Consument slaagt niet te bewijzen dat hij iPhones retourneerde

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: Bewijs    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 168199/175161

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument kocht twee iPhones bij de ondernemer. Een dag later wilde de consument gebruik maken van zijn herroepingsrecht. Toen de consument de producten aan wilde melden ter zake van het retour, werd zijn account gesloten. De consument verlangt terugbetaling van de betaalde prijs, alsmede een extra schadevergoeding. De ondernemer schrijft dat de consument aansprakelijk is als er tijdens het transport iets mis gaat. De commissie overweegt dat de consument recht heeft op terugbetaling vanaf het moment dat de ondernemer de producten terug heeft ontvangen of als een consument aantoont dat hij de producten heeft teruggestuurd. De consument slaagt er in dit geval niet in om aan te tonen dat de producten daadwerkelijk zijn teruggestuurd. De klacht is dan ook ongegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 21 januari 2022 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van twee iPhones tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 3.218,–.

De levering vond plaats op of omstreeks 22 januari 2022.

Het geschil betreft het retourneren van de geleverde producten.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft op 23 januari 2022 met gebruikmaking van het herroepingsrecht de beide apparaten aan de ondernemer geretourneerd.

Toen hij de producten voor retour had aangemeld werd zijn account per direct gesloten door de ondernemer. De consument kreeg bericht dat de regels van de ondernemer waren geschonden.

De consument kreeg niet te horen wat er precies aan de hand was.

De retourzending is volgens de regels van de ondernemer gedaan. De consument heeft een label gebruikt die is toegestuurd door de ondernemer.

De consument heeft ook een verzendbewijs gekregen van de vervoerder als bewijs dat hij het pakket heeft verzonden.

De retourzending is vervolgens kwijtgeraakt.

Volgens het koeriersbedrijf is de ondernemer verantwoordelijk voor de retourzending. De ondernemer is opdrachtgever en het pakket is naar hun antwoordnummer verzonden.

Volgens de consument kan het toch niet zo zijn dat hij verantwoordelijk is.

De consument verlangt terugbetaling van de koopprijs ad € 3.218,–, en een extra schadevergoeding ten bedrage van € 500,–.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Als een consument besluit om gebruik te maken van het herroepingsrecht en het bestelde product terug dient te sturen, geldt dat de terugzending voor risico van de consument is. Het risico van verzending ligt bij de verzender en bij een retourzending is de consument de verzendende partij. Dat de ondernemer een retourlabel ter beschikking stelt aan de consument om het terugsturen te vergemakkelijken, maakt deze situatie niet anders. Het risico van de verzending van een product door de consument stopt pas op het moment dat het pakket bij de verkoper is bezorgd en de bewijslast voor de terugzending ligt ook bij de consument.

Belangrijk om hierbij op te merken is dat de verzender (de consument) ook verantwoordelijk is voor fouten van het transportbedrijf zelf. Indien er dus tijdens het transport schade ontstaat aan het pakketje, dan kan de consument niet de webwinkelier aanspreken maar is hij hiervoor zelf verantwoordelijk, tenzij hij of zij voor een verzekerde verzending heeft gekozen en het transportbedrijf daarom kan aanspreken.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Bij herroeping is het aan de consument om aan te tonen dat het retourpakket door de ondernemer is ontvangen dan wel dat het pakket retour is gestuurd.

Dit is ook uitdrukkelijk wettelijk zo geregeld, uit artikel 6:230r lid 4 van het Burgerlijk Wetboek vloeit voort dat een consument pas recht op terugbetaling heeft als de ondernemer het artikel retour ontvangen heeft, of als een consument heeft aangetoond dat de producten zijn teruggestuurd.

Vast staat dat de producten niet bij de ondernemer zijn bezorgd, en dat de ondernemer deze dus niet heeft ontvangen.
Uit de stukken die de consument heeft meegestuurd blijkt hooguit dat de consument enig pakket naar de ondernemer heeft gestuurd, maar niet wat dat precies was, met daarbij bijvoorbeeld het gewicht van de retourzending.

De commissie is daarom van oordeel dat niet is aangetoond dat de aan de consument geleverde producten aan de ondernemer zijn teruggestuurd.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, W.H.X. Amian en J.M.A. van Haren, leden, op 27 juli 2022.