Consument moet volledige kosten voor gasafsluiting betalen, zoals overeengekomen

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: Kosten    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 11275/15667

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument heeft een aanvraag gedaan voor het volledig wegnemen van zijn gasaansluiting en heeft de ondernemer daar ook opdracht voor gegeven. De consument wenst echter achteraf het bedrag dat hem in rekening is gebracht voor de afsluiting van de gasaansluiting niet te betalen. De consument vindt dat hij alleen de kosten voor het verwijderen van de meter hoeft te betalen en niet de kosten voor het verwijderen van de leidingen. Volgens de ondernemer heeft de consument een aanvraag ingediend voor het volledig verwijderen van de gasaansluiting. Hier hoort een vastgesteld bedrag van €732,05 bij. Volgens de ondernemer mag hij op grond van de algemene voorwaarden, behorende bij de aansluit- en transportovereenkomst, de gasaansluiting verwijderen en hiervoor kosten in rekening brengen. De commissie oordeelt dat de consument volgens de overeenkomst het overeengekomen tarief moet betalen en de ondernemer in de gelegenheid moet stellen om de werkzaamheden af te ronden. De commissie is van mening dat de kosten die de ondernemer in rekening brengt fors zijn, maar dat er geen sprake is van hoge kosten. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de door de ondernemer aan de consument in rekening gebrachte kosten voor de afsluiting van de gasaansluiting.

De consument heeft op 4 juni 2019 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument heeft bij de ondernemer een aanvraag ingediend om de gasaansluiting af te sluiten, omdat hij deze niet meer nodig had. De offerte van de ondernemer hield een bedrag van € 732,05 in.

Hierna heeft de consument gemaild met de ondernemer en aangegeven dat hij alleen de kosten voor het verwijderen van de meter wilde betalen en niet de kosten voor het verwijderen van de leidingen. Dit bleek niet mogelijk. De ondernemer hanteerde een vast bedrag voor de afsluiting. Uiteindelijk heeft de consument de offerte getekend om van de vaste lasten af te zijn. Op 30 september 2019 is de aansluiting volledig verwijderd. De consument heeft het volledige factuurbedrag voldaan.

De consument wil alleen een bedrag van € 200,– betalen voor het verwijderen van de gasmeter.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De werkzaamheden zijn nog niet volledig uitgevoerd. De ondernemer heeft alleen de gasmeter weggehaald. De gasleiding is nog niet verwijderd. De consument heeft daarvoor nog geen toestemming gegeven. Het verwijderen van de meter heeft nog geen 55 minuten geduurd.

De consument beschikt over zonnepanelen. Hij voelt zich gedwongen om mee te werken. Op de offerte stond geen specificatie vermeld.

Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Op 2 juni 2019 heeft de consument een aanvraag ingediend voor het volledig verwijderen van de gasaansluiting. Hiervoor brengt de ondernemer een bedrag van € 732,05 in rekening. Op 30 september 2019 heeft een aannemer in opdracht van de ondernemer de gasaansluiting verwijderd. Vanwege een vergissing aan de zijde van de aannemer is daarbij enkel de gasmeteropstelling verwijderd en is de gasleiding blijven liggen. Het factuurbedrag is door de consument voldaan.

De ondernemer is van mening dat tussen partijen een overeenkomst is tot stand gekomen, gelet op de door de consument gedane aanvraag via het web portaal van de ondernemer en het verstrekken van de opdracht. Op grond van deze overeenkomst is de ondernemer gehouden de gasaansluiting te verwijderen en de consument gehouden het overeengekomen bedrag te voldoen. De consument heeft het bestaan van de overeenkomst erkend.

Daarnaast is van 10 september 2014 tot en met 2 oktober 2019 sprake geweest van een aansluit- en transportovereenkomst, (ATO), die verwijst naar de algemene voorwaarden Aansluiting en Transport Elektriciteit en Gas Kleinverbruikers. Zowel op basis van deze overeenkomst als op basis van de separate overeenkomst is de ondernemer gerechtigd de gasaansluiting te verwijderen.

