Commissie: Wonen
Categorie: Informatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
64659
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 13 april 2009 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van acht armstoelen, inclusief een behandeling van de stoffen bekleding met [beschermingsmiddel] (hierna te noemen: het gekochte) tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.625,–. De levering vond plaats op 15 juni 2009. De consument stelt dat de klacht op 30 juli 2011 is ontstaan en dat hij deze op dezelfde datum schriftelijk aan de ondernemer heeft voorgelegd. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De acht stoelen zijn bekleed met zwarte stof en behandeld met [een beschermingsmiddel]. De stof is gaan verkleuren. De verkleuring doet zich bij alle stoelen voor op diverse plekken, zoals op de rugleuning, de bovenzijde, de zitting, de armleuning en de achterzijde. De ondernemer heeft laten weten dat de verkleuring veroorzaakt wordt door invloeden van buitenaf, zoals invallend zonlicht. De ondernemer heeft de consument het voorstel gedaan de stoelen om te ruilen voor acht nieuwe stoelen, waarbij de consument 2/3 deel van het aankoopbedrag zou moeten betalen. Dat voorstel is voor de consument niet acceptabel. De consument is van mening dat hij niet behoefde te verwachten dat bij normaal gebruik de stof reeds binnen een tijdsbestek van twee jaar dermate verkleurt. Als de consument dit effect tevoren had geweten had hij voor een duurdere stof dan de standaard stof gekozen. Indien de ondernemer niet in staat is om de stoelen te herstofferen, verlangt de consument terugbetaling door de ondernemer van 2/3 deel van het aankoopbedrag, derhalve € 1.083,33. Ter zitting is door de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Op de stoelen is een bruin/ oranje verkleuring zichtbaar. De consument heeft er nog over gedacht om foto`s te maken en ter zitting over te leggen, maar de verkleuring is moeilijk op een foto vast te leggen. De stoelen staan niet volledig in de zon. De ramen in de ruimte waar de stoelen staan lopen niet tot aan de grond. De stoelen zijn bovendien voorzien van handgrepen op de rugleuning om het in- en uitrollen gemakkelijker te maken. Op advies van de ondernemer werden de stoelen behandeld met [een beschermingsmiddel]. De consument is op dat advies afgegaan. De bekleding van de stoelen bestaat deels uit viscose en dat is volgens de deskundige gevoelig voor aanraking. Vanzelfsprekend wordt er door de consument en zijn gezin – bestaande uit de consument, zijn vrouw en hun twee kinderen – niet steeds gebruik gemaakt van de handgrepen, maar een dergelijke verkleuring door contact mag zich niet al binnen twee jaar voordoen. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid een verweerschrift in te dienen. Uit de tussen partijen gevoerde correspondentie, die zich in het dossier bevindt, blijkt het volgende. Bij brief d.d. 17 november 2011 heeft de ondernemer aan de consument laten weten dat de klacht wordt afgewezen omdat de stof door invloeden van buitenaf, zoals invallend zonlicht, kan gaan verkleuren. Een aanbod om opnieuw te stofferen -tegen kosten – is niet mogelijk omdat de leverancier importeur is en geen stoffeerder is. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport d.d. 12 maart 2012, onder overlegging van een aantal foto`s – voor zover thans van belang – het volgende vastgesteld. De stoelen vertonen een verkleuring met een bruine gloed op de zwarte bekleding. Dat de stoelen niet in zon staan klopt niet. Vlak achter de eethoek bevinden zich een aantal ramen op het zuiden, die tot aan de grond doorlopen. De “verkleuring”, zoals ontstaan, kan echter hier niet door komen daar de rug van de stoelen die toch vol in de zon moeten staan alleen op de bovenrand van ongeveer 10 cm deze “ verkleuring” vertonen. Zoals door de consument gemeld worden de stoelen regelmatig van plaats gewisseld. Dit zou inhouden dat bij alle stoelen de ruggen in zijn geheel “verkleurd” hadden moeten zijn en dit is niet gebeurd zodat het uitgesloten is dat de zon dit heeft veroorzaakt. Als de stof van dichtbij bekeken wordt valt op dat het bovenliggende garen met een slub effect is verwerkt en alleen deze de “verkleuring” vertoont. Bij navraag blijkt dat de stof inderdaad