Consument krijgt geen hogere compensatie voor gesloten stuwmeer

De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: (non)conformiteit / Misleiding / Vergoeding    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 188145/191983

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil tussen de consument en de ondernemer ontstond nadat de consument een bungalow had geboekt op het recreatiepark van de ondernemer, waarbij het stuwmeer gesloten bleek te zijn door activiteiten. De consument voelde zich misleid en wilde zijn geld terug of omboeking naar een ander park. De ondernemer bood aanvankelijk €100, en later €200 aan als tegemoetkoming, maar de consument vond dit niet voldoende en stelde een tegenvoorstel van €500 voor. De klacht van de consument werd ongegrond verklaard, en er was geen juridische basis voor een hogere vergoeding dan het aanbod van € 200 van de ondernemer.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 16 juli 2022 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst.
Daarbij heeft de consument via de ondernemer op het park een zespersoons
bungalow, type Comfort zes geboekt voor vijf personen van 12 augustus 2022 tot 19 augustus
2022 voor een bedrag van in totaal € 1.436,–.

Feiten
Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen van partijen en de overgelegde
producties gaat de commissie -voor zover thans van belang- uit van de volgende feiten:
a. Op 10 augustus 2022 heeft de consument de volgende e-mail aan de ondernemer gezonden:
“Nu anderhalve dag voor ons vertrek is ons duidelijk geworden dat het meer bij het park niet
toegankelijk is, terwijl wij juist hiervoor dit park hadden geboekt. Ergens diep verstopt op jullie site
staat het wel vermeld als je een faciliteiten uitklapt, maar verder wordt er overal op de site
geadverteerd met het stuwmeer en de faciliteiten. Ook aan de reviews is te zien dat veel mensen
hiervan niet op de hoogte zijn en dit pas na aankomst te weten komen. Wij zijn nog in Nederland en
willen de reis graag omboeken of annuleren, maar door de medewerkster van de ondernemer kreeg ik te
horen dat dit niet mogelijk. De ondernemer beroept zich op overmacht. Ik beroep mij echter op misleiding.
U had dit prominent op de site moeten vermelden. Nu valt een lang verdiende vakantie volledig in
het water of liever op het droge. Omdat wij nog niet zijn vertrokken is er m.i. nog ruimte om dit op
een goede manier op te lossen. Ik verzoek u daarom ook om per omgaande contact met mij op te
nemen om tot een passen oplossing te komen. De ondernemer kan zich niet zomaar beroepen op
overmacht. Die overmacht was al bij het sluiten van de overeenkomst bekend en veel te onduidelijk
en summier op de site aangegeven.”
b. Na telefonisch overleg met de ondernemer, dat niet tot een oplossing leidde, heeft de consument het
volgende bericht aan de ondernemer gezonden:
“Op 16 juli heb ik een huisje geboekt via de ondernemer in Duitsland
vanwege de ligging aan het stuwmeer voor komende week. Hier adverteert de ondernemer ook mee op
hun eigen site. Leuk voor een vakantie met 3 kids van 8, 9 en 10 jaar. Nu krijg ik vandaag
anderhalve dag van te voren de laatste reisinformatie van het park zelf (niet in eigendom van
de ondernemer) en daarin staat uitdrukkelijk vermeld dat het stuwmeer vanwege reparatiewerkzaamheden tot 2023 is gesloten en dat zwemmen en varen niet mogelijk is. Dit was al voor
het boeken (half juli) bekend bij de ondernemer, maar dat was ons niet bekend. Ik ben samen met een
medewerker op de site van de ondernemer op zoek gegaan naar informatie over het stuwmeer en
aanvankelijk konden we het samen niet vinden. Uiteindelijk blijkt dat er helemaal onderaan de
pagina nadat je de rubriek faciliteiten uitklapt 1 regel kan vinden dat hiervan gewag maakt.
Maar dat is veel te summier. Nu heb ik de ondernemer gevraagd om de vakantie om te boeken of anders de
vakantie te annuleren. Er is voor de meiden weinig te doen in die omgeving als het stuwmeer
gesloten is. De ondernemer beroept zich op overmacht en wil op geen enkele wijze meewerken aan een
oplossing. “Dit is het standpunt van de ondernemer en daar hebt u het mee te doen.” Gezien het aantal
recente reviews (begin augustus) waarin mensen uiting geven aan hun verbazing/teleurstelling dat
het stuwmeer is gesloten is het niet zo gek dat wij niet op de hoogte waren van deze situatie.
wij voelen ons erg misleid door de ondernemer. Ik heb een klacht ingediend en wacht nog op een reactie.

