consument wil eigen modem gebruiken en beroept zich op het Besluit eindapparaten. Het is nog niet duidelijk of dit apparaat onder dit Besluit valt en daarom staat het de ondernemer naar redelijkheid en billijkheid vrij er voor te kiezen dat de eigen modem van consument niet wordt aangemerkt als eindapparaat.

  • Home >>
  • Telecommunicatiediensten >>
De Geschillencommissie




Commissie: Telecommunicatiediensten    Categorie: Modems en randapparatuur    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 115171

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft een vrije modemkeuze bij een internetaansluiting.

De consument heeft op 6 januari 2018 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument wil een eigen, door hemzelf aangeschaft modem met routerfunctie kunnen gebruiken. De voornaamste redenen waarom hij daarvan gebruik wil maken zijn:
(I) wanneer de consument één apparaat gebruikt voor alle functies, is dat overzichtelijker dan wanneer de taken over twee of meer apparaten zijn verdeeld;
(II) bij het gebruik van één apparaat verbruikt de consument minder elektriciteit dan bij meerdere apparaten;
(III) het eigen apparaat dat de consument wil gebruiken biedt meer technische mogelijkheden waar de consument gebruik van wil maken;
(IV) het spectrum van de technische mogelijkheden van de eigen router en modem van de consument wordt verkleind wanneer hij het door de ondernemer afgeleverd modem gebruikt in bridgestand (het gaat hier over IPv4 en IPv6).

Op 6 januari 2018 heeft de consument de helpdesk van de ondernemer gebeld en verteld dat hij een eigen modem wil gebruiken. Dit blijkt niet mogelijk. Ook bij de winkel kreeg de consument het antwoord dat gebruik van het eigen modem niet mogelijk is. Naar aanleiding van de vervolgens door de consument ingediende klacht is de consument gebeld met het voorstel om het modem van de ondernemer in bridgestand te zetten. Deze oplossing maakt dat de consument nog steeds van twee apparaten gebruik moet maken (minder overzichtelijk en meer stroomverbruik) en dat hij geen gebruik kan maken van IPv6. Dit voorstel voldeed niet aan de wensen van de consument. Hij is er daarom niet mee akkoord gegaan.

