Commissie: Energielabel
Categorie: Beoordeling werkzaamheden deskundige
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
92994
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de vastgestelde klasse van het energielabel.
De consument heeft op 4 februari 2015 de klacht bij de ondernemer aangekaart.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. `
Het voorlopig energielabel is beoordeeld met een C. In 1993 is de vloer op de begane grond geïsoleerd. In 2007 is de gehele woning voorzien van isolatieglas en in 2009 is er een HR-ketel geplaatst. Desondanks heeft de ondernemer het energielabel D verstrekt.
De ondernemer heeft desgevraagd aangegeven dat het aanwezig zijn van een tweede warmwater apparaat negatief werkt in de beoordeling. De consument is het daar niet mee eens. De CV ketel met warmwaterbereider staat namelijk op de 2e verdieping van de woning en ongeveer 10 meter vanaf het tappunt in de keuken en bijkeuken. De geiser is geplaatst boven het tappunt in de bijkeuken en 2,5 meter vanaf het tappunt in de keuken. Dit is juist door de consument gedaan om gas en water te besparen.
De consument is van mening dat de ondernemer de beoordeling dient te herzien en wenst dat alsnog energielabel B wordt afgegeven en dat in redelijkheid en billijkheid een vergoeding wordt vastgesteld.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument heeft zich tot de ondernemer gewend met de opdracht om de door de consument voor de aanvraag van een definitief energielabel aangeleverde bewijsmiddelen te controleren en voor registratie van het definitieve, door de Rijksoverheid toegekende, energielabel zorg te dragen.
De ondernemer stelt zich op het standpunt dat hij op een juiste en correcte wijze uitvoering heeft gegeven aan de hem verstrekte opdracht. De ondernemer heeft uitsluitend de taak om de door de consument aangeleverde bewijsmiddelen onderbouwd goed- of af te keuren en het definitieve energielabel daarna te laten registreren. De ondernemer heeft alle bewijsmiddelen van de consument na controle goedgekeurd.
Het vaststellen van het definitieve energielabel of achteraf wijzigen ervan is een bevoegdheid die alleen aan de Rijksoverheid toekomt. De ondernemer bepaalt niet het definitieve energielabel. Eventuele klachten daarover moeten aan de Rijksoverheid worden voorgelegd.
Voor zover de klacht van de consument zich richt op de door de ondernemer uitgevoerde beoordeling en controle van de bewijsstukken, is de ondernemer van mening dat hij geen fouten heeft gemaakt of op andere wijze tekort is geschoten in zijn verplichtingen ten opzichte van de consument.
De ondernemer heeft in zijn e-mail van 6 februari 2015 aan de consument uitgelegd waarom de in de bijkeuken geplaatste extra geiser in de regel verhogend werkt op het energieverbruik en dus een negatieve invloed op het energielabel heeft. De ondernemer heeft uitgelegd dat dit niet zijn oordeel is, maar dat van de Rijksoverheid en dat hij geen invloed heeft op de bepaling van het definitieve energielabel c.q. op de wijze waarop dit wordt vastgesteld. Om de consument ter wille te zijn, heeft de ondernemer voor hem uitgezocht waarom het definitieve energielabel lager is uitgevallen.
De consument verzoekt weliswaar in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen, maar heeft ook aangegeven dat de ondernemer geen materiële schade heeft veroorzaakt.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Allereerst doet zich de vraag voor of de commissie te dezen bevoegd is het onderhavige geschil te beoordelen.
Naar het oordeel van de commissie is bepalend dat de consument de ondernemer verwijt dat diens opvatting over de extra geplaatste geiser niet juist is, waardoor de ondernemer hem een energielabel D heeft toegekend.
De commissie kan in dit kader slechts de handelwijze van de deskundige toetsen, dat wil zeggen beoordelen of de deskundige bij het beoordelen van de juistheid van de ingevulde gegevens en het beoordelen van de bewijsstukken redelijkerwijs tot een ander oordeel had moeten komen en/of nadere gegevens had moeten vragen.
Nu de consument de ondernemer verwijt dat hij een foutieve beoordeling heeft gegeven, waardoor aan de consument een energielabel D is verstrekt, is de commissie van oordeel dat zij bevoegd is over het onderhavige geschil te oordelen.
De commissie stelt voorop dat de ondernemer de aanvraag voor een definitief label slechts kan goedkeuren of afkeuren afhankelijk van de juistheid van de ingevulde gegevens en bewijsmiddelen.
Tussen partijen is geen discussie over de ingevulde gegevens op zich en de daarbij geleverde bewijsstukken.
Volgens de ondernemer heeft de extra geiser er voor gezorgd dat energielabel D is toegekend.
Vast staat dat niet de ondernemer de maatstaven voor het toekennen van het definitieve energielabel vaststelt en het definitieve energielabel toekent, maar dat RVO dit doet.
Niet is gebleken dat de ondernemer zich op onjuiste of niet correcte wijze van zijn – beperkte – taak als hiervoor omschreven heeft gekweten, zodat niet kan worden geconcludeerd dat de ondernemer in strijd heeft gehandeld met de op hem rustende verplichtingen uit hoofde van de tussen hem en de consument gesloten opdrachtovereenkomst.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Mitsdien wordt beslist als volgt.
Beslissing
De commissie is van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energielabel, op 1 juni 2015.