Commissie: Wonen
Categorie: Annulering
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
46413
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 22 mei 2010 tussen partijen tot tand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en plaatsen van een keuken tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 10.837,–, inclusief montage. De levering heeft niet plaatsgevonden. De consument heeft op 14 juni 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Wij hebben op 22 mei 2010 de showroom bezocht. Dat was ons eerste bezoek aan een keukenwinkel omdat wij ons wilden oriënteren. Wij hebben aangegeven dat wij niet meteen een keuken wilden kopen. De verkoopster heeft een vrijblijvende offerte aangeboden, voor de duur van 21 dagen en drong erop aan dat wij zouden tekenen. De verkoopster heeft aangegeven er geen probleem mee te hebben dat wij nog ergens anders gingen kijken. Binnen 21 dagen hebben wij ergens anders een keuken gekocht en dat aan de ondernemer laten weten. Toen bleek dat wij een koopovereenkomst hadden getekend, terwijl er sprake was geweest van een vrijblijvende offerte. Wij hebben slechts op één van de drie pagina’s getekend en het formulier daarna gevouwen overhandigd gekregen en hebben zodoende het woord koopovereenkomst niet kunnen zien tijdens het ondertekenen van het formulier. Dat is misleiding. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Onze juridisch vertegenwoordiger kan vandaag niet aanwezig zijn en had dat doorgegeven met het verzoek de behandeling ter zitting uit te stellen. Wij menen dat de zaak nog niet zittingsrijp is. Wij hebben daarover op 31 januari 2011 een brief gezonden. Wij hebben ten tijde van ons bezoek aan de showroom expliciet gezegd nog niet tot aankoop over te willen gaan maar hebben het formulier getekend om zodoende aanspraak te kunnen maken op de korting die van kracht was, het was namelijk de laatste dag dat de korting van kracht was. Ik ben over het algemeen zeer zorgvuldig in het tekenen van formulieren. We hadden al per email een afspraak gemaakt met een keukenleverancier in [het buitenland] en dat ook aan de verkoopster gemeld. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Op het door de consument getekende formulier staat duidelijk “koopovereenkomst”. Het bestaat uit drie pagina’s, met doordruk. Wij beschikken ook over formulieren met de opdruk “offerte”. Daarnaast beschikken wij over formulieren waarop staat “berekeningsformulier”. Daarop worden de prijzen van de afzonderlijke onderdelen geschreven om zodoende tot een totaalbedrag te kunnen adviseren. Dat geen sprake is van een vrijblijvende offerte blijkt uit het feit dat over de keuken is onderhandeld en dat wij ook aan de consument een legitimatie hebben gevraagd en gekregen. Het klopt dat wij wisten van de afspraak in [het buitenland], dat is de reden waarom op de koopovereenkomst een stempel is gezet met de mededeling dat indien door de consument binnen 21 dagen elders aantoonbaar dezelfde keuken tegen een lagere prijs kon worden aangeschaft, wij bereid zijn de keuken tegen die lagere prijs te leveren. Normaal is dat 8 dagen maar door de afspraak in [het buitenland] is deze termijn door ons verruimd. Wij blijven bij ons standpunt. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie heeft kennisgenomen van het feit dat de consument het niet eens is met de behandeling ter zitting omdat zijn raadsvrouw daar niet bij aanwezig kan zijn. Allereerst stelt de commissie vast dat de consument of haar gemachtigde niet tijdig heeft laten weten niet aanwezig te kunnen zijn op de zitting. De commissie ontving daarvan eerst bericht na het verzenden van de uitnodiging, zodat daarmee geen rekening gehouden had kunnen worden. De commissie is bovendien van oordeel dat, bijzondere omstandigheden daargelaten, de aanwezigheid ter zitting van een raadsvrouwe geen noodzaak is in een procedure bij de laagdrempelige geschillencommissie. Daarnaast is de commissie van mening dat de consument door een behandeling ter zitting zonder de raadsvrouwe niet in zijn belangen is geschaad nu de raadsvrouwe deugdelijk en tijdig de gelegenheid heeft gehad om het standpunt van de consument schriftelijk aan de commissie te doen toekomen. Wellicht ten overvloede merkt de commissie op dat een door de consument op 31 januari 2011 verzonden brief aan de commissie geen onderdeel kan uitmaken van het dossier tijdens de behandeling ter zitting op 1 februari 2011. Nog afgezien van het al of niet ontvangen zijn daarvan is het niet mogelijk deze tijdig aan de wederpartij te zenden, hetgeen op grond van hoor- en wederhoor een procedureel vereiste is. Met betrekking tot het geschil aangaande het al of niet zijn aangegaan van een koopovereenkomst of dat slechts sprake is geweest van het verkrijgen van een vrijblijvende offerte oordeelt de commissie als volgt. Op het door de consument getekende formulier staat duidelijk vermeld dat het een koopovereenkomst betreft. Deze bestaat uit drie pagina’s en is tot in details uitgewerkt. De verkoopster heeft desgevraagd meegedeeld enige uren met het informeren van de consument en invullen van de koopovereenkomst te zijn bezig geweest en dat is door de consument bevestigd. Ter zitting is geconstateerd dat de ondertekening heeft plaatsgevonden terwijl het formulier was uitgevouwen, omdat anders sprake was geweest was een doordruk, hetgeen niet zichtbaar was. Het woord koopovereenkomst is derhalve zichtbaar geweest ten tijde van het sluiten van de overeenkomst. De commissie heeft de overtuiging dat, op grond van de geschetste gang van zaken, in samenhang met de overige gemelde feiten en omstandigheden tussen partijen een gave, onvoorwaardelijke overeenkomst tot stand is gekomen. Op grond van artikel 10 van de Algemene Voorwaarden van [de branchevereniging] is de ondernemer gerechtigd bij annulering van een overeenkomst 30% annuleringskosten in rekening te brengen over het bedrag dat betaald had moeten worden als de overeenkomst zou zijn uitgevoerd. Dit betreft een vast percentage, en vindt zijn oorsprong in de door de ondernemer te maken kosten voor de uitoefening van zijn ondernemerschap, zoals daar zijn de lasten voor het pand waarin de ondernemer is gevestigd, het personeel alsmede andere vaste lasten en gederfde inkomsten en de commissie ziet geen aanleiding daarvan in dit geval af te wijken. Op grond van het voorgaande acht de commissie de klacht ongegrond. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. De consument is gehouden aan de ondernemer € 3.251,– over te maken, hetgeen geschied dient te zijn binnen een termijn van vier weken na dagtekening van dit bindend advies. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 1 februari 2011.