Commissie: Post
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: Bindend Advies na Tussen Advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
191587/196623
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Voor dit geschil is een Tussen Advies op 12 februari 2023 gegeven. Daarin werd consument verzocht documenten aan te leveren die haar identiteit bevestigen. Dan pas zou de commissie over het geschil kunnen oordelen. In dit Bindend Advies blijkt dat consument de opgevraagde documenten niet heeft aangeleverd. Consument geeft aan dat zij dit niet wil doen om privacy redenen. Hierdoor kan haar identiteit niet bevestigd worden. De commissie vind de reden van de consument om de documenten niet te leveren niet goed duidelijk gemaakt. Nu de twijfel over de identiteit van de consument blijft bestaan, is de commissie van oordeel dat zij niet over dit geschil kunnen oordelen. De klacht van de consument wordt hierom ongegrond verklaard.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Post (verder te noemen: de commissie) heeft bij tussenadvies d.d. 16 februari 2023 de eindbeslissing aangehouden.
De inhoud van dit tussenadvies moet als hier ingevoegd worden beschouwd.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft schadevergoeding voor een verloren gegaan verzekerd pakket.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De commissie verwijst naar hetgeen ter zake is overwogen in voornoemde tussenbeslissing.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De commissie verwijst naar hetgeen ter zake is overwogen in voornoemde tussenbeslissing.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Het gaat in deze zaak om vergoeding van een verloren gegaan verzekerd pakket dat de consument volgens een verzendbewijs aan de ondernemer voor verzending heeft aangeboden. De ondernemer betoogt primair dat wegens onvoldoende overgelegde bewijzen (artikel 9.4 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden) de vordering afgewezen moet worden.
Hij heeft daartoe een groot aantal omstandigheden opgesomd die twijfel zaaien over de gegrondheid van de claim van de consument. De identiteit van de consument en haar woonadres(sen) maken daarvan onderdeel uit.
In meergenoemde tussenbeslissing heeft de commissie de consument verzocht een kopie van haar paspoort aan de commissie te zenden via KopieID (een uit de [naam online winkel] te laden app). Ook verzocht zij de consument een uittreksel BRP (voorheen GBA) in te leveren waarop haar adressen van de afgelopen drie jaar staan. Ook wilde de commissie ontvangen een afschrift van de bankbetaling waarmee door de consument de betreffende camera gekocht is (zij beschikt niet meer over het aankoopbewijs).
De consument heeft de commissie bericht vanwege haar privacy niet te voldoen aan het verzoek betreffende inzending van kopie van haar paspoort en uittreksel BRP. Evenmin wordt een afschrift van de bankbetaling van de koop door de consument van het door haar verkochte fotoapparaat overgelegd. Verder vermeldt de consument dat een aantal punten uit haar verweer niet in de tussenbeslissing vermeld is.
De ondernemer heeft op het bericht van de consument gereageerd en, kort gezegd, haar verweer gehandhaafd.
De commissie overwoog in haar tussenbeslissing dat door het verweer van de ondernemer zodanige twijfel gezaaid werd dat de commissie meer duidelijkheid ten aanzien van een aantal punten wilde hebben. Zij heeft toen de consument verzocht de hiervoor genoemde bewijsmiddelen in te brengen. Nu de consument die bewijsmiddelen niet heeft ingebracht, is de commissie niet in staat de juistheid van de vordering van de consument te beoordelen. Identiteit en woongegevens zijn primaire gegevens die in onderhavige procedure moeten komen vast te staan. Dat de consument vanwege haar privacy ervoor kiest twee van de drie gevraagde stukken niet over te leggen, is haar keuze. De weigering om kopie van de bankbetaling over te leggen, is in het geheel niet gemotiveerd. De opmerking dat een dergelijk stuk er niet is, is zonder nadere toelichting, die ontbreekt, daarvoor onvoldoende.
De conclusie uit het voorgaande is dat de consument de commissie niet in staat gesteld heeft de gegrondheid van haar vordering, in het licht van het door de ondernemer gevoerde verweer, te beoordelen. Zulks leidt tot afwijzing van de vordering.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer A. Verkaik en mevrouw mr. M.T. Buiting, leden, op 6 april 2023.