
Commissie: Waterrecreatie
Categorie: Ontvankelijkheid
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
114897
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op stallingskosten op de wal alsmede op ligplaatskosten voor de stalen botter, kraankosten en ook op bejegeningsklachten.
Bij verweer is daarbij gekomen de verplichting tot depotstorting, nu bij verweer ook te berde is gebracht dat sprake is van een openstaand factuurbedrag inzake stallingskosten, kraan/takel- kosten en ligplaatskosten ad € 1.276,25. Dit voor de stalen botter van de consument.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt – voor zover thans relevant – in hoofdzaak als volgt.
De consument wil niet tot het storten van het depot overgaan, omdat zij ook minstens een gelijke vordering heeft op de ondernemer, die zij wenst te verrekenen.
Ter zitting voegt de consument daaraan toe, dat zij er onvoldoende vertrouwen in heeft het depotbedrag ooit terug te ontvangen, omdat zij de commissie niet als onpartijdig ervaart. Zij ziet de commissie als een verlengstuk van HISWA. In verband hiermee is door de consument de uitdrukkelijke wens uitgesproken dat zij het gehele geschil aan de gewone rechter wil voorleggen. Het naar zeggen van de consument ter zitting meegenomen depotbedrag in contanten, wenste zij om die redenen niet alsnog bij het secretariaat van de commissie te storten.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Aangezien de situatie met de consument zodanig uit de hand is gelopen en de relatie dusdanig is verslechterd, wordt de consument inmiddels uit de haven geweerd. De ondernemer ziet dan ook geen aanleiding meer om coulance jegens de consument te betrachten en verzoekt dan ook om depotstorting van € 1.046,53 (€ 1.276,25 minus het reeds betaalde bedrag van € 229,72).
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft gelet op hetgeen over en weer door partijen voor zover hier relevant het volgende overwogen.
Aangezien op de dag van de mondelinge behandeling het secretariaat van de commissie het gevraagde depotbedrag niet heeft mogen ontvangen, heeft de commissie, alvorens tot inhoudelijke behandeling over te gaan, eerst het openstaande factuurbedrag ter zitting ter sprake gebracht.
Nu inmiddels een bedrag door consument van € 229,72 van de factuur is voldaan, resteert een depotbedrag van € 1.046,53, als zijnde het nog bij de ondernemer openstaande bedrag.
Artikelen 9 en 10 van het reglement van de commissie bepalen voor zover hier van belang het volgende inzake depotstorting:
‘Artikel 9. 1. Indien de consument de betaling van de dienst en/of de zaak waarover het geschil gaat geheel of gedeeltelijk achterwege heeft gelaten, dient de consument het nog openstaande factuurbedrag bij de commissie te deponeren, tenzij partijen anderszins overeenkomen. Over dit bedrag wordt geen rente vergoed.
Artikel 10. Indien de consument niet binnen één maand na een daartoe strekkend verzoek voldoet aan het bepaalde in de artikelen 7 lid 2, 8 en 9, wordt hij geacht het geschil te hebben ingetrokken. De commissie kan de termijn van één maand bekorten of verlengen.’
Op de vraag ter zitting van de commissie aan de consument of zij het depotbedrag alsnog zal voldoen, heeft de consument te kennen gegeven niet voornemens te zijn om aan de innamevereisten te voldoen, omdat zij niet het gevoel heeft voor een onafhankelijke commissie te staan.
Inzake de samenstelling van de commissie bepaalt artikel 2 van het reglement van de commissie het volgende.
1. De commissie bestaat uit een door de stichting te bepalen aantal onafhankelijke leden: één of meer door de stichting aangezochte voorzitters en één of meer door de Consumentenbond en/of Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en door HISWA Vereniging voorgedragen leden. Alle leden worden benoemd door het bestuur van de stichting. De voorzitter(s) dient(nen) de hoedanigheid van meester in de rechten te hebben.
Aan de commissie kan een (plaatsvervangend) secretaris worden toegevoegd, die eveneens de hoedanigheid van meester in de rechten heeft.
Het secretariaat van de commissie wordt verzorgd door de stichting.
2. Aan de behandeling van voorgelegde geschillen nemen deel: een voorzitter, een lid voorgedragen door de Consumentenbond en/of Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en een lid voorgedragen door HISWA Vereniging.
Ter zitting is van de zijde van de commissie benadrukt dat zowel de voorzitter alsook de leden onafhankelijk zijn en geen verlengstuk van brancheorganisatie of consumentenorganisatie vormen. Beide leden werken mee aan de uitspraak zonder last of ruggenspraak.
Daarmee was de consument niet overtuigd van de onpartijdigheid van de commissie en bleef volharden in haar standpunt. De consument heeft aangegeven om die reden geen medewerking te verlenen aan de voortgang van de procedure. Derhalve voldoet zij niet aan de gestelde innamevereisten en kan het geschil niet verder in behandeling worden genomen door de commissie.
De commissie is in deze fase van de procedure dan ook genoopt om de consument niet ontvankelijk te verklaren in haar klacht.
Derhalve zal de commissie als volgt beslissen.
Beslissing
De commissie verklaart de consument niet-ontvankelijk in haar klacht.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie, bestaande uit
mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, de heer R.N. Zegers en mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 15 maart 2018, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.M. Bouter-Bijsterveld, secretaris.