Contractuele intrekkingskosten moeten worden betaald

De Geschillencommissie




Commissie: Makelaardij    Categorie: Factuur    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 136157/145698

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument klaagt erover dat de makelaar na de accordering van de offerte geen werkzaamheden heeft gedaan. De makelaar heeft intrekkingskosten en andere kosten gefactureerd, welke zij niet wil betalen. De makelaar weigert een lijst te sturen met werkzaamheden die zijn verricht. De commissie oordeelt dat de consument is gehouden aan de contractuele verplichtingen, nu zij de makelaar niet verzuim heeft gesteld. Partijen hebben thans niks meer van elkaar te vorderen.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de makelaar.

Het geschil betreft intrekkingskosten.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument was van plan om haar huis verkoop klaar te maken in mei 2020.
Op 30 december 2019 had de consument de eerste afspraak met de makelaar in haar woning om het een en ander te laten zien en te bespreken.

Uiteindelijk op 4 maart 2020 heeft de consument de offerte geaccordeerd.

In de administratie van de consument heeft de makelaar één keer nadat zij heeft geaccordeerd op 8 april 2020 mailcontact proberen te nemen over de hoogtefoto’s om in hun magazine te zetten.

Uiteindelijk heeft de makelaar in juni 2021 de consument gebeld om te bevestigen of de consument niet doorgaat met de verkoop. Dit heeft de consument inderdaad niet gecommuniceerd, omdat het haar eerlijk gezegd ontglipt is dat zij een makelaar had ingehuurd. Zo weinig contact was er van zijn kant naar de consument toe. Het heeft de makelaar meer dan een jaar geduurd om te realiseren dat de verkoop niet door is gegaan.

Aan het einde van de dag betaal je de makelaar voor een dienst en de consument heeft het gevoel dat de makelaar helemaal niets heeft geleverd. Het zou niet aan de consument moeten zijn om de makelaar de hele tijd te achtervolgen toen zij nog klant was. Als men iemand commissie betaalt voor iets waarvan men verwacht dat ze voor hun geld werken, dan is het toch ook normaal om een lijst met werkzaamheden te vragen als er beweert wordt dat er ‘veel tijd’ is in gestoken.

Vervolgens heeft de makelaar op 16 juni 2021 de factuur opgestuurd met intrekkingskosten.
De vraag van de consument naar de makelaar of hij het eens was of niet met de werkzaamheden waarvan de consument denkt dat de makelaar die verricht heeft, werd genegeerd. Dus heeft de consument expliciet gevraagd of de makelaar een lijst konden sturen, met als antwoord:

“Betreft uw verzoek, helaas kunnen wij dat niet verstrekken, om reden dat dit teveel tijd kost.”

De consument wil dat de makelaar haar een lijst stuurt met werkzaamheden die de makelaar zegt te hebben uitgevoerd, zodat zij ook kan afwegen wat een eerlijke prijs is.

Er werd door de makelaar een suggestie gemaakt van € 605,– incl. btw, maar toen de consument de werkzaamheden die de makelaar had uitgevoerd aanvroeg refereerde de makelaar dat er meer tijd als de nota aangeeft is besteed aan haar zaak. Als dat zo is, dan wil de consument dat graag zien. Het is niet dat de consument niet wil betalen, maar zij moet wel weten voor wat.

Standpunt van de makelaar
Voor het standpunt van de makelaar verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De makelaar ziet geen reden waarom de consument de factuur niet hoeft te voldoen en kan hier kort over zijn. De consument is met de makelaar een overeenkomst aangegaan, welke is geaccordeerd door de consument op 4 maart 2020. Er zouden nog wat werkzaamheden door de consument worden verricht waarna de makelaar in de verkoop zou gaan. Er zitten veel uren in dit dossier, en het worden er op deze manier alleen nog maar meer. Er is veel telefonisch contact geweest. Er is veel advies gegeven door de makelaar en hij is 2 keer op locatie geweest. Uiteindelijk besloot de consument niet te gaan verkopen dus de opdracht in te trekken. Zoals beschreven op pagina 4 van de overeenkomst, worden er dan intrekkingskosten in rekening gebracht van € 1.000,– incl. btw.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Niet is gebleken van andere werkzaamheden dan het opstarten van de opdracht en het (in april 2020) maken van de foto’s met een drone. Maar ook is niet gebleken van enige aanmaning of aansporing van consument (art. 6:82 Burgerlijk Wetboek) en reeds daarom is geen sprake van verzuim in de zin van art. 6:81 BW. Naar luid van art. 6:265 BW kon de overeenkomst dus ook nog niet ontbonden worden. De overeenkomst was dus in stand gebleven met de daaruit voortvloeiende verplichtingen over en weer.

