
Commissie: Recreatie
Categorie: Overlast / Schadevergoeding
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
187874/192122
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betreft verstoppingen in het rioolstelsel van een camping, wat resulteerde in water- en stankoverlast. De consument huurde een accommodatie en kreeg al op de eerste dag te maken met een verstopping. De situatie verslechterde en uiteindelijk moest de vakantie vroegtijdig worden afgebroken. De ondernemer heeft de huursom terugbetaald, maar de consument eist nu een vergoeding voor materiële en immateriële schade. De ondernemer beweert echter dat de consument de vordering niet heeft onderbouwd en wijst op een verstrekte horecabon als compensatie. De commissie is het eens met de ondernemer en wijst de vorderingen van de consument af. Er wordt geoordeeld dat de consument voldoende compensatie heeft ontvangen. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de verstoppingen in het rioolstelsel van de camping (toilet verstopt met water- en
stankoverlast tot gevolg).
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
We hebben bij de ondernemer een accommodatie gehuurd voor één week. Op de eerste dag kregen we te
maken met een verstopping in de wc. Dit is deels verholpen, waardoor we niet optimaal gebruik hebben
kunnen maken van de accommodatie. Op de vierde dag zijn de wc en badkamer overgelopen. Dat kon niet
gemaakt worden, waardoor de vakantie tijdig is afgebroken. De ondernemer heeft de huursom
terugbetaald, maar we hebben schade aan de spullen die in de poep hebben gelegen. Bovendien is onze
immateriële schade is niet vergoed, terwijl de receptie heeft beloofd dat dit een verzekeringskwestie zou
zijn. De ondernemer erkent nu geen schuld meer en bagatelliseert alles. Ook zegt de ondernemer dat ik er
zelf voor gekozen heb om naar huis te gaan, maar er was geen andere optie. De accommodatie was niet
meer verhuurbaar en er was ook niets anders beschikbaar in verband met het hoogseizoen. Onze
welverdiende vakantie en vakantiedagen zijn hierdoor komen te vervallen; dit was niet meer in te halen.
De consument verlangt zowel een materiële als immateriële schadevergoeding.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.
Allereerst verwijzen wij naar alle correspondentie die wij het de consument hebben gevoerd. Wij hebben
alles gedaan wat in ons vermogen lag om de overlast te beperken. Desalniettemin hebben wij dezelfde dag
het volledige bedrag teruggestort, ook van het weekend dat de consument verbleven heeft en de
horecabon heeft kunnen verzilveren. Aangezien de consument vertrokken was en een aannemer
beschikbaar, is dezelfde week het probleem rigoureus aangepakt. Wanneer de consument niet was
vertrokken, hadden wij deze werkzaamheden uitgesteld naar eind augustus. Er was immers al een
noodmaatregel getroffen. Wij zijn het niet eens met de claim gezien:
1. Niet bewezen is dat handdoeken en kleding vervuild waren door poep en pies. Dit is niet op de
foto’s te herkennen, en zij hadden ook gratis gebruik kunnen maken van onze wasserette. Wij
vinden € 125,- in dat verband geen reëel bedrag. Van het speelgoed is alleen het autootje op de
foto achtergebleven.
2. Een kilometervergoeding vinden wij ook niet reëel, gezien schoonvader toch ieder weekend naar
de camping kwam, en bij geen problemen ook de rit had moeten maken.
3. Bij de RECRON hebben wij geïnformeerd en deze hele casus doorgesproken. De RECRON aan
dat hiervoor geen regeling bestaat. De consument had immers voor de overlast al een compensatie
gehad, alsmede het gehele huurbedrag (incl. bedlinnen, schoonmaakkosten e.d.) gerestitueerd
gekregen. Aangezien het voor ons overmacht was en een niet te voorziene omstandigheid, konden
wij de consument helaas niet meer bieden dan volledige restitutie, wat ook door de RECRON is
aangegeven.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Niet in geschil is dat de consument als gevolgen van problemen met het rioolstelsel op de camping van de
ondernemer water- en stankoverlast heeft ondervonden. In verband daarmee heeft de ondernemer het
volledige huurbedrag aan de consument gerestitueerd.
De consument heeft aangevoerd dat zij als gevolg van de problemen met het rioolstelsel materiële schade
heeft geleden, omdat er spullen in de poep hebben gelegen (kleding en speelgoed), die daardoor
onherstelbaar zijn beschadigd. Daarnaast is de consument van mening dat haar een bedrag aan
immateriële schade toekomt. De ondernemer heeft beide vorderingen betwist en daarbij voor wat betreft de
vordering in verband met materiële schade aangegeven dat de consument die vordering op geen enkele
wijze heeft onderbouwd. Met betrekking tot de vordering inzake immateriële schade heeft hij erop gewezen
dat de consument een horecabon heeft gehad, die zij heeft kunnen verzilveren.
De commissie volgt de ondernemer in zijn zienswijze dat de consument heeft nagelaten haar vordering
inzake de door haar gestelde materiële schade deugdelijk te onderbouwen. Deze vordering zal dan ook
worden afgewezen. Ook de vordering inzake immateriële schade zal worden afgewezen, aangezien de
ondernemer de consument een horecabon heeft verstrekt, die zij heeft kunnen verzilveren. Daarmee is de
consument naar het oordeel van de commissie in voldoende mate gecompenseerd voor de overlast die zij
heeft ondervonden.
Op grond van het voorgaande zal de commissie de klacht ongegrond verklaren.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond, zodat het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren,
voorzitter, de heer P.W.M. Meijkamp, mevrouw mr. J.M. Huysman- Hartkamp, leden, op 16 februari 2023.