GEWENSTE OPLOSSING
Ons geld terug of omboeken naar een ander park dat wel voldoet aan onze criteria.”
c. Bij e-mail van 16 augustus 2022 heeft de ondernemer de volgende reactie aan de consument gezonden:
“Beste meneer [y],
Bedankt voor uw email.
Begrijpelijk dat dit een vervelende situatie is voor u als u verwacht dat u gebruik kunt maken van het
stuwmeer en dit niet het geval is. Echter is het zo dat op het moment dat u geboekt heeft, er op de
pagina van Kronenburger See op onze website duidelijk aangegeven is dat het stuwmeer in 2022
gesloten is voor alle activiteiten. Ook is het zo dat u voor een accommodatie op één van onze
parken boekt en niet voor bijvoorbeeld de faciliteiten in de omgeving. Hier hebben wij uiteraard
geen invloed op. Op het park zelf zijn ook alle faciliteiten gewoon geopend.
Ik zie dat dit ook al telefonisch aan u is uitgelegd door mijn collega’s. Toen is er ook aan u uitgelegd
dat het niet mogelijk is om om te boeken of kosteloos te annuleren. Vergoeding is daarom ook niet
van toepassing aangezien zoals aangegeven, het park zelf en alle faciliteiten op het park gewoon
geopend zijn en wij geen invloed hebben op omstandigheden in de omgeving van het park.“
d. De gemachtigde van de consument heeft op 14 september 2022 een klacht bij de commissie
ingediend.
e. Op 14 november 2022 heeft de ondernemer de volgende brief aan de gemachtigde van de consument
gezonden: “Beste mevrouw [x], Via de Geschillencommissie ontvingen wij uw melding van een klacht
van gasten [y]. Middels deze weg reageren wij op uw melding.
In uw bericht vermeldt u dat gasten [y] een vakantie [A] hebben geboekt,
vanwege een naast liggend stuwmeer. U vermeldt dat de ondernemer adverteert met foto’s en activiteiten in- en om
het stuwmeer. Bij aankomst op het park bleek het stuwmeer gesloten te zijn. U vermeldt dat deze informatie niet
duidelijk is vermeld naar gasten [y].Op 16 juli 2022 hebben gasten [y] een verblijf geboekt op [A] voor de periode
12 augustus 2022 tot 19 augustus 2022.
[A] beschikt over diverse faciliteiten. Deze staan vermeldt op de website
onder het park “[A]”, kopje “Faciliteiten”. Hierop staat ook vermeldt dat het stuwmeer in
2022 gesloten is voor recreatie. Dit betekent dat men daar niet kan zwemmen, vissen of watersporten.
Deze informatie was bekend én stond weergegeven op de betreffende website, op het moment dat gasten [y] hun verblijf boekten. Gasten [y] hadden op basis van deze informatie een afweging kunnen maken tot het wel/niet boeken van een
verblijf op [A].
De beelden die op de website worden getoond geven de gasten een indruk van het park én de omgeving. Zo zijn
er beelden te zien, én wordt er tekst genoteerd, over bijvoorbeeld een nationaal park en het stuwmeer.
De ondernemer wilt zijn/haar gasten daarmee laten zien wat er in de omgeving aanwezig is. Dit betekent echter niet dat
een nationaal park en een stuwmeer tot het park behoren én gasten van [A] daar,
automatisch, toegang tot hebben en/of gebruik van kunnen maken.
Voor uw informatie: De tekst, op de website omtrent het stuwmeer is in september 2022
aangepast. Sindsdien wordt het volgende weergegeven, zodat duidelijk is dat het stuwmeer ook het volgende
jaar gesloten is:
Tot eind 2023 is het stuwmeer gesloten voor recreatie. Dit betekent dat je er niet kunt zwemmen, vissen of
watersporten. Op basis van bovengenoemde informatie is de ondernemer van mening dat het voorstel van gasten [y],
geld terug óf een omboeking, niet passend is. Desondanks is de ondernemer bereid om, geheel uit coulance, een
tegemoetkoming aan te bieden en een gebaar te maken richting gasten [y]. De ondernemer is daarom bereid om
een terugbetaling van € 100,00 totaal aan te bieden. Daar de gemiddelde entreeprijs voor de zwembaden op de diverse parken een bedrag van van € 5,00
per persoon betreft, gasten [y] met 5 personen op [A] is verbleven en de ondernemer
bereid is om 4x entree te vergoeden omdat wij begrijpen dat het aangeboden overdekte zwembad voor gasten
[y] niet toereikend was, komt dit op een totaalbedrag van € 100,00. Wilt u zo vriendelijk zijn ons uiterlijk
21 november 2022, schriftelijk, te laten weten of dit bedrag mag worden overgemaakt op rekeningnummer (…)
ten name van [y]?”

