Commissie: Particuliere Onderwijsinstellingen
Categorie: Beëindiging overeenkomst / Kosten
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
210726/224607
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betrof de terugbetaling van cursusgeld. De consument had zich in 2020 ingeschreven voor een opleiding die in september 2021 zou beginnen. Vanwege mentale gezondheidsproblemen had de consument de start tweemaal uitgesteld en was uiteindelijk in september 2022 begonnen. Kort daarna realiseerde de consument dat hij de opleiding niet kon voortzetten en stuurde de ondernemer voorstellen voor terugbetaling. De ondernemer reageerde echter niet, behalve te zeggen dat de consument op een later moment kon herbeginnen. De consument wenste echter te stoppen en zich op therapie te concentreren. De totale kosten bedroegen €4.239, en de consument stelde voor om de gemaakte kosten te betalen en het resterende bedrag terug te ontvangen.
De commissie verklaarde de klacht van de consument gegrond en bepaalde dat de ondernemer binnen een week na de uitspraak €3.089,25 aan de consument moest betalen.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de terugbetaling van cursusgeld.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft zich in 2020 ingeschreven voor een opleiding bij de ondernemer en zou in september
2021 hiermee starten. Deze opleiding heeft de consument tot twee keer toe uit moeten stellen vanwege zijn
mentale gezondheid. Uiteindelijk is de consument begonnen in september 2022. De consument bleek er
niet klaar voor en wist dat hij de opleiding niet kon voortzetten. Dit heeft de consument de ondernemer per
mail aangegeven. De consument heeft redelijke voorstellen per mail verstuurd en een brief via het Juridisch
Loket, maar ook hierop kwam geen reactie.
De enige reactie die de consument kreeg was dat hij op een later moment opnieuw zou mogen beginnen.
Echter, de consument wil stoppen en de focus op zijn therapieën kunnen leggen. De ondernemer is niet
bereid om op zijn voorstel in te gaan. De totale kosten bedragen € 4.239,–. De consument heeft
voorgesteld om de gemaakte kosten zelf te betalen en wil de rest van het betaalde bedrag terugontvangen.
Standpunt van de ondernemer
Ondanks daartoe te zijn uitgenodigd heeft de ondernemer in deze geen verweer gevoerd.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Uit de door de consument ingebrachte stukken leidt de commissie als niet weersproken door de
ondernemer het volgende af.
De consument wenst van een ondernemer een deel van de kosten van een opleiding terug nu hij vanwege
psychische klachten deze studie niet meer kan volgen. De totale kosten bedragen € 4.259,–. De
consument heeft voorgesteld de gemaakte kosten (drie lessen, midi keyboard en leerling account) te
betalen en wenst het restant terug te ontvangen. Het zou dan gaan om € 3.000,– tot € 3.500,– of meer.
Uit hetgeen de consument (niet weersproken door de ondernemer) heeft aangevoerd en ingebracht komt
naar voren dat de consument € 140,– administratiekosten heeft betaald en € 4.119,– voor de studie.
Nu hij na ongeveer vier maanden met de studie is gestopt komt het de commissie in dit geval redelijk voor
dat hij de administratiekosten verschuldigd blijft en drie kwart van het studiegeld terug moet ontvangen van
de ondernemer, zijnde een bedrag van € 3.089,25.
De commissie zal klacht dan ook gegrond verklaren en bepalen dat de ondernemer binnen een week na
verzending van deze uitspraak € 3.089,25 aan de consument zal moeten betalen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond en bepaalt dat de ondernemer binnen een week na verzending
van deze uitspraak € 3.089,25 aan de consument moet betalen.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 107,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten
verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen, bestaande uit de heer mr. N.
Schaar, voorzitter, de heer C. Broers, de heer mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden, op 26 september 2023.
de heer mr. N. Schaar