De consument kon dus enkel door intrekking van de opdracht aan de verplichtingen welke zijnerzijds uit de overeenkomst voortvloeiden ontkomen, doch volgens de overeenkomst was zij dan wel een forfaitair bedrag wegens intrekkingskosten verschuldigd. Een specificatie daarvan is niet nodig. Overigens waren de overeengekomen intrekkingskosten groot € 1.000,– inclusief btw naar ervaringsregels bepaald niet buitensporig. Daarbij komt dat het zich vaak aan de waarneming van klanten onttrekt welke activiteiten een makelaar “achter de schermen” dient te verrichten en meestal ook heeft verricht, vooraleer naar buiten van zijn activiteiten blijkt.

De consument kon dus geen aanspraak maken op een nadere uiteenzetting van de reeds verrichte werkzaamheden en de makelaar heeft zich daartegen terecht verzet met de opmerking dat hij dan nog meer kosten zou moeten maken.

De consument was de intrekkingskosten dus verschuldigd, met inachtneming van het navolgende.

Op 16 juni 2021 zond de makelaar een nota voor de intrekkingskosten groot € 1.000,– incl. btw, overeenkomstig het daartoe bepaalde in de opdracht tot dienstverlening. Deze nota is als volgt opgebouwd:

Omschrijving
Intrekkingskosten € 826,45
Subtotaal excl. BTW € 826,45
BTW 21 % € 173,55
Te betalen incl. 21 % BTW € 1.000,00

Naar aanleiding van de vragen en bezwaren van de consument zond de makelaar op 24 september 2021 een mailbericht waarin deze stelde bereid te zijn genoegen te nemen met een betaling van € 605,–, waarna een creditnota van € 395,– [dit is € 500,– excl. btw; commissie], welk voorstel geldig zou zijn tot 8 oktober 2021.
Dit voorstel is niet door de consument aanvaard.
Op 6 oktober 2021 verzocht de makelaar alsnog om € 605,– te betalen voor 15 oktober 2021.

Op 19 november 2021 zond de makelaar een nota aan de consument, luidende:

Omschrijving:
• Intrekkingskosten € 500,00
Totaal: €. 500,00
BTW 21% € 105,00
Te betalen € 605,00

Te betalen binnen 14 dagen, dus uiterlijk 3 december 2021. In de eerste klachtbrief aan de commissie van 18 november 2021 – daags voor de “creditnota” – stelt de consument dit bedrag van € 605,– te hebben betaald om incasso te voorkomen; in het klachtformulier van 8 december 2021 herhaalt zij dit.

De nota van 19 november 2021 is strikt genomen geen creditnota, maar moet kennelijk worden gelezen in samenhang met de nota van 16 juni 2021, aldus dat de bruto intrekkingskosten groot € 826,45 worden teruggebracht tot € 500,–. Alles te vermeerderen met btw. Enig voorbehoud in die zin dat de makelaar zich vrij acht om de gehele intrekkingsnota in te vorderen als het aanbod zoals dat in deze “creditnota” besloten ligt is niet gemaakt. Bij deze stand van zaken geldt enerzijds dat de betaling van de consument van dit bedrag in november of december 2021 niet geldt als een erkenning dat hij dit verschuldigd zou zijn, en geldt anderzijds dat de makelaar op het voorstel om het bij dit bedrag te laten niet meer terug kan komen.

Bij deze stand van zaken heeft de consument geen aanspraak op terugbetaling van de € 605,– en heeft de makelaar geen aanspraak op een nabetaling van € 395,–.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Partijen hebben over en weer geen aanspraak meer op nabetaling of terugbetaling van enig bedrag.

Bovendien dient de makelaar overeenkomstig het reglement van de commissie een deel van het klachtengeld aan de consument te vergoeden, namelijk een bedrag van € 38,75.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de makelaar aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Deze behandelingskosten worden gematigd met 50%.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, bestaande uit de heer mr. J.M. Brandenburg, voorzitter, mevrouw J.P.J. de Kleermaeker, mevrouw mr. B.J. van Gent, leden, op 11 maart 2022.