
Commissie: Makelaardij
Categorie: Conformiteit
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
70047
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de vraag of de ondernemer toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen en daardoor schadeplichtig is ten opzichte van de consument.
De consument heeft op 10 juli 2012 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Tussen de consument en een potentiële koper is op 18 april 2012 een koopovereenkomst tot stand gekomen onder de ontbindende voorwaarde van financiering vóór 18 mei 2012. De koopsom bedroeg € 149.000,– k.k. Blijkens de koopovereenkomst dient een ontbinding per aangetekende brief en goed gedocumenteerd te geschieden. Op 2 mei heeft de ondernemer laten weten dat de koper de financiering niet rond krijgt en wil ontbinden. De consument heeft hierop aan de ondernemer laten weten bereid te zijn de koopprijs te verlagen tot een bedrag van € 135.000,– k.k. Op 3 mei heeft de ondernemer laten weten dat de koper wil overwegen de woning te kopen voor € 135.000,– v.o.n., maar dat dit nog onzeker is vanwege de financiering. Door de consument wordt dit echter onacceptabel gevonden en hij vraagt de ondernemer de koper te verzoeken op de juiste wijze te ontbinden. Op 11 mei heeft de ondernemer een aangetekende brief van de koper ontvangen, met daarbij een bericht van (naam bank) dat er maximaal een hypotheek verstrekt kan worden van € 144.418,–. De ondernemer heeft niets met deze informatie gedaan. Hierop heeft een gesprek plaatsgevonden met de ondernemer waarin de ondernemer zich op het standpunt heeft gesteld dat de koop van de woning voor de verlaagde koopprijs van € 135.000,– op deze wijze niet tot stand kan komen, maar er eerst een nieuw koopcontract gesloten zal moeten worden met een lagere koopsom en een nieuwe bedenktijd voor de koper. De consument heeft de ondernemer op 16 mei per aangetekende brief verzocht de koper te sommeren de koop gestand te doen of de boete te betalen. Aan deze opdracht is geen gehoor gegeven. Op 22 mei heeft een gesprek plaatsgevonden met de ondernemer. In dit gesprek was het standpunt van de ondernemer dat de woning weldegelijk is verkocht, omdat niet op de juiste gronden is ontbonden. De ondernemer heeft de woning van (naam website) verwijderd en de woning bestickerd met de tekst ‘verkocht’. Op 24 juli heeft de consument een brief ontvangen van (naam rechtsbijstand) namens de koper met daarin de mededeling dat de koper betwist dat er een bod is gedaan van € 135.000,–.
De consument heeft door het handelen van de ondernemer schade geleden doordat de verkoop van de woning niet is doorgegaan, terwijl dit, indien de ondernemer op de juiste wijze gehandeld zou hebben, wel het geval was geweest. Die schade bestaat uit de niet inbare boete van de koper, advocaatkosten en de nog steeds oplopende boete van 3 promille per dag. Ten behoeve van deze procedure beperkt de consument de verlangde schadevergoeding tot een bedrag van € 10.000,–.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer bestrijdt aansprakelijk te zijn voor mogelijk geleden schade door de consument. Er is op 18 april 2012 een koopovereenkomst tot stand gekomen onder voorbehoud van financiering. Ruim binnen de financieringstermijn heeft de koper per e-mail laten weten de financiering niet rond te kunnen krijgen en de koopovereenkomst te willen ontbinden. Bij deze e-mail waren een tweetal afwijzingsbrieven van hypotheekinstellingen (Namen hypotheekinstellingen). De ontbinding is gecommuniceerd aan de consument, die zich echter op het standpunt stelde dat de ontbinding onvoldoende was onderbouwd. Op 11 mei 2012 heeft de koper (nogmaals) ontbonden per aangetekende brief, wederom voorzien van de twee afwijzingsbrieven. De consument was van mening dat de koper niet voldoende had voldaan aan zijn inspanningsverplichting om de financiering rond te krijgen. De ondernemer heeft de zaak voorgelegd aan de juridische dienst van de (naam branche) die concludeerde dat de koper de ontbinding op de juiste wijze had ingeroepen. De consument heeft ervoor gekozen juridische bijstand in te schakelen en de zaak tegen de koper door te zetten, doch heeft hier op enig moment toch weer van af gezien. Het is niet aan de ondernemer om te bepalen of de ontbinding rechtsgeldig is gedaan. De ondernemer heeft juist gehandeld door alle berichten door te geven en een oordeel over de ontbinding te vragen bij de juridische dienst. Het is de keuze van de consument geweest een advocaat in te schakelen om de koper aan te spreken en ook om deze procedure uiteindelijk niet door te zetten. Er bestaat geen aansprakelijkheid voor de contractuele boete noch voor de kosten van juridische bijstand. Bovendien ontbreekt enig causaal verband.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Vaststaat dat op 18 april 2012 tussen de consument en de koper een koopovereenkomst tot stand is gekomen, met een financieringsvoorbehoud tot 18 mei 2012. Ook staat vast dat de koper bij brief van 11 mei 2012 de ontbinding van de overeenkomst heeft ingeroepen, omdat hij de financiering niet rondkrijgt en dat bij die brief twee afwijzingsbrieven van hypotheekverstrekkers zijn gevoegd. Verder kan worden vastgesteld dat tussen de consument en de koper geen overeenstemming is bereikt over een andere, lagere koopprijs. Daarbij gaat de commissie uit van hetgeen de consument daarover naar voren heeft gebracht en ook door de ondernemer is bevestigd op de zitting. Laatstgenoemde heeft namelijk desgevraagd aangegeven dat hij het bod van € 135.000,– k.k. met de koper heeft besproken, maar dat deze dat niet wilde. Dat de koper zou hebben betwist dat hem dat bod is gedaan, doet aan een en ander niet af. Deze betwisting vindt immers geen enkele steun in onderhavig dossier.
De commissie begrijpt dat de consument de ondernemer verwijt dat de koop niet is doorgegaan. Hierin kan zij de consument gelet op hetgeen hiervoor is overwogen niet volgen. Indien de consument zich op het standpunt stelt dat de koper zich onvoldoende heeft ingespannen om de financiering rond te krijgen dan zal hij de koper daarop moeten aanspraken. Dat is namelijk zijn contractpartij. Niet valt in te zien dat en in hoeverre de ondernemer aansprakelijk kan worden gehouden voor de wijze waarop de koper mogelijk tekort is geschoten in zijn verplichtingen uit hoofde van de koopovereenkomst. De consument heeft nog naar voren gebracht dat door toedoen van de ondernemer geen bankgarantie of waarborgsom is gesteld. Ook hierin kan de commissie de consument niet volgen. Nu immers geen financiering tot stand is gekomen, is een bankgarantie of waarborgsom niet meer aan de orde. Een en ander brengt de commissie tot de slotsom dat niet is komen vast te staan dat de ondernemer op enige wijze onzorgvuldig of verwijtbaar zou hebben gehandeld.
Op grond van het voorgaande wordt de klacht van de consument ongegrond verklaard.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 19 oktober 2012.