
Commissie: Reizen
Categorie: Annulering
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
32359/43873
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument heeft zelf een vlucht naar Israël geboekt en de ondernemer als bemiddelaar ingeschakeld om bij een derde de accommodatie te boeken. De accommodatie hanteert eigen voorwaarden, wat ook in de boekingsbevestiging is aangegeven en het ging om een niet-restitueerbare boeking. De consument vindt dat de ondernemer met de boeking tekort is geschoten en een accommodatie had moeten boeken waarbij, in gevallen zoals de uitbraak van de COVID-19 pandemie, de betaling wel zou worden terugbetaald. De commissie kan zich niet vinden in het standpunt van de consument. De consument heeft ingestemd met de boekingsvoorwaarden waarin is opgenomen dat er niet meer terug kan worden gekomen als de boeking eenmaal is gemaakt. Daarnaast was de accommodatie tijdens de overeengekomen periode gewoon beschikbaar voor verblijf en niet gesloten vanwege de COVID-19 pandemie. De consument kan niet van de ondernemer verwachten dat hij de schade vergoed omdat de derde partij voorwaarden hanteert waar de consument niet aan kan voldoen. De klacht is ongegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 27 januari 2020 met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich verplicht heeft tot het leveren van een verblijf in een hotel voor twee personen te Tel Aviv in Israël op basis van logies met ontbijt, voor de periode van 31 maart 2020 t/m 6 april 2020 voor de som van € 1.582,56.
Klager heeft de klacht eerst voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument had voor een week een hotel in Tel Aviv geboekt via de ondernemer. Het was een boeking zonder teruggaveclausule oftewel een not refundable boeking. Door Corona werd Israël al voor de aanvang van de reis gesloten en ook het hotel. De reis had de consument met [naam luchtvaartmaatschappij] geboekt. Deze is geannuleerd en is terugbetaald.
Er is veelvuldig contact met de ondernemer geweest en er is een voucher toegezegd, maar die is nog steeds niet ontvangen. Er wordt niet terugbetaald omdat het een niet restitutionaire boeking zou zijn, maar dat klopt niet omdat het hotel al voordat de reis zou beginnen was gesloten.
De consument verlangt een vergoeding van € 1.582,56.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument wenst een restitutie in plaats van een voucher. Het betreffende hotel geeft echter aan dat de boeking zonder restitutiemogelijkheid was en dat de consument niet instemt met een restitutie. Er kan alleen in het hotel worden overnacht en daarvoor is een voucher verstrekt. De voucher is een jaar geldig (tot en met 14 augustus 2021) en ter waarde van de volledige reissom van € 1.582.56 te besteden in hetzelfde hotel.
In de boekingsbevestiging verzonden door de ondernemer is vermeld: ‘We begrijpen dat plannen soms anders lopen dan verwacht. We brengen geen annulerings- of wijzigingstoeslagen in rekening. Wanneer de accommodatie volgens zijn eigen beleid kosten in rekening brengt, worden deze aan jou doorberekend. [Naam accommodatie] berekent de volgende annulerings- en wijzigingskosten.
Het geselecteerde kamer/unittype en -tarief zijn niet restitueerbaar. Mocht je deze reservering om wat voor reden dan ook willen wijzigen of annuleren, dan wordt je betaling niet terugbetaald.
Er vindt geen terugbetaling plaats bij een late check-in of vroege check-out.’.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Het betreft een reis naar Israël. De consument heeft zelf een vliegreis geboekt en heeft de ondernemer ingeschakeld om een hotel te reserveren. Dit betekent dat geen sprake is van een pakketreis en dat noch de artikelen 7:500 e.v. BW noch de ANVR-Reisvoorwaarden voor pakketreizen van toepassing zijn, maar dat van toepassing zijn de wettelijke bepalingen voor opdracht in het algemeen (art. 7:400 e.v. BW) en met name de bemiddelingsovereenkomst (art. 7:425-427 BW) alsmede de ANVR-Boekingsvoorwaarden voor losse reisdiensten.
Tussen partijen is niet in geschil dat de ondernemer het betreffende hotel voor de consument heeft geboekt, dat dit hotel voorwaarden hanteert zoals vermeld in de boekingsbevestiging en dat het een niet-restitueerbare boeking betrof. De consument stelt zich thans op het standpunt dat de ondernemer met deze boeking tekort is geschoten en een hotel had moeten boeken waarbij, in gevallen zoals zich thans ten gevolge van de Covid-19 pandemie hebben voorgedaan, de (aan)betaling wel zou moeten worden terugbetaald.
De commissie kan zich niet in het standpunt van de consument vinden. Zou er sprake zijn van een tekortkoming door de ondernemer bij de boeking dan had de consument de ondernemer daarvoor in januari 2020 moeten aanspreken. Bovendien heeft de consument ingestemd met de boekingsvoorwaarden waarin de betreffende clausule is opgenomen door op het moment van de boeking (of kort daarna) niet te reclameren. Daar komt bij dat hotelboekingen met een dergelijke clausule vaak tot stand komen. En tenslotte acht de commissie het van belang dat tijdens de overeengekomen periode het hotel beschikbaar was voor verblijf en niet gesloten vanwege de Covid-19 pandemie.
Het standpunt van de consument komt er in feite op neer dat eerst een hotel wordt geboekt met een non-refundabel clausule tegen een lagere prijs (want het is een feit van algemene bekendheid dat reizen met een degelijke clausule goedkoper zijn) en als de reis geen doorgang kan vinden erover wordt geklaagd dat een hotel met dergelijke clausule is geboekt en de ondernemer alsnog de schade moet vergoeden. Anders gezegd: de consument schakelt de ondernemer in als bemiddelaar om bij een derde hotelkamers te boeken en wenst nu van de ondernemer schadevergoeding omdat de derde voorwaarden hanteert waaraan de consument niet of nauwelijks kan voldoen.
Noch de wettelijke bepalingen voor opdracht in het algemeen (art. 7:400 e.v. BW) noch de ANVR-Boekingsvoorwaarden voor losse reisdiensten houden een bepaling in die maakt dat het gelijk aan de zijde van de consument is.
De commissie geeft de consument in overweging de ondernemer te vragen of het hotel bereid is gelet op de huidige situatie in Israël om alsnog akkoord te gaan met restitutie in geld dan wel de geldigheidstermijn van de voucher te verlengen.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door klager verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, bestaande uit de heer prof. mr. A. W. Jongbloed, voorzitter, de heer J. H. M. Boshuis, de heer mr. P. C. de Klerk, leden, op 18 mei 2021.