f. Op 16 november 2022 heeft de gemachtigde van de consument als volgt gereageerd:
“Bedankt voor uw reactie.
Cliënt heeft uw voorstel van 100,- ontvangen. Cliënt gaat niet akkoord met dit voorstel. U gaat voorbij aan het
feit dat dit het vakantieplezier van cliënt ernstig heeft beïnvloed. Daarnaast heeft dit cliënt ook aardig wat tijd en
energie gekost. Cliënt wilt u een tegenvoorstel doen van 100,- per persoon. In totaal dus 500,- euro.
Wanneer u hiermee niet akkoord gaat zullen wij de zaak via de Geschillencommissie voortzetten. Het feit dat u de
website heeft aangepast bevestigt nogmaals dat u wist dat meerdere mensen niet op de hoogte waren van het
feit dat het stuwmeer gesloten was. Dit is ook terug te zien in de recensies die andere klanten achterlaten. Er is
in dit geval dus sprake van misleiding en oneerlijke handelspraktijk (artikel 6:193b lid 2 sub b BW).”
g. Bij brief van 22 november 2022 heeft de ondernemer de gemachtigde van de consument laten weten dat
de ondernemer het voorstel van de consument, een terugbetaling van € 500,- niet passend vindt.
Desondanks is de ondernemer, nog steeds geheel uit coulance, bereid om de aangeboden terugbetaling van
€ 100,- te verhogen naar € 200,-.
h. Op 28 november 2022 heeft de gemachtigde van de consument de ondernemer bericht dat de consument
niet verder ingaat op het laatste aanbod van de ondernemer en dat hij de kwestie graag verder door de
commissie wil laten behandelen.
i. Op 29 november 2022 heeft de ondernemer een verweerschrift bij de commissie ingediend. Inhoudelijk is
dit verweerschrift gelijkluidend aan de hierboven (onder e.) vermelde brief van de ondernemer van
14 november 2022. De ondernemer is van mening dat een verdere terugbetaling en/of een tegemoetkoming
in een andere vorm niet passend is.

Standpunt van partijen
Voor het standpunt van partijen verwijst de commissie naar de hierboven vermelde feiten, waaruit het
standpunt van partijen voldoende blijkt.

