Commissie: Reizen
Categorie: Totstandkoming
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
47933
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 5 maart 2010 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een zeecruise naar de Rode Zee en Emiraten voor 2 personen met verblijf op een cruiseschip op basis van all inclusive, voor de periode van 9 mei 2010 t/m 27 mei 2010 voor de som van € 4.367,50,–. Klager heeft op 21 juni 2010 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt. Tijdens de geboekte zeecruise zijn twee boeiende aanlegplaatsen niet aan gedaan. Het betrof Aden en Sharm el Sheik. Aden zou om veiligheidsreden niet zijn aangedaan maar het is daar al jaren onveilig en bij Sharm el Sheik was weken eerder de kademuur kapot gevaren. Indien wij deze informatie eerder hadden gekregen dan hadden wij de reis geannuleerd zelfs al zou dan een boete moeten zijn betaald. De twee vervangende aanlegplaatsen waren zeer saai. De wederpartij laat steeds in het midden waarom deze cruise is veranderd. Hij spreekt enkel van uitzonderlijke omstandigheden. Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Bij de klacht wordt volhard. Er is door de wederpartij een aanbod gedaan van € 200,– plus klachtengeld. In de reis van vorige week was ook Aden weer opgenomen. In Jemen is het al jaren onrustig. Als ik zeker wist dat het onveilig zou zijn, dan was ik niet gegaan. Ik ken Egypte redelijk. Ik doe aan duiken. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt. De wijzigingen betreuren wij. Echter, een rederij heeft altijd het recht om de vaartocht te wijzigen. Dat is ook omschreven in de prijsbijlage. In casu was de situatie in Jemen onveilig en is om redenen van veiligheid Aden niet aangedaan. Sharm el Sheik is niet aangedaan vanwege een kapotte kademuur. Het was voor ons niet te voorspellen wanneer weer kon worden aangelegd. Er zijn twee alternatieve havens aangedaan. Dit waren niet de door klager opgegeven alternatieven, die al in de reis waren inbegrepen. In Aquaba kan heel goed worden gedoken. In Sokhna in Egypte worden vele culturele en historische excursiemogelijkheden aangeboden. Voor een vergoeding is geen reden omdat goede alternatieven zijn geboden. Overigens vallen excursies buiten onze reisovereenkomst, omdat die rechtstreeks bij de rederij worden geboekt. Voor een vergoeding is geen reden. Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Het zou best kunnen dat een vergoeding is besproken in een eerder stadium. Het bezoek aan Jemen is vanwege de veiligheid niet aangedaan. De besproken kade was al een aantal weken kapot. Wij wisten dat die gerepareerd zou worden maar niet wanneer. Dat is in die landen vaak onduidelijk. Wij hebben van de rederij ook geen wijziging vooraf gekregen. In Aquaba kan goed worden gedoken. Wij blijven bij ons eerder standpunt. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Na kennisneming van de overgelegde stukken en na het horen van partijen ter zitting is onvoldoende gebleken van een aan de reisorganisator te verwijten tekortkoming jegens klager. Vast zijn komen te staan de oorzaken van de gewraakte wijzigingen in het vaarschema, te weten een onveilige situatie in Jemen en de nog niet gerepareerde kademuur. In der partijen reisovereenkomst nu is sprake van een voorbehoud met betrekking tot wijzigingen in het vaarschema. Dat in het voorliggende geschil sprake was van onterechte wijzigingen of voldoende wetenschap daaromtrent op voorhand bij de reisorganisator is niet komen vast te staan. De gezagvoerder van een zeeschip heeft omwille van met name de veiligheid van passagiers en bemanning de bevoegdheid om bij gewijzigde of onvoorziene omstandigheden het vaarschema van zijn schip aan te passen. Dat van deze bevoegdheid te lichtvaardig gebruik zou zijn gemaakt is volstrekt niet aannemelijk gemaakt. Daarenboven is de commissie van oordeel dat, gelet op de gebleken begeleidende omstandigheden waaronder de voorkeuren van klager, aan klager redelijke alternatieve zijn geboden. De consequentie van het voorgaande is derhalve dat de klacht als onvoldoende gegrond van de hand zal worden gewezen. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door klager verlangde wordt afgewezen. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 150,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 6 april 2011.