De in de reisbescheiden vermelde reistijden zijn in beginsel definitief. Ook bij chartervluchten.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Vervoer    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI03-1367

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil
 
Het geschil vloeit voort uit een op 1 februari 2003 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor vier personen naar Istanbul in Turkije met verblijf in een hotel op basis van logies met ontbijt, voor de periode van 6 mei tot en met 11 mei 2003 voor de som van € 1.491,– in totaal.
  Standpunt van klager
 
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.

Wij hebben een zesdaagse reis met vijf hotelovernachtingen geboekt. De reistijden volgens de tickets waren: 06-05-2003 Amsterdam-Istanbul 11.30–1545 uur; 11-05-2003 Istanbul-Amsterdam 19.00–21.30 uur.
 
Toen wij op 10 mei 2003 om 23.30 uur in ons hotel terugkwamen, zagen wij op het prikbord dat wij diezelfde nacht om 01.30 uur reeds zouden worden opgehaald voor vervoer naar de luchthaven. Wij hebben daarop naar de reisleiding gebeld met het verzoek om een verklaring, maar die kregen wij niet.
 
De laatste overnachting hebben wij nu niet kunnen benutten en een geplande excursie op zondagochtend hebben wij moeten missen.
 
Het standpunt dat de reisorganisator heeft ingenomen vinden wij merkwaardig.
 
Klager verlangt een in redelijkheid en billijkheid vast te stellen vergoeding.
 
Standpunt van de reisorganisator
 
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.

Klager gaat uit van een terugkeer vanaf de luchthaven op de vakantiebestemming en wij van het moment, dat cliënten in Nederland zijn teruggekeerd. Ook al was de terugvlucht gewijzigd naar een ander tijdstip, dan was het nog onverstandig gewest een excursie op de laatste vakantiedag te reserveren; immers, een charter blijft een charter. Verder moet er rekening worden gehouden met de transfertijd en het feit dat men minimaal anderhalf uur vóór vertrek op de luchthaven aanwezig dient te zijn.
 
Hoewel de accommodatieverschaffer de laatste overnachting wel aan ons heeft doorberekend – anders had men tot uiterlijk 12.00 uur op 10 mei 2003 van de kamer gebruik kunnen maken – hebben wij aangeboden de kosten van de laatste overnachting te vergoeden.
 
Abusievelijk zijn wij aanvankelijk uitgegaan van twee personen. Het bleken echter vier personen te zijn en wij hebben ons aanbod dan ook aangepast.
 
De reisorganisator heeft d.d. 4 juni 2003 een vergoeding aangeboden van € 70,– in totaal, welk bedrag hij op 15 oktober 2003 heeft verhoogd tot € 140,– in totaal.
 
Beoordeling van het geschil
 
De commissie heeft het volgende overwogen.
 
De juistheid van de klacht is in grote lijnen erkend. Ter beoordeling aan de commissie staat de vraag of de in laatste instantie aangeboden vergoeding in overeenstemming is met de betekenis van de klacht. De commissie oordeelt dit niet het geval. Het moge weliswaar algemeen bekend worden geacht dat chartervluchten aan wijziging(en) onderhevig zijn, maar ingevolge het bepaalde in artikel 2, lid 6 van de reisvoorwaarden van de ANVR zijn de in de reisbescheiden vermelde reistijden definitief en mag er alleen om gerechtvaardigde redenen en binnen redelijke grenzen van worden afgeweken. Naar de reden van de vluchtwijziging kan de commissie slechts gissen, nu de reisorganisator noch klager, noch de commissie daaromtrent opheldering van zaken heeft gegeven. Voorts ligt een vervroeging van de toegezegde avondvlucht op 11 mei 2003 naar een zeer vroege ochtendvlucht op 11 mei 2003 naar de mening van de commissie niet binnen redelijke grenzen. Dit klemt te meer op deze korte verblijfsduur. Voorts tilt de commissie er aan dat klager, naar onweersproken is gelaten, wel bijzonder laat van de vluchtwijziging kennis heeft kunnen nemen.
 
Op grond van het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat klager minder heeft ontvangen dan wat klager redelijkerwijs mocht verwachten. De commissie acht de klachten van dien aard dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.
 
Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
 
De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 240,–, het aangeboden bedrag van € 140,– hieronder begrepen. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 19 november 2003.