Beoordeling van het geschil
1. Uit de feiten volgt dat partijen het niet eens leken te zijn over de hoogte van de compensatie voor
de consument wegens de sluiting van het stuwmeer. De ondernemer heeft uit coulance, dus zonder
erkenning van aansprakelijkheid, € 200,– aangeboden, terwijl de consument het geschil voor € 500,–
wilde schikken.
2. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de consument de commissie echter laten weten dat hij
thans een andere insteek van het geschil heeft. De verzekeraar wilde hem bij het niet voortzetten van het
geschil het verschil tussen het door de ondernemer aangeboden bedrag van € 200,– en het bedrag van
€ 500,– betalen. Toch heeft hij daar niet voor gekozen, want hij is van mening dat de ondernemer door het
aanbieden van een bedrag van € 200,– erkent dat zij onvoldoende aan haar informatieplicht heeft
voldaan en dus onjuist heeft gehandeld. Ook het feit dat de ondernemer inmiddels haar site heeft aangepast
en duidelijker heeft vermeld dat het stuwmeer tot eind 2023 niet bereikbaar is, betekent voor de
consument dat de ondernemer heeft ingezien dat haar informatievoorziening onvoldoende was. Op grond
daarvan concludeert de consument dat hij de koop wel degelijk had kunnen ontbinden, zodat hij nog
een alternatief had kunnen verzinnen voor deze vakantie en in ieder geval niet deze negatieve
ervaring had gehad.
3. De commissie is echter van oordeel dat geen sprake is van een situatie dat de consument de
overeenkomst kon ontbinden. Dit wordt als volgt gemotiveerd.
4. Als die ontbinding gebaseerd zou zijn op de door de gemachtigde van de consument in haar bericht
van 16 november 2022 gestelde oneerlijke handelspraktijk (artikel 6:193b lid 2 sub b van het
Burgerlijk Wetboek (hierna: BW)), is de commissie van oordeel dat van een dergelijke oneerlijke
handelspraktijk door de ondernemer niet is gebleken. Wil een beroep op dit artikel kunnen slagen dan dient
-onder meer- voor de handelaar redelijkerwijs voorzienbaar te zijn dat het economische gedrag van
een herkenbare groep verstoord wordt (aldus de Memorie van Toelichting op dit artikel, Kamerstukken
II 2006/07, 30928, nr. 3 p. 14). De consument heeft op geen enkele wijze onderbouwd dat dit hier
het geval is, zodat alleen al daarom het beroep op dit artikel niet opgaat.
5. Als die ontbinding gebaseerd zou zijn op de door de consument gestelde ontoereikende
informatievoorziening vanuit de ondernemer, merkt de commissie op dat dit enkele feit -indien dat al juist
zou zijn, want de ondernemer heeft dit betwist- nog niet tot een geldige ontbinding kan leiden. Daarvoor is
juridisch gezien méér nodig.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft de consument echter ook nog aangevoerd dat hij het Park
niet had geboekt als hij vooraf had geweten dat het stuwmeer gesloten was. Daarmee doet de
consument, zo begrijpt de commissie, een beroep op dwaling. Rechtsgeldige dwaling kan leiden tot
vernietiging van een overeenkomst. Voor een gegrond beroep op dwaling (artikel 6:228 BW) dient er
sprake te zijn van een verkeerde voorstelling van zaken als gevolg van (a) een inlichting van de
wederpartij, (b) schending van een mededelingsplicht of (c) wederzijdse dwaling. Maar geen van deze
situaties doet zich hier naar het oordeel van de commissie voor.
Met name is geen sprake van schending van een mededelingsplicht. Vast staat immers dat de ondernemer
op het moment van boeken door de consument wel vermeld had dat het stuwmeer in 2022 gesloten
was voor recreatie. Deze informatie stond duidelijk opgenomen onder het kopje “Faciliteiten”. Dat de
consument die voor hem zo belangrijke informatie kennelijk gemist heeft valt te betreuren, maar is
aan de ondernemer niet te verwijten.
6. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de consument nog naar voren gebracht dat hij via de
Last-minutes van de ondernemer bij de accommodaties van het Park terecht is gekomen en dat bij die
accommodaties ook de faciliteiten vermeld stonden, zonder de mededeling over het gesloten
stuwmeer. Het is volgens de consument onlogisch om vervolgens nog een keertje op de homepage
van de ondernemer bij het park onder faciliteiten te klikken.
de ondernemer heeft ontkend dat bij de accommodaties via de Last-minutes ook faciliteiten vermeld staan;
die faciliteiten staan alleen op de homepage.
De commissie zelf heeft op 17 april 2023, na de zitting, proefondervindelijk de accommodaties ook via
de Last-minutes van de ondernemer benaderd en heeft op dat moment geen faciliteiten-kopje bij de
accommodaties aangetroffen, maar alleen een kopje “voorzieningen”, zodat de commissie verder aan
de stelling van de consument voorbij gaat.
7. Al het bovenstaande brengt met zich mee dat de klacht ongegrond zal worden verklaard. Juridisch
gezien is er geen reden dat de consument een hogere vergoeding zou moeten ontvangen van
de ondernemer dan het bedrag van € 200,– dat de ondernemer uit coulance al aan de consument heeft
aangeboden. De commissie gaat er vanuit dat de ondernemer dat aanbod nog handhaaft, nu zij daaraan
geen voorwaarden had verbonden.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. J.L. Sierkstra,
voorzitter, mr. M. de Rooij-Slager en drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 17 april 2023.
de heer mr. J.L. Sierkstra