Consument mag verwachten dat trapondersteuning langer meegaat dan twee en half jaar.

De Geschillencommissie




Commissie: Tweewielers    Categorie: Conformiteit    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 51036

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 1 mei 2009 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een [merk en type elektrische fiets] tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.300,–.   De levering vond plaats op of omstreeks 1 mei 2009.   De consument heeft op 31 juli 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   In mei 2009 heb ik een elektrische fiets bij de ondernemer gekocht voor een bedrag van € 1.300,–. Het betreft een [merk en type], destijds twee jaar oud met nog geen 2.700 km op de teller. In juli 2010 heb ik de fiets naar de ondernemer gebracht vanwege problemen met de display en de trapondersteuning, waardoor de fiets niet meer normaal te gebruiken was. Derhalve is een jaar na aankoop en slechts 290 km verder, gebleken dat de fiets niet meer voor een normaal gebruik geschikt is. De ondernemer heeft de fiets onderzocht, maar kon het probleem in eerste instantie niet verhelpen. Na nader onderzoek deelde de ondernemer mij mede dat de accu defect was en vervangen moest worden. De kosten daarvan zouden circa € 450,– bedragen. Mede gezien de leeftijd van de fiets en het aantal gereden kilometers, is het zeer vreemd dat de accu kapot is. Dit behoef ik dan ook niet te verwachten. Het staat dan ook buiten kijf dat er sprake is van non-conformiteit in de zin van artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek. Dit houdt in dat de fiets niet aan de overeenkomst beantwoordt. De ondernemer weigert echter tot herstel dan wel vervanging over te gaan. De ondernemer is slechts bereid een korting te geven op de reparatiekosten.   De consument verlangt kosteloos herstel van de ondernemer.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft een gebruikt product bij ons gekocht. Op gebruikte producten verlenen wij zes maanden Bovaggarantie. Deze garantietermijn was al ruim zes maanden verstreken, toen de klacht van de consument zich voordeed. De fiets is nieuw gekocht op 9 januari 2007. Dit betekent dat het batterijpakket al drieënhalf jaar gebruikt was op het moment van het optreden van de klacht. Ook de fabrieksgarantie was toen al verstreken. De garantietermijn van de fabrieksgarantie bedraagt immers twee jaar. Zoals blijkt uit een bij de dossierstukken gevoegd diagnoseformulier, heeft de fiets van de consument te weinig aan de oplader gestaan. De consument heeft ook aangegeven dit te hebben verzuimd. Het product moet zoveel mogelijk aan de lader staan indien de fiets niet wordt gebruikt. Gebeurt dat niet, dan heeft dit gevolgen voor de levensduur van het batterijpakket. Dit is allemaal te vinden in het meegeleverde instructieboekje.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Het onderzoek uitgevoerd op 2 maart 2011 bij [de rijwielhandel van de ondernemer] in aanwezigheid van de consument en [de ondernemer]. Tijdens dit onderzoek heb ik het volgende waargenomen. Ik had de consument gevraagd om de avond voor het onderzoek de accu op te laden om de juiste diagnose te kunnen stellen. De consument kwam op de fiets naar de ondernemer en vertelde dat reeds na een paar kilometer de display weer uitviel waardoor tevens de trapondersteuning niet meer werkte. Na enige ogenblikken gewacht te hebben werkte alles weer naar behoren. Dit was ook de klacht van de consument, al vanaf 31 juli 2010. De ondernemer had toen het storingsgeheugen uitgelezen en kwam in samenspraak met de fabrikant tot de conclusie dat de accu stuk was en vervangen moest worden. De oorzaak zou zijn dat de consument de accu niet volgens voorschrift zou opladen. De consument betwist dit echter en verklaart de accu altijd volgens voorschrift te hebben opgeladen. Beide verklaringen zijn vanzelfsprekend niet door mij te controleren. Omdat de fiets gebruikt is gekocht, kan ook de vorige eigenaar in verzuim zijn geweest.   