uit twee verschillende garens is opgebouwd. Het onderweefsel uit PE (polyethyleen) garen en de bovenkant uit viscose. Deze laatste laat de “verkleuring” zien. De deskundige heeft geconstateerd dat daar waar men fysiek met de stoel in aanraking komt deze “verkleuring” zich laat zien. De deskundige kan dan ook niet anders concluderen dan dat de ”verkleuring” een uitvloeisel is van het gebruik en ontstaat door hetzij het vet dat de huid afscheidt, hetzij het zout dat bij transpiratie meekomt. Welke van de twee de boosdoener is kan de deskundige niet met zekerheid vaststellen maar ervaring leert dat zout meestal witachtige uitslag geeft en vet bruinig zodat de deskundige het op de laatste houdt. Nu heeft de consument de stoelen laten behandelen met [beschermingsmiddel] en mag men verwachten dat deze behandeling helpt tegen de getoonde “verkleuring”. De deskundige heeft de garantievoorwaarden doorgenomen en daar staat veel in over vlekken en hoe te handelen. In de garantie wordt niet gesproken over dit soort zaken en deze vallen daardoor ook niet onder de garantievoorwaarden. De deskundige heeft nog contact gehad met de leverancier van [beschermingsmiddel] en met deze de voorwaarden doorgenomen. Al met al moet de deskundige concluderen dat de “verkleuring” ontstaat door gebruik van de stoelen en alleen daar voorkomt waar men in aanraking komt met de stoel. Het beste is dat te zien aan de bovenkant van de rugleuning waar men de stoel vastpakt om naar achter te schuiven (rollen). Vaktechnisch is er daarom niets mis met deze stoelen en hun bekleding. Bij de vraag of herstel technisch mogelijk is, heeft de deskundige nog vermeld dat het aanbeveling verdient om uit te proberen of er een middel bestaat wat het vet van de stof verwijdert. Technische oplossing(en) zoals reparatie en gedeeltelijk opnieuw stofferen zijn gezien de prijs van de stoelen en de kosten van reparatie niet aan de orde. Beoordeling van het geschil Kort voor de zitting heeft de commissie vernomen dat er wegens ziekte niet iemand namens de ondernemer ter zitting zou verschijnen. Een verzoek om aanhouding van de behandeling door de ondernemer werd niet gedaan, zodat de commissie de zaak zal behandelen en beslissen. Centraal in dit geding staat de vraag of het geleverde die eigenschappen bezit die de consument op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft naar aanleiding van het onderzoek gerapporteerd – kort weergegeven – dat de verkleuring niet wordt veroorzaakt door invallend zonlicht. De bekleding van de stoelen bestaat deels uit viscose en daar laat de verkleuring zich zien. De deskundige komt tot de conclusie dat de “verkleuring” een uitvloeisel is van het gebruik en ontstaat door hetzij het vet dat de huid afscheidt hetzij het zout dat bij transpiratie meekomt. Omdat de stoelen een verkleuring met een bruine gloed op de zwarte bekleding vertonen en de ervaring leert dat vet een bruinige uitslag geeft, houdt de deskundige het daarop. De commissie heeft geen deugdelijke argumenten vernomen die zouden nopen tot het oordeel dat aan deze conclusie van de deskundige zou moeten worden getwijfeld. Het vorenstaande neemt niet weg dat de consument afgaande op het advies van de ondernemer de stoelen speciaal tegen vlekken heeft laten behandelen met [beschermingsmiddel] en op grond daarvan niet behoefde te verwachten dat een dergelijke verkleuring door fysiek contact binnen een tijdsbestek van twee jaar zich zou kunnen voordoen. Dat deze verkleuring niet onder de garantievoorwaarden van [beschermingsmiddel] blijkt te vallen – zoals de deskundige heeft vastgesteld – doet aan het vorenstaande niet af. De commissie is van oordeel dat er sprake is van enig aspectverlies en ter compensatie daarvan is het in overeenstemming met de redelijkheid en billijkheid dat de ondernemer een schadevergoeding aan de consument vergoedt van € 500,–. Daarom wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie verklaart de klacht van de consument wegens aspectverlies gegrond. De ondernemer dient binnen 1 maand na de verzenddatum van dit bindend advies als schadevergoeding wegens aspectverlies een bedrag ad € 500,– aan de consument te betalen. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 600,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 8 mei 2012.