Binnenkort zal in overleg met de consument de gasleiding worden verwijderd en is de ondernemer de overeenkomst volledig nagekomen.

De rechtspraak van de commissie speelt geen rol gelet op de tussen partijen gesloten overeenkomst.

De ondernemer stelt zich op het standpunt dat de consument zowel op basis van de separate overeenkomst, de toepasselijke AV en de Tarievencode Gas kosten verschuldigd is voor de werkzaamheden die gemoeid zijn met het verwijderen van de gasaansluiting. Het tarief dat de ondernemer daarvoor in rekening brengt wordt jaarlijks vastgesteld en bedraagt € 732,05. Dit betreft een kostendekkend tarief dat de ondernemer in rekening brengt en in rekening moet brengen.

De commissie heeft niet de bevoegdheid om te beslissen over de door de ondernemer in rekening gebrachte tarieven. Zij heeft slechts een marginale beoordelingsruimte in het geval sprake is van evident onredelijke tarieven.

Het standpunt van de consument moet dan ook worden verworpen.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De aanvraag verloopt via het portaal van de ondernemer. Er is geen sprake van een getekende offerte. Wel is door de aanvaarding van de offerte door de consument een rechtsgeldige overeenkomst tot stand gekomen. Ook is het werk – deels – uitgevoerd en volledig betaald door de consument.

De consument heeft niet verzocht om het tweezijdig afdoppen. Deze werkzaamheden zijn wellicht duurder dan de overeengekomen werkzaamheden. De ondernemer heeft met de consument gesproken over de verdere resterende uitvoering van de werkzaamheden.

In de Tweede Kamer is een motie aangenomen over de kosten van het verwijderen van gasaansluitingen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

In het onderhavige geschil erkent de consument een overeenkomst met de ondernemer te hebben gesloten voor het verwijderen van de gasaansluiting in zijn woonhuis. Daarbij is een bedrag overeengekomen van € 732,05. Dit bedrag is uiteindelijk volledig voldaan door de consument.

De consument stelt zich op het standpunt dat hij slechts gehouden is een bedrag van € 200,– te voldoen en geen verdere kosten voor het verwijderen van de gasleidingen is verschuldigd.

De commissie stelt voorop dat zij bij de beoordeling van de door de ondernemer in rekening gebrachte tarieven slechts bevoegd is deze marginaal te toetsen, dat wil zeggen slechts te beoordelen of sprake is van een evident onredelijk, dan wel te hoog tarief.

Voorts stelt de commissie vast dat de inhoud van de overeenkomst, te weten de aard van de werkzaamheden en het daarvoor te betalen bedrag niet wordt betwist.

De omstandigheid dat de consument na het aangaan van de overeenkomst heeft aangegeven slechts voor de kosten van het verwijderen van de gasmeter te willen betalen verhoudt zich naar het oordeel van de commissie niet met de inhoud van de overeenkomst waaraan de consument zich heeft verbonden.

De lijn van de commissie dat in een geval als het onderhavige de consument een tweetal opties moet worden aangeboden is in dit geschil niet van toepassing, nu dit geschil in de kern slechts gaat over het te betalen tarief en niet over de aard en de inhoud van de opdracht.

Uit hoofde van de overeenkomst is de consument dan ook gehouden het overeengekomen tarief te voldoen en de ondernemer op zijn beurt in de gelegenheid te stellen de werkzaamheden te voltooien.

De commissie is weliswaar van mening dat de kosten die de ondernemer in rekening brengt voor het verwijderen van de gasaansluiting fors zijn, maar dat geen sprake is van evident hoge kosten, die de marginale toetsing niet kunnen doorstaan.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt beslist als volgt.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist en vastgelegd door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, E.J.C. van Lier en mr. E.J.P.J. Kneepkens, leden, op 27 februari 2020.