De gestelde vertraging van de levering is gegrond. De makelaar had de scherpe termijn tussen koop en levering beter behoren te bewaken.

  • Home >>
  • Makelaardij >>
De Geschillencommissie




Commissie: Makelaardij    Categorie: Conformiteit    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: MAK07-0133

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil betreft de kwaliteit van de dienstverlening van de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer heeft volgens de consument druk gezet bij het totstandkomen van de mondelinge overeenkomst. Volgens de consument is hij akkoord gegaan omdat hij weinig tijd had. Omdat de oplevering snel zou plaatsvinden is de consument akkoord gegaan met een bod dat eigenlijk te laag was. De ondernemer wijt de vertraging ten onrechte voor het belangrijkste deel aan de consument zelf. Daaruit komt het beeld naar voren dat de ondernemer niet in mijn belang handelt, aldus de consument. De consument wenst dat de commissie onderzoek doet naar de werkwijze van de ondernemer en inherent hieraan zal bepalen wat het bedrag zou zijn waarop de ondernemer recht heeft. Ondanks het feit dat duidelijk was dat de overdracht snel moest plaatsvinden heeft de ondernemer vertraging laten ontstaan, aldus de consument. Nadat de koopakte was getekend door de consument op 19 augustus 2007 hebben kopers getekend op 3 september en zijn de stukken pas op 23 september door de notaris ontvangen.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Volgens de ondernemer is een goede prijs gerealiseerd in de scherp gevoerde onderhandelingen met de koper. De consument heeft alle rust en ruimte gehad het bod al dan niet te accepteren. De ondernemer stelt verder dat ruiterlijk is toegegeven dat door vertraging in de toezending van de koopakte aan de notaris, de transportdatum in het gedrang is gekomen. De hypotheekgelden waren uiteindelijk 1 of 2 dagen later bij de notaris dan de contractueel overeengekomen datum. De inlossingnota van de consument zelf was uiteindelijk de grootste boosdoener en de grootste vertragende factor volgens de consument. De ondernemer stelt dat hij de consument heeft geadviseerd ook richting de eigen bank actie te ondernemen. Overigens, zo stelt de ondernemer, heeft de ondernemer zelf het boetekleed aangetrokken en volledige financiële compensatie geboden die gebaseerd was op alle kostencomponenten zoals door de consument aangegeven (extra dagen te betalen rente, de daaraan gekoppelde levensverzekering en de opstal- en inboedelverzekering). De ondernemer vraagt om te beslissen dat het bij de notaris in depot gelaten bedrag van de courtagenota wordt voldaan aan de ondernemer.   Beoordeling van het geschil   De commissie oordeelt de klacht terzake de wijze waarop de transactie met de koper tot stand is gekomen ongegrond. Dat de consument tijdsdruk heeft ervaren mag zo zijn doch niet gesteld of gebleken is dat de ondernemer op ontoelaatbare wijze druk heeft uitgeoefend die ertoe heeft geleid dat de consument heeft ingestemd met een transactie tegen zijn werkelijk wil. Veeleer wekt het betoog van de consument op dit onderdeel de indruk dat hij betreurt dat hij zelf onder de ervaren druk heeft ingestemd doch dat die druk als bron een ongeoorloofd handelen van de ondernemer zou hebben blijkt nergens uit en is ook onvoldoende gesteld.   De klacht met betrekking tot de ontstane vertraging is gegrond. De makelaar had de scherpe termijn tussen koop en levering beter behoren te bewaken zoals ook door hem erkend.  De commissie zal als schadeloosstelling aan de consument een bedrag van € 420,– toekennen zoals door de ondernemer is aangeboden als vergoeding van de schade die is geleden door de vertraging. Dit bedrag dekt immers de volledige vertragingschade.   Een oordeel over de factuur van de ondernemer kan de commissie tenslotte niet geven nu deze factuur niet aan de commissie is overgelegd.   De commissie kent de omvang van het in rekening gebrachte bedrag en de specificatie daarvan dus niet en kan daarom ook de juistheid niet onderzoeken doch enige twijfel op basis van de stukken van deze zaak bestaat niet. Daarbij neemt de commissie in aanmerking dat ook niet gesteld is dat een ander bedrag dan overeengekomen is gefactureerd. De klacht is gegrond maar voor vergoeding van het klachtengeld bestaat geen reden nu de aangeboden vergoeding passend wordt geacht.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie verklaart de klacht gegrond.   De commissie bepaalt dat de consument aanspraak heeft op een vergoeding van € 420,–, welk bedrag de notaris zal mogen voldoen uit het depot onder betaling van het restant aan de ondernemer.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij op 11 januari 2008.