De consument heeft het recht om het sportschoolabonnement na een jaar op te zeggen met een opzegtermijn van één maand na afloop van dat jaar.

  • Home >>
  • Sport en Beweging >>
De Geschillencommissie




Commissie: Sport en Beweging    Categorie: Algemene voorwaarden    Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 94357

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de opzegging door de consument van een op 6 januari 2014 afgesloten lidmaatschap bij de ondernemer.

De consument heeft op 15 januari 2015 de klacht schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Op 6 januari 2014 heeft de consument een lidmaatschapovereenkomst gesloten met de ondernemer voor de duur van 52 weken; de consument verwijst daartoe naar de tussen partijen gesloten overeenkomst. De consument heeft gebruik gemaakt van een actie dat de eerste 4 maanden gratis kon worden gesport. Het abonnement/lidmaatschap is in de zomer van 2014 voor 4 weken opgeschort geweest vanwege de zomervakantie. De consument heeft op 11 januari 2015 de overeenkomst beëindigd per 11 februari 2015 met één maand opzegtermijn. Zulks omdat de looptijd van de overeenkomst (52 weken plus 4 weken opschorting, is 56 weken) op 11 februari voorbij zou zijn. De ondernemer stelt zich echter op het standpunt dat de looptijd van het contract voor de eerste 4 maanden gratis was en dat pas daarna de 52 weken contractsduur (betaald sporten) in zou zijn gegaan. De consument stelt zich echter op het standpunt dat de overeenkomst is aangegaan voor de duur van in totaal 52 weken (waarvan er 4 maanden gratis sporten was). Daarnaast beroept de consument zich op artikel 6 lid 2 van de algemene leveringsvoorwaarden Fit!vak waaruit volgt dat een overeenkomst na één jaar kan worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van één maand. Ook op die grond is de consument gerechtigd om de overeenkomst op te zeggen per 11 februari 2015. De consument heeft betaald tot juni 2015 en wenst aanspraak te maken op terugbetaling van een bedrag van € 115,41.

Ter zitting is namens de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De overeenkomst is opgezegd per 11 februari 2015. De consument heeft nog een bedrag van € 115,41 tegoed. Daarnaast wenst de consument uiteraard het betaalde klachtengeld terug te krijgen. Na indiening van de klacht heeft de consument nog één wat bozig mailtje van de ondernemer gekregen. In dat mailtje gaf de ondernemer aan dat hij verweer zou voeren bij de commissie. Dat blijkt dus niet het geval te zijn geweest. De consument heeft verder niets meer vernomen. Op basis van de overeenkomst en ook de zogenaamde Haviltex formule is duidelijk dat het is gegaan om een contract van 52 weken. Dat het contract pas na 4 maanden gratis sporten in zou gaan, blijkt nergens uit en dat is ook niet overeengekomen.

De consument verlangt dat wordt vastgesteld dat de overeenkomst per 11 februari 2015 is beëindigd en dat zij het teveel betaalde abonnementsgeld van € 115,41 van de ondernemer zal terugkrijgen.

Standpunt van de ondernemer

De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zijn standpunt aan de commissie (schriftelijk dan wel mondeling) kenbaar te maken. Uit de e-mailwisseling tussen partijen die door de consument in het geding is gebracht, valt op te maken dat de ondernemer zich op het standpunt stelt dat de consument aanvankelijk 4 maanden gratis mocht sporten (per 6 januari 2014) en dat de contractsduur van 52 weken pas op 6 mei 2014 is ingegaan en waarbij met een opschorting voor de zomervakantie voor een periode van 28 dagen de einddatum van het contract zou zijn verschoven naar 3 juni 2015.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie onderschrijft en verenigt zich met het door de consument ingenomen standpunt. Op basis van de door de consument overgelegde overeenkomst blijkt dat op 6 januari 2014 een contractsduur van 52 weken is overeengekomen met als startdatum 6 januari 2014 en waarbij klaarblijkelijk de eerste 4 maanden kosteloos voor de consument zouden zijn (waarna zij een contributie per termijn/maand van € 31,49 verschuldigd was). Uit niets blijkt dat er een contract tussen partijen is overeengekomen dat langer dan één jaar (52 weken) zou duren zoals de ondernemer ten onrechte in zijn e-mailwisseling met de consument stelt. Verder geeft de consument terecht aan dat indien en voor zover er al een contract zou zijn gesloten met een langere duur dan één jaar de consument alsdan op basis van de toepasselijke algemene voorwaarden Fit!vak (artikel 6 lid 2) zonder meer de mogelijkheid zou hebben om de overeenkomst alsdan na het verstrijken van één jaar op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van één maand. In dat kader merkt de commissie ten overvloede nog op dat voor dit soort overeenkomsten geldt dat een beding dat de duur van de overeenkomst van meer dan één jaar bepaalt, wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn, tenzij de consument de overeenkomst na een jaar kan opzeggen met een opzegtermijn van ten hoogste één maand (artikel 6:237 onder k BW). Aldus had de consument inderdaad zonder meer de mogelijkheid om de overeenkomst op 11 januari 2015 (bij de balie van de ondernemer) te beëindigen/op te zeggen per 11 februari 2015. Dat betekent dat de ondernemer eveneens gehouden is om het door de consument gevorderde bedrag van € 115,41 (over de periode na 11 februari 2015 tot ultimo mei 2015) terug te betalen. De ondernemer heeft ten slotte in deze zaak geen verweer gevoerd zodat de commissie uitgaat van het door de consument berekende bedrag, hetgeen de commissie overigens ook juist voorkomt.

De commissie acht de klacht van de consument dan ook gegrond zodat de ondernemer eveneens gehouden is om het door de consument betaalde klachtengeld van € 52,50 aan haar te vergoeden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De consument heeft op 11 januari 2015 rechtsgeldig haar lidmaatschap bij de ondernemer per 11 februari 2015 opgezegd; de consument is in dat opzicht niets meer aan de ondernemer verschuldigd.

De ondernemer dient aan de consument terug te betalen een bedrag van € 115,41 (ter zake het door de consument teveel betaalde abonnementsgeld over de periode na 11 februari 2015). De betaling dient plaats te vinden binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien de betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de verzenddatum van dit bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag van € 100,– verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Sport en Beweging, op 12 juni 2015.