Commissie: Openbaar Vervoer
Categorie: Vervoerbewijs
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
55558
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de vraag of de ondernemer gehouden is aan de consument een zichtcoupon te verschaffen. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Hem is telefonisch toegezegd een zichtcoupon te verschaffen, maar de ondernemer blijft daarmee in gebreke. De consument verlangt veroordeling tot afgifte van de gevraagde zichtcoupon. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Het bewijs dat de consument een abonnement heeft (drie sterren) is geladen op zijn OV-chipkaart, en daarvoor worden geen aanvullende bewijsstukken verschaft. Bovendien is het systeem van verdeling van kosten en opbrengst zo ingericht dat de ondernemer wordt afgerekend ook op basis van elke afgegeven zichtcoupon. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Van de volgende vaststaande feiten kan worden uitgegaan. De consument is in het bezit van een abonnement (drie sterren) met het oog op het woon-werkverkeer tussen Purmerend en Amsterdam, welke overeenkomst is gesloten met de ondernemer. De consument geeft er de voorkeur aan te reizen met [een bepaalde lijn], die door [een andere ondernemer] wordt geëxploiteerd. Daarvoor is een toeslag verschuldigd. Voor deze toeslag heeft hij een abonnements-overeenkomst met [die andere ondernemer] afgesloten. In verband daarmee heeft [die andere ondernemer] hem een pasje verstrekt, waarmee hij zich als gerechtigde tot toegang tot [die bepaalde lijn] kan identificeren. Voor het drie sterren abonnement is echter geen pasje of zichtcoupon afgegeven, want dit is geladen op de OV-chipkaart van de consument. De consument heeft om een dergelijke zichtcoupon gevraagd en die is hem telefonisch beloofd, maar afgifte is niet gevolgd; integendeel, de ondernemer heeft laten weten geen zichtcoupons aan mensen in een situatie als de consument, meer te verstrekken. Het geschil gaat dus niet om de vraag of de consument adequaat kan bewijzen dat hij de toeslag op [de bepaalde lijn] niet meer hoeft te betalen, maar alleen om de vraag of aan hem een bewijs (zichtcoupon of pasje) wordt verstrekt waarmee hij jegens wie dan ook kan bewijzen dat hij in het bezit is van een geldig drie-sterren abonnement. Gewoonlijk is de gang van zaken zo dat de consument bij het instappen van [de bepaalde lijn] incheckt met de OV-chipkaart en dat hij daarnaast aan de chauffeur de pas van [die andere ondernemer] toont. Dat heeft tot nu toe niet tot enig probleem geleid. De ondernemer heeft onder meer gesteld dat als regel geen zichtcoupons meer worden verstrekt, omdat het abonnement geladen is op de OV Chipkaart hetgeen voldoende bewijs is. Dit kan uitzondering lijden voor enkele regio’s waarin nog met de strippenkaart mag worden gereisd. Voor mensen die dat betreft, worden nog wel zichtcoupons verstrekt. Voorts stelt de ondernemer onweersproken dat de financieringssystemen onder meer gerelateerd zijn aan de aantallen uitgegeven zichthouders. De commissie is van oordeel dat nu het driesterren abonnement correct is geladen op de OV-chipkaart, geen aanleiding bestaat tot het ook nog afgeven van een zichtcoupon ten bewijze daarvan, waarbij komt dat voldoende aannemelijk is geworden dat en welk financieel en bedrijfsmatig belang de ondernemer heeft om niet ook nog zichtcoupons af te geven. Het feit dat die wel telefonisch is toegezegd, maakt dat niet anders, omdat in een situatie als de onderhavige de consument niet mag afgaan op een kennelijk abusievelijk gedane toezegging, omdat hij er rekening mee behoort te houden dat deze toezegging berust op een onjuiste voorstelling van zaken. De stelling dat de consument zich prettiger voelt wanneer hij ook nog een zichtcoupon heeft, is onvoldoende om tot een ander oordeel te geraken. Verder weet de consument zeer wel welke zones door het aangeschafte abonnement worden bestreken, zodat hij daarvoor niet ook nog een zichtcoupon nodig heeft. Aan te nemen valt dat hijzelf stukken heeft (zoals de door hemzelf overgelegde kopie bon d.d. 20 december 2011) waaruit blijkt vanuit welke zone deze drie sterren “gelden”; deze bon toont immers de zone 3723. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer op 13 september 2011.