De aansprakelijkheid bij schommelingen in netspanning.

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Algemene voorwaarden / Informatie    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 189020/ 191819

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil betreft de aansprakelijkheid bij schommelingen in netspanning. De consument stelt dat het stroomnet een te hoge spanning heeft en hierdoor soms boven de 253 Volt grens uitkomt. Het gevolg is dat de omvormer van de zonnepaneleninstallatie zichzelf uitschakelt. De consument vindt dat de ondernemer het stroomnet moet verlagen zodat de consument stroom blijft houden. De ondernemer stelt dat hij zich houdt aan de wetgeving en de Netwerkcode. Hieruit blijkt dat de norm wordt aangehouden. In de regio is het stroomnet wat verhoogd, maar komt niet boven de grens uit. De commissie beoordeelt dat de klacht ongegrond is.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de vraag in hoeverre de ondernemer aansprakelijk kan worden gehouden voor
schommelingen in de netspanning boven de 253 Volt, als gevolg waarvan de omvormer van de
zonnepaneleninstallatie van de consument zichzelf uitschakelt en de daardoor eventueel door de
consument geleden schade.
De consument heeft op 4 mei 2022 de klacht bij de ondernemer ingediend.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.

Als gevolg van de omstandigheid dat het stroomnet soms een te hoge spanning heeft en boven de grens
van 253 Volt uitkomt, schakelt de omvormer van de zonnepaneleninstallatie van de consument zichzelf uit.
De consument kan als gevolg hiervan geen door hem opgewekte stroom gebruiken en/of terug leveren aan
het net. De ondernemer is verplicht om iets te doen aan deze situatie, maar laat dat achterwege. Er komt
wel een onderzoek maar dat kan wel een jaar duren. De consument wil daarop niet wachten en is van
mening dat de ondernemer eenvoudig de netspanning met 6 Volt kan verlagen. Ook omdat een te hoge
netspanning schade aan elektrische apparatuur kan veroorzaken. De consument heeft extra kosten moeten
maken en vindt het dan ook redelijk dat hij recht heeft op vergoeding van deze kosten. Ook heeft het de
consument veel tijd en moeite gekost om in contact met de ondernemer te komen.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.

De consument is van mening dat de ondernemer boven de wettelijke norm van 253 volt uitkomt, zodat hij
zijn zonnepanelen niet optimaal kan benutten. De consument bedoelt kennelijk dat de ondernemer buiten
de normen van de Netcode Elektriciteit heeft geleverd. In de Netcode worden de spanningsniveaus
bepaald waaraan het net op het overdrachtspunt moet voldoen.

Artikel 7.3 lid 1 sub a van de Netcode bepaalt dat het spanningsniveau gedurende een tijd van 10 minuten
gemiddeld onder de 253 volt en boven de 207 volt moet blijven. Dat is de norm. De consument stelt dat
daarvan sprake is, maar levert daarvan geen bewijs.

Nadat de consument melding had gemaakt van het uitvallen van zijn uitvallende omvormer, is de
ondernemer een vooronderzoek gestart. Daarbij worden eventuele slimme meters uitgelezen en wordt de
spanning in het voorliggende netstation gecontroleerd. Uit dit vooronderzoek is niet gebleken dat de
ondernemer zich niet houdt aan de norm. Desalniettemin is in de betreffende regio wel sprake van relatief
grote spanning fluctuaties, van hoog tot laag, zodat de ondernemer voornemens is om de situatie te
verbeteren. Dit heeft mogelijk ook een positief effect op de situatie van de consument. Om de spanning
fluctuatie te verkleinen is ook onderzoek gedaan naar zogenaamde ‘quick fixes’. Dit zijn snelle oplossingen,
zoals het verstellen van de trapstand van de transformator. Deze oplossingen bleken echter niet mogelijk,
zodat diepgaander onderzoek nodig is. Het project is daarom doorgezet naar de afdeling engineering van
de ondernemer, die gaat onderzoeken op welke wijze de spanningsvariatie in de regio kan worden
verkleind.

Een omvormer meet de spanning van de binnen installatie. Zodra die spanning 253 volt of hoger wordt,
schakelt de omvormer zich binnen 2 seconden uit. Dit kan tal van oorzaken hebben, zoals een te hoge
netspanning, een te lange of dunne kabel tussen de meterkast en de omvormer. Als de spanning weer
lager wordt schakelt de omvormer zich doorgaans vanzelf weer in. Het is een beveiligingsmechanisme.
Ook de consument heeft op dit punt een eigen verantwoordelijkheid.

De spanning op het overdrachtspunt en de netspanning zijn van veel factoren afhankelijk. Soms is het
mogelijk de spanning iets bij te stellen door middel van een gewijzigde trapstand. Dan moeten de overige
factoren meezitten omdat de spanning niet onaanvaardbaar laag mag worden. Door de trapstand te
verstellen in de transformator zou in het onderhavige geval de spanning tot een onaanvaardbaar niveau
dalen, met nieuwe problemen tot gevolg. Van “gewoon” aanpassen van de trapstand kan geen sprake zijn.
Dit laat onverlet dat de ondernemer zich op het standpunt stelt dat de netspanning in dit geval niet
doorloopt tot boven de norm.