Op mijn verzoek werd het storingsgeheugen opnieuw uitgelezen, dit gebeurt digitaal in combinatie met de fabrikant. Opnieuw werd er aangedrongen op het vervangen van het accupakket. Dit accupakket bestaat uit een complete unit waarin 24 batterijen in combinatie met de nodige software zijn verwerkt. Het opladen gebeurd door de externe oplader aan te sluiten op het daarvoor bestemde contact.   Ik had echter mijn twijfels betreffende de diagnose van een defecte accu. Immers, nadat de display en de trapondersteuning wegvallen, werken deze na enige ogenblikken weer. Dit betekent dat de accu niet leeg is. Ook in de display was te zien dat de accu nog volledig geladen was.   Op mijn aandringen is toen de display vervangen en ingelezen. De ondernemer ging daarna een proefritje maken en kwam terug met de mededeling dat er zich geen storing meer had voor gedaan. In overleg met de ondernemer heb ik de consument vervolgens naar zijn huis laten fietsen (6 kilometer) en heb ik hem gevolgd. Wederom hadden zich geen storingen voorgedaan en de consument was tevreden. De consument zou na de middag weer gaan fietsen waarna ik hem ’s avonds heb gebeld. Hij had inmiddels 11 kilometer gefietst zonder problemen en had het idee dat ook de trapondersteuning beter werkte.   Resumerend stel ik dan ook, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, dat de storing van begin af aan veroorzaakt is door een niet goed werkende display. Aangezien de fiets in november 2007 nieuw is geleverd ga ik er van uit dat een display over het algemeen een langere levensduur dient te hebben dan twee en een half jaar.   Herstel is ter plekke uitgevoerd door het vervangen van de display. De kosten hiervan bedragen:   Display: € 60,– Montage en inlezen: € 30,– Subtotaal: € 90,– 19% BTW: € 17,10 Totaal: € 107,10   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Naar de commissie begrijpt, is de consument van mening dat hij op grond van het conformiteitbeginsel ex artikel 7:17 BW recht heeft op het door hem gevorderde. Hieromtrent overweegt de commissie het volgende. Op grond van artikel 7:17 BW dient de aan de consument geleverde fiets de eigenschappen te bezitten die de consument op grond van de overeenkomst mocht verwachten en hij ze moet ontberen voor zover de consument ze afwezig mocht achten. Daarbij is mede van belang de wijze waarop de consument de fiets en soortgelijke producten in het maatschappelijk verkeer ziet functioneren. Aan de orde is dan ook de vraag of de consument, mede gezien de wijze waarop hij soortgelijke producten in het maatschappelijk verkeer ziet functioneren, mocht verwachten dat de opgetreden klacht zich voor zou doen. Hieromtrent overweegt de commissie als volgt. Naar het oordeel van de commissie is, gezien het rapport van de door haar ingeschakelde deskundige, komen vast te staan dat de klacht van de consument – welke zich voor het eerst heeft geopenbaard in juli 2010 en bestond uit het uitvallen van de display en het daarop wegvallen van de trapondersteuning – haar oorzaak vond in het niet goed werken van de display van de fiets. Dit gebrek aan de display, waarvan niet is gesteld of gebleken dat de oorzaak daarvan is toe te rekenen aan de consument, heeft zich derhalve voor het eerst geopenbaard bij een leeftijd van de fiets van om en nabij tweeëneenhalf jaar. De door de commissie ingeschakelde deskundige schrijft in zijn rapport dat een dergelijke display over het algemeen een langere levensduur dient te hebben dan tweeëneenhalf jaar. Gezien de wijze waarop soortgelijke producten in het maatschappelijk verkeer functioneren, behoefde de consument het defect aan de display dan ook niet te verwachten. Het door de consument gevorderde is derhalve toewijsbaar.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer verricht die werkzaamheden die nodig zijn om de klacht(en) van de consument te verhelpen, voor zover deze nog niet (volledig) zijn uitgevoerd. De ondernemer brengt de consument terzake de reeds verrichte of nog te verrichten herstelkosten geen kosten in rekening.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen.   Een en ander dient te geschieden binnen 6 weken na de datum van de verzending van dit bindend advies.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 445,–.   Aldus vastgesteld door de Geschillencommissie Tweewielers op 13 mei 2011.