Consument overschrijdt fatale termijn om klacht in te dienen bij de Geschillencommissie

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Ontvankelijkheid / Termijn    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: voorbeslissing   Uitkomst: niet-ontvankelijk   Referentiecode: 198915/208067

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

In 2020 heeft de consument een reis geboekt bij de ondernemer. De consument heeft een aanbetaling gedaan, welke de consument op een later moment wilde gebruiken. Dit kon echter niet. De consument vordert daarom terugbetaling van het aanbetaalde bedrag. De ondernemer is van mening dat de consument de klacht te laat bij de commissie aanhangig heeft gemaakt. De commissie is van oordeel dat de consument de termijn van één jaar nadat de klacht bij de ondernemer is ingediend heeft overschreden. Nu niet is gebleken dat er omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding rechtvaardigen, verklaart de commissie de consument niet-ontvankelijk in de klacht.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de consument in zijn klacht ontvankelijk is.

De Geschillencommissie Reizen (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 15 mei 2023 te Den Haag.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de vraag of de consument ontvankelijk is voor zijn vordering.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Wij hebben in 2020 onze geboekte reis niet volledig betaald en een keuze gemaakt deze te laten staan voor een aankomende vakantie in 2021 of zelfs in 2022. Doordat wij eind 2020 een huis kochten hebben wij gevraagd of ze het voorschot terug wilden betalen. Dat wilde de ondernemer niet. Begin 2021 werd ik ontslagen en was dus de kans om op vakantie te gaan dat jaar heel klein. Wederom hebben wij de vraag gesteld maar nee hoor geen terugbetaling. Alles viel in 2021 gelukkig mee en door het slechte weer wilden wij graag toch een weekje weg. Wij hadden last minute een stacaravan gezien via de ondernemer en gevraagd of wij voor € 1.180,– euro een week daar heen konden met verrekening van onze aanbetaling van bijna € 800,– euro in 2020. Er werd toen verteld dat de aanbetaling er niet meer was.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Wij menen dat wij door verwijzing naar de ANVR voorwaarden de consument hebben geïnformeerd over de klachtenprocedure. Ook geeft de consument op 23 november 2020 bij onze collega telefonisch aan dat zij een advocaat gaat inschakelen. Hiermee geeft de consument zelf aan dat zij de mogelijke stappen gaan onderzoeken.

In de e-mail van 20 december 2020 geeft de consument ook richting ons aan dat zij contact hebben gehad met de consumentenbond en de ANVR. Ook schrijven zij in dezelfde e-mail dat zij verdere stappen overwegen. Dit is voor ons reden om aan te nemen dat zij op de hoogte waren van de mogelijkheden en toen al het geschil aanhangig hadden kunnen maken. In de door de consument verstrekte documenten is te zien dat zij diverse instanties hebben benaderd om de ontstane situatie onder de aandacht te brengen. Er is dus steeds de mogelijkheid geweest om de zaak onder de aandacht te brengen van de Geschillencommissie.

Gebaseerd op bovenstaande achten wij het zeer onwaarschijnlijk dat de consument niet eerder in de gelegenheid was om het geschil aanhangig te maken. Dat zij dit niet hebben gedaan is hun eigen keuze geweest. Wij zijn dan ook van mening dat het hen wel te verwijten valt dat ze dit niet op tijd hebben gedaan.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument heeft in 2020 een aanbetaling van € 770,– gedaan op een bij de ondernemer geboekte vakantie. Hij heeft die aanbetaling niet benut en laten staan voor een aankomende vakantie in 2021 of 2022. De consument vordert thans terugbetaling van het door hem aanbetaalde bedrag.

De ondernemer heeft in verweer aangevoerd dat de consument niet ontvankelijk is omdat de termijn voor het indienen van de klacht bij de geschillencommissie is verstreken.

De commissie is met de ondernemer van oordeel dat er sprake is van een overschrijding van de termijn voor indiening van de klacht bij de geschillencommissie. Daarbij geldt de volgende toelichting. Op de overeenkomst die de consument met de ondernemer heeft gesloten zijn de ANVR-Boekingsvoorwaarden voor losse reisdiensten van toepassing.

Ingevolge artikel 9 van die voorwaarden is de consument gerechtigd om, in het geval zijn klacht niet tijdig tot tevredenheid wordt opgelost, uiterlijk binnen één jaar na de datum van indiening van de klacht bij de ondernemer, het geschil voor te leggen bij de geschillencommissie.

Ervan uitgaande dat het telefonisch contact tussen de consument en de ondernemer van 23 november 2020 kan worden aangemerkt als eerste uiting van de klacht van de consument, had hij binnen één jaar nadien het geschil kunnen voorleggen aan de geschillencommissie. Die termijn is ruimschoots verstreken. In dit kader is tevens relevant dat de consument op 23 december 2020 heeft gemeld dat hij beroep zou doen op een advocaat en op 20 december 2020 heeft gemeld dat hij contact had gehad met de consumentenbond en de ANVR. De consument kan daarom geacht worden zich voldoende te hebben georiënteerd over zijn rechten en mogelijkheden.

De commissie is niet gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan de termijn voor indiening van de klacht bij de geschillencommissie niet is gevolgd. Op grond van het voorgaande is de commissie daarom van oordeel dat consument niet-ontvankelijk in de klacht.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De consument wordt in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaard.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, bestaande uit de heer mr. O.P.G. Vos, voorzitter, mevrouw J.H. van Dongen-Romein, mevrouw A. Pols-Verweij, leden, op 15 mei 2023.