inhoud van die brochure. Ter zitting is door de consument aangegeven dat hij in de boiler ongeveer voor € 2.250,– aan hout per jaar dient te verstoken, waar hij ongeveer € 1.800,– aan kosten voor gas uitspaart. Dit is door de ondernemer onvoldoende weersproken. Dat betekent dat de consument duurder uitkomt dan in de oude situatie en dat hij de aanschaf van de ketel (anders dan hem is voorgehouden door de verkoper/ondernemer) nimmer zal kunnen terugverdienen. Daarmede is naar het oordeel van de commissie komen vast te staan dat de ondernemer toerekenbaar tekort is geschoten in de uitvoering van de overeenkomst en deze zodanig gewicht heeft dat ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd is. Dat betekent dat de ondernemer de ketel terug moet nemen en de consument het betaalde bedrag terugkrijgt (€ 14.697,69 minus het depot bedrag ad € 2.644,63 = € 12.053,06) en het depot bedrag aan de consument wordt geretourneerd. De overige door de consument gestelde schade is naar het oordeel van de commissie niet aangetoond. Voorzover de factuur met betrekking tot de levering van de ondernemer een rekenfout bevat: deze is (thans) niet komen vast te staan, desnodig dient dit middels een vervolg bindend advies aan de commissie te worden voorgelegd indien partijen daar in onderling overleg niet uitkomen. Dat geldt niet voor de overige schade: daar geldt deze beslissing als eindbeslissing. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De overeenkomst d.d. 27 augustus 2008 wordt ontbonden verklaard. Dit betekent dat de ondernemer de boiler terugneemt en daarvoor kosteloos de nodige verwijderingswerkzaamheden verricht en de consument het door hem betaalde ad € 12.053,06 terugkrijgt. Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen. Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van 4 weken na de verzenddatum van dit bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Indien een en ander door handelen of nalaten van de ondernemer niet binnen de gestelde termijn is geschied, betaalt de ondernemer aan de consument in plaats daarvan een vergoeding van € 12.053,06. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 160,–. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag van € 2.644,63 als volgt verrekend. Het depotbedrag wordt aan de consument geretourneerd. Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven op 30 juni 2011.