Commissie: Energie
Categorie: Switchprocedure
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
43818
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft de eindnota van 13 november 2008 van de vorige leverancier van de ondernemer waarbij aan de consument een bedrag ter grootte van € 2.297,65 in rekening is gebracht. De consument heeft op 13 november 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De vorige leverancier van de consument heeft op de eindfactuur een te hoog elektriciteitsverbruik in rekening is gebracht doordat is uitgegaan van een onjuiste meterstand. De juiste meterstand per 1 oktober 2008 was 74 288 kWh in plaats van de gehanteerde stand van 85 158 kWh. De consument is van 1 oktober 2008 tot 13 november 2008 klant geweest van de ondernemer op het betreffende verbruiksadres. De vorige leverancier van de consument verwijst de consument voor een correctie van de meterstand naar de ondernemer. De ondernemer heeft inmiddels de begin- en eindstand aangepast, maar betaalt het verschil van 10 870 kWh niet terug. De beide leveranciers verwijzen naar elkaar. De vorige leverancier heeft een incassobureau ingeschakeld en daarmee heeft de consument betalingsregeling getroffen. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De vorige leverancier heeft een te hoog verbruik in rekening gebracht. Volgens de marktafspraken dient de nieuwe leverancier de correctie van de meterstanden aan te vagen en de kwestie met de consument op te lossen. Om die reden heeft de consument zich tot de ondernemer gewend. De consument komt tussen de wal en het schip terecht. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer is van 2 oktober 2008 tot 13 november 2008 de energieleverancier van de consument op het adres [adresgegevens] geweest. De consument is op 13 november 2008 naar een ander adres verhuisd. De ondernemer heeft op haar eindnota dezelfde eindstand gehanteerd voor elektriciteit als de eindstand van de vorige leverancier. Er was sprake van een nul-verbruik. Naar aanleiding van de klacht van de consument heeft de ondernemer contact opgenomen met de regionale netbeheerder. Deze heeft aan de ondernemer laten weten dat de meterstand middels een [correctiecode] is gecorrigeerd van 81.158 naar 74.288. De standen in het meetregister zijn niet gewijzigd. Het gevolg hiervan is volgens de ondernemer dat de vorige leverancier de eindstand alsnog dient te corrigeren. De ondernemer is van mening dat zij niet de partij is die voor de ontstane situatie aansprakelijk kan worden gehouden. De vorige leverancier van de consument is aansprakelijk. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De netbeheerder heeft met toepassing van optie 2 gecorrigeerd. De meterstand is na de beëindiging van de levering door de ondernemer aangepast. Dat is de reden dat de ondernemer het verschil niet betaalt. De ondernemer heeft geen verbruik van elektriciteit in rekening gebracht. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie stelt voorop dat zij het praktisch belang van de door netbeheerders en leveranciers gemaakte afspraken onderschrijft maar dat voor zover deze afspraken niet in de zogenaamde codes zijn vastgelegd de consument daaraan niet gebonden is en daarvan niet de dupe kan worden. Dit brengt in het bijzonder mee dat de consument niet hoeft te betalen voor energie die hij niet heeft afgenomen. In het onderhavige geschil heeft de consument een eindfactuur van zijn vorige leverancier ontvangen met daarop een onjuiste meterstand voor wat betreft de aan de consument geleverde elektriciteit. De consument heeft met deze leverancier een betalingsregeling getroffen en vordert in dit geschil betaling van de ondernemer voor deze aan zijn vorige leverancier betaalde bedragen. De commissie is gelet op het hiervoor beschreven uitgangspunt van mening dat een leverancier slechts het werkelijke verbruik in rekening mag brengen. Dit brengt mee dat de consument zich niet tot de ondernemer dient te wenden, maar tot zijn vorige leverancier, om op basis van de met die leverancier gesloten overeenkomst, een juiste eindafrekening van het verbruik te verkrijgen. De ondernemer heeft in de betreffende periode, te weten vanaf 21 juli 2007 tot 2 oktober 2008, geen energie aan de consument geleverd en heeft in de periode daarna voor het betreffende adres geen verbruik van elektriciteit in rekening gebracht. Van een op de wet te baseren rechtsgrond op grond waarvan de ondernemer voor betaling van de onjuist gebleken eindnota van de vorige leverancier door de consument kan worden aangesproken, is dan ook geen sprake. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 14 januari 2011.