De consument heeft geen bewijs geleverd van de door hem geleden schade. Als er schade zou zijn is die
van zeer geringe omvang. De Algemene Voorwaarden kennen in artikel 17.1 een uitsluiting van deze
schade. Er is sprake van zuivere vermogensschade, geen zaak- of letselschade.

De minister van Economische Zaken en Klimaat heeft bovendien aangegeven dat het niet wenselijk is als
netbeheerders een vergoeding moeten betalen wanneer er geen elektriciteit kan worden ingevoed als
gevolg van spanningsproblematiek. De ondernemer is uiteraard wel verplicht om klachten over de
spanningskwaliteit in het net te onderzoeken en net als bij transportbeperkingen zo snel mogelijk
maatregelen te nemen om het net aan te passen. De ACM ziet erop toe dat netbeheerders blijven voldoen
aan de gestelde eisen. Hieruit blijkt dat de ondernemer geen compensatie hoeft aan te bieden bij het
uitvallen van de zonnepanelen.

Ook is sprake van een bredere problematiek op het gebied van spanningsklachten. Van origine is het
elektriciteitsnet ontworpen om energie vanaf een centraal opwekpunt te distribueren naar de decentraal
gelegen woningen. In de laatste jaren is het gebruik drastisch veranderd, nu ook decentraal energie wordt
opgewekt. Deze ontwikkeling is veel sneller gegaan dan netbeheerders konden en mochten investeren in
een robuust netwerk. Er is derhalve sprake van een landelijk probleem, gestoeld op situaties die niet aan
de netbeheerder zijn toe te rekenen. Ook speelt het beleid van de ACM voor wat betreft het mogen doen
van investeringen door netbeheerders hierbij een rol.
Naar aanleiding van de reactie van de consument op het verweer van de ondernemer merkt deze nog het
volgende op.

Uit het vooronderzoek van de ondernemer blijkt wel dat het spanningsniveau in de regio van de consument
aan de hoge kant is, maar niet boven de norm komt. Het onderzoek vond op 31 maart 2022 plaats, twee
dagen na de melding van de consument.

Het is onjuist dat sprake is van overschrijding van de norm als de spanning hoger is dan 253 volt. De norm
betreft een 10 minuten durend gemiddelde, terwijl de omvormer een aanspreektijd heeft van 2 seconden.
Er is derhalve sprake van een leemte waarin de consument last heeft van een uitvallende omvormer, maar
tegelijkertijd de norm niet wordt overschreden. De ondernemer is voornemens dit probleem op te lossen.
Dit vergt een nader onderzoek en mogelijk een netinvestering.

De ondernemer begrijpt dat deze situatie voor de consument onwenselijk is, maar is niet aansprakelijk voor
de als gevolg daarvan ontstane schade.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

In deze zaak klaagt de consument over het uitvallen van de tot zijn zonnepaneleninstallatie behorende
omvormer en de daardoor geleden schade.
De ondernemer voert gemotiveerd verweer.
De commissie volgt het standpunt van de ondernemer.

De commissie stelt voorop, zoals zij in een eerdere uitspraak (met referentiecode: 123766/129729) heeft
overwogen, dat de ondernemer als netbeheerder op de voet van artikel 16 lid 1 van de Elektriciteitswet,
(EW), een inspanningsverplichting heeft met betrekking tot het transport van elektriciteit op het beheerde
net. Een netbeheerder is niet verplicht om onder alle omstandigheden (terug)geleverde stroom op zijn net
toe te laten. Daaruit volgt dat de ondernemer maatregelen mag nemen om te voorkomen dat het toelaten
van transport zou leiden tot overschrijding van de norm zoals die door de ACM in de Netcode Elektriciteit is
vastgelegd.

Dat is anders in een situatie waarin de ondernemer op goede gronden kan worden verweten dat hij zich
onvoldoende heeft ingespannen om aan zijn hiervoor genoemde verplichting te voldoen. In het onderhavige
geval is de commissie niet gebleken van feiten of omstandigheden die een dergelijk oordeel kunnen
rechtvaardigen.

De ondernemer heeft een vooronderzoek uitgevoerd, waarvan de uitkomsten, door de consument niet zijn
betwist. Daaruit blijkt niet dat sprake is geweest van een overschrijding van de in de Netcode opgenomen
norm. Voorts heeft de ondernemer vervolgstappen aangekondigd, die tot een structurele verbetering van
het netwerk moeten leiden.

Daarbij komt dat voor gevallen als de onderhavige, anders dan bij een (langdurige) stroomonderbreking
geen compensatieregeling bestaat, waar de consument in een voorkomend geval van werkelijk geleden
schade, aanspraak op kan maken.

De slotsom is dat weliswaar sprake is van een om met de ondernemer te spreken onwenselijke situatie
voor de consument, maar dat deze situatie niet aan de ondernemer kan worden toegerekend.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter,
mevrouw mr. J.M. Hoekstra en de heer mr. SJ.S. Bakker, leden, op 6 februari 2023.
de heer mr. F.C. Schirmeister