De consument verlangt dat
(I) de ondernemer alle technische specificaties op haar website publiceert zodat de ondernemer aan de wet voldoet. Op deze manier kan de consument een eigen modem op de COAX kabel aansluiten;
(II) de ondernemer haar netwerk openstelt voor consumenten op een manier dat zij alle functionaliteiten kunnen gebruiken die de ondernemer faciliteert via het door de ondernemer geleverde modem en consumenten geen up- en download snelheid beperking ondervinden bij gebruik van een eigen modem;
(III) de ondernemer (potentiële) klanten de keuze geeft om een eigen modem te gebruiken of een modem opstuurt dat klanten kunnen gebruiken;
(IV) de ondernemer inzichtelijk maakt welk deel van de abonnementskosten bestaat uit de huur voor het door de ondernemer geleverde modem.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Het geschil van de consument ziet op de vrije modemkeuze. De regeling waar door de consument een beroep op wordt gedaan betreft een verplichting om informatie te verstrekken ten behoeve van hardware-leveranciers. De betreffende regeling ligt op dit moment nog ter consultatie op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het betreft verplichting tot het geven van technische informatie die in de eerste plaats ten behoeve van de hardware-leveranciers is opgesteld en bevat geen recht waar de consument een beroep op kan doen. De (controle op de) naleving van deze regelgeving ligt in handen van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en valt naar de mening van de ondernemer buiten het domein van de commissie. De klacht dient niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Ondanks en onverminderd dit formele ontvankelijkheidsverweer, luidt het standpunt van de ondernemer als volgt. Het door de ondernemer geleverde modem heeft een essentiële functie in het netwerk van de ondernemer. Over het geleverde modem gaat een continue stroom van informatie die nodig is om het netwerk te laten functioneren en de diensten te kunnen aanbieden. Het is voor een klant wel mogelijk om een eigen router te gebruiken. Deze kan via het netwerk op het door de ondernemer geleverde modem worden aangesloten. In beginsel zijn alle modems die bij reguliere elektronicawinkels zijn te verkrijgen, geschikt om als router te worden aangesloten en de ondernemer publiceert lijsten met geschikte (router)apparaten op zijn website. De ondernemer levert een modem met geïntegreerde router, mede om de reden dat klanten het liefst zo min mogelijk apparaten hebben. De router functie van het door de ondernemer geleverde modem kan worden uitgeschakeld door het apparaat in ‘bridge-mode’ te zetten. Dan kan op het modem een (meer geavanceerde) eigen router worden aangesloten. Het modem is een essentieel onderdeel van het netwerk van de ondernemer en kan niet anders dan door de ondernemer worden geleverd. Het andere deel, de router, kan worden uitgezet, zodat het klant vrij staat om een eigen router aan te sluiten.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de commissie bevoegd is het geschil te behandelen. Per 28 december 2016 geldt het Besluit eindapparaten (hierna: het Besluit), dat betrekking heeft op rechten om ‘eindapparaten’ aan te sluiten op het telecommunicatienetwerk van een aanbieder. Eindapparaten zijn apparaten die je direct of indirect kan aansluiten op een telecommunicatienetwerk, bijvoorbeeld een computer, televisie of router. In artikel 5 van het Besluit is bepaald dat verzoeken om handhaving over de toepassing van het Besluit worden ingediend en behandeld door de ACM. De ACM kijkt of de aansluitspecificatie is gepubliceerd. Ze bekijkt alleen deze algemene verplichting en geen individuele gevallen. Op basis van het contract tussen partijen kan dit individuele geschil door de commissie worden beslist. De commissie verklaart zich derhalve bevoegd het geschil te behandelen.

De consument wil een eigen door hem zelf aangeschaft modem met routerfunctie kunnen gebruiken omdat hij dan één apparaat heeft voor alle functies. Hetgeen de consument verlangt ziet op toepassing van het Besluit. De vraag die ter beantwoording voorligt is of de ondernemer in dit specifieke geval naar redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld door gebruik van een eigen modem niet mogelijk te maken. Inzake eindapparaten is de huidige situatie gebaseerd op de oude regelgeving ‘Richtsnoeren publicatie van netwerkaansluitpuntspecificaties’ (hierna: de Beleidsregels), die al sinds 2000 geldt. Op grond van de Beleidsregels dient de aansluitspecificatie te worden gepubliceerd door de ondernemer. Dit betekent dat het netwerkaansluitpunt door de ondernemer dient te worden gepubliceerd en daarmee is voldaan aan de verplichting die is vastgelegd in het Besluit. De aanbieder bepaalt wat het netwerkaansluitpunt is en alleen daarvan dient door de ondernemer een specificatie te worden gepubliceerd. De Beleidsregels laten open wat een ondernemer kiest. Momenteel houdt het ministerie van Economische Zaken en Klimaat zich bezig met het nader uitleggen van het begrip ‘aansluitpunt’ zoals bedoeld in het Besluit en het aanpassen van de Beleidsregels. Er zullen dus nieuwe beleidsregels worden vastgesteld ten aanzien van de nadere uitleg van het netwerkaansluitpunt . Het  is juist deze uitleg die bepaalt wat een eindapparaat is of niet. Een modem is daarom niet zondermeer een eindapparaat in de zin van het Besluit. Het is op dit moment dus nog niet duidelijk of het eigen modem van de consument onder het Besluit komt te vallen. Nu het Besluit nog niet nader is uitgewerkt in Beleidsregels wat betreft het onderwerp ‘eigen modem’ is de commissie van oordeel dat de ondernemer naar redelijkheid en billijkheid handelt door er voor te kiezen dat een eigen modem van de consument niet wordt aangemerkt als eindapparaat. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten op 21 maart 2018.