Commissie: Afbouw
Categorie: Garantie / Product voldoet niet aan verwachtingen(non-conformiteit)
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
189579/195135
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument stelt zich op het standpunt dat de in 2015 geleverde cv-ketel niet heeft beantwoord aan de overeenkomst omdat in 2022 is gebleken dat de printplaat van de ketel vervangen moest worden, terwijl de verwachte levensduur van de ketel 15 tot 20 jaar beloopt. De ondernemer beroept zich erop dat de cv ketel is geleverd onder de fabrieksgarantie van 2 jaar, zodat de claim van de consument buiten de garantietermijn valt. Uit het feit dat de cv ketel gedurende 7 jaren naar behoren heeft gefunctioneerd leidt de commissie af dat de ketel vanaf de aanvang de eigenschappen heeft bezeten die de consument mocht verwachten. Het feit dat de verwachte levensduur van de ketel 15 tot 20 jaar beloopt, brengt niet mee dat de consument mocht verwachten dat de ketel gedurende deze levensduur geen reparaties of vervanging van onderdelen zou moeten ondergaan. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de verkoop door de ondernemer aan de consument in 2015 van een cv-ketel van het
merk Remeha.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
De consument stelt zich op het standpunt dat de in 2015 geleverde cv ketel niet heeft beantwoord aan de
overeenkomst omdat in 2022 is gebleken dat de printplaat van de ketel vervangen moest worden, waarvan
de kosten ongeveer € 500,– hebben bedragen. Uit het feit dat de ketel een verwachte levensduur heeft van
15 tot 20 jaar kan worden afgeleid dat een dergelijk defect na verloop van 7 jaar duidt op de
ondeugdelijkheid van de ketel. Zij eist van de ondernemer een vergoeding van € 500,–.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer beroept zich erop dat de cv ketel in 2015 is geleverd onder de fabrieksgarantie van 2 jaar,
zodat de claim van de consument in 2022 buiten de garantietermijn valt.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument stelt zich op het standpunt dat de in 2015 geleverde cv-ketel niet heeft beantwoord aan de
overeenkomst omdat in 2022 is gebleken dat de printplaat van de ketel vervangen moest worden, terwijl de
verwachte levensduur van de ketel 15 tot 20 jaar beloopt.
Van zodanige non-conformiteit is volgens artikel 7:17 lid 2 Burgerlijk Wetboek sprake indien de zaak , mede
gelet op de aard van die zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de
eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag
verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en
waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor
een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien.
Uit het feit dat de cv ketel (kennelijk) gedurende 7 jaren naar behoren heeft gefunctioneerd leidt de
commissie af dat de ketel vanaf de aanvang de eigenschappen heeft bezeten die de consument mocht
verwachten. Het enkele feit dat de verwachte levensduur van de ketel 15 tot 20 jaar beloopt, brengt niet
mee dat de consument mocht verwachten dat de ketel gedurende deze levensduur geen reparaties of
vervanging van onderdelen zou moeten ondergaan. In geval van noodzakelijke reparaties of vervanging
van onderdelen geldt in dit geval de fabrieksgarantie van Remeha voor de duur van 2 jaren, die evenwel in
2022 ruimschoots was verlopen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven, bestaande uit de heer mr. R.J. van
Boven, voorzitter, de heer drs. H.H.F.M. van den Oever, mevrouw mr. C.R.J.M. den Hartog-Kaaij, leden, op
14 maart 2023.