
Commissie: Energie
Categorie: Afsluiting
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
29356
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft voorschotnota’s met betrekking tot de levering van gas en elektriciteit. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft haar betalingen niet goed verwerkt en veel te hoge kosten in rekening gebracht. Vervolgens is zij ten onrechte in de winter afgesloten. Bij het afsluiten is zij bovendien nog op onacceptabele wijze geschoffeerd door de desbetreffende medewerker van de ondernemer, die haar naar het hoofd slingerde dat zij in Afrika ook geen licht hadden. Ten tijde van de afsluiting waren ook haar hoogzwangere dochter en een 3 maanden oude baby in haar woning, wat al voldoende reden had moeten zijn om niet tot afsluiten over te gaan. Er is sprake van machtsmisbruik geweest en het vorderen van de kosten van heraansluiting is in strijd met de geldende leidraad bij afsluitingen. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Het klopt dat zij al eerder afgesloten is geweest. Zij betaalt sindsdien haar rekeningen direct na ontvangst via internet. Dan maakt zij precies het bedrag over dat er op de door haar ontvangen accept-girokaart staat aangegeven. Toen zij de laatste keer werd afgesloten, had zij een schuld van niet meer dan € 100,–. Dat bedrag is zij vergeten te betalen door grote problemen in de persoonlijke sfeer. De opmerking van de medewerker die haar zei dat zij Afrikanen waren en dus zonder licht kunnen leven, heeft haar diep gekwetst. Zij is op kosten gejaagd door de ondernemer, omdat zij naar de wasserette moest om kleding te wassen en allerlei voorzieningen heeft moeten treffen om te kunnen leven. De consument verlangt betaling van een bedrag van € 415,– en een voorstel voor vergoeding van schade die zij heeft geleden doordat zij niet over energie heeft kunnen beschikken. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De consument is al jaren bekend met een zeer slecht betaalgedrag. Zij is in de loop der jaren vijf maal afgesloten geweest en er is inmiddels een groot bedrag als oninbaar afgeboekt. De consument gedraagt zich niet als een goed consument betaamt. In oktober 2009 heeft de consument de leveringskosten en de transportkosten laten splitsen, de transportkosten zijn voldaan en de consument heeft een andere leverancier gevonden. De switch is de reden dat de ondernemer het schikkingsvoorstel van de consument heeft overgenomen waarbij de weliswaar terecht opgevoerde kosten en een restant van een vordering in totaal € 631,54 buiten invordering zijn gesteld. De afsluiting – ook in de winterperiode- was terecht. De consument is steeds gewezen op de mogelijkheid van schuldhulpverlening en steeds heeft zij daarop geen actie ondernomen. Op 24 december 2008 heeft de consument nog bezoek aan huis gehad waarbij een brief is achtergelaten waarin nadrukkelijk gewezen wordt op de mogelijkheid van schuldhulpverlening. De ondernemer gaat akkoord met de door de consument voorgestelde oplossing en daarmee kan een inhoudelijke toets van de gang van zaken achterwege blijven. De ondernemer zal de kosten buiten invordering stellen en de gevorderde schadevergoeding verrekenen met het openstaande saldo. De resterende € 15,– zal hij buiten invordering stellen. De consument heeft nadien haar vordering ten onrechte verandert en verhoogd. De ondernemer heeft d.d. 13 oktober 2009 aangeboden om de klachten op te lossen zoals hiervoor omschreven. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Tussen partijen staat vast dat op het moment van afsluiten een bedrag van € 100,– niet tijdig door de consument is voldaan. Hoewel de afsluiting en het moment waarop dat is gedaan erg ongelukkig is geweest, kan naar het oordeel van de commissie niet gezegd worden dat de ondernemer niet gerechtigd was tot de afsluiting. Dat de ondernemer toen in strijd met geldende regels heeft gehandeld om de levering van energie aan de consument af te sluiten, is niet aannemelijk geworden. Op grond van de stukken is aannemelijk dat de consument een geschiedenis van slecht betalen heeft en dat de ondernemer haar heeft gewezen op de mogelijkheden om afsluiten te voorkomen. Als een medewerker van de ondernemer zich heeft uitgelaten in de beledigende zin als door de consument is aangegeven, dan is dat naar het oordeel van de commissie laakbaar en te betreuren. De ondernemer kan echter niet zonder meer verantwoordelijk worden gehouden voor een dergelijk onheus optreden en dergelijk gedrag verandert niets aan de verplichting van de consument om de ondernemer tijdig te betalen. Bij brief van 13 juli 2009 gericht aan de commissie is namens de consument verzocht om de ondernemer te veroordelen tot betaling van € 85,– aan kosten. De ondernemer heeft vervolgens aangegeven de kosten buiten invordering te stellen en de resterende € 15,– buiten invordering te stellen. Daarmee heeft de ondernemer aangegeven dat hij niets meer van de consument te vorderen heeft. Waarom de consument vervolgens heeft gemeend bij brief van 10 november 2009 een geheel andere vordering te moeten formuleren, is de commissie niet duidelijk. Een afdoende motivering ontbreekt in die brief en ook ter zitting is dat de commissie niet duidelijk geworden. Alles afwegende acht de commissie het aanbod dat de ondernemer heeft gedaan bij brief van 13 oktober 2009, nadat het geschil bij de commissie aanhangig is gemaakt, redelijk. De ondernemer is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod. De commissie acht de klacht derhalve gegrond. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. De ondernemer is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, indien en voorzover daaraan nog niet is voldaan. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 10 mei 2010.