Commissie: Energie
Categorie: Fraude
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
50706
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft aansprakelijkheidsstelling voor schade aan de meter. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument maakt bezwaar tegen de beslissing van de ondernemer om hem aansprakelijk te stellen voor schade als gevolg van manipulatie of omzeiling van de meter. De schade is vastgesteld op € 596,86 inclusief BTW. De consument betwist de manipulatie. Als daarvan sprake is dan zal een derde zich daar schuldig aan hebben gemaakt. De meterkast bevindt zich niet in de woning van de consument maar in de gang van het appartementencomplex buiten de deur naar de woning van de consument. Dit is een (in ieder geval voor de overige bewoners) vrij toegankelijke ruimte. Daar komt bij dat de meterkastsleutels van alle bewoners op alle meterkasten in deze ruimte passen. De consument heeft zijn meterkast en de meterkast van zijn buurman enige tijd voor 23 september opengebroken aangetroffen. De consument miste geen zaken en heeft contact opgenomen met de verhuurder (de woningbouwvereniging) in verband met het vernielde slot. De verhuurder zei dat de consument zelf het slot diende te vervangen, omdat dat niet onder het servicecontract zou vallen. De consument heeft zelf het slot vervangen. In het complex is veel last van overlast, er worden regelmatig zaken vernield of gestolen. Ter zitting is in reactie op het verweerschrift door gemachtigde van de consument nog naar voren gebracht de vraag hoe ver de door de ondernemer genoemde zorgplicht strekt. Moet hij een camera ophangen om zijn meterkast te bewaken? Voorts is nog opgemerkt dat de consument er niet voor gekozen heeft de meterkast aan de buitenzijde van zijn woning – in een voor andere bewoners en bezoekers vrij toegankelijke ruimte – te installeren in een kast die ook nog eens is voorzien van hetzelfde slot als de overige meterkasten. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Op 23 september is geconstateerd dat de meterkast was opengebroken en dat het van fabriekswege aangebrachte zegel op de meter was verbroken. Dit kan verschuillende oorzaken hebben. De consument kan zelf handelingen hebben verricht of laten verrichten, of de consument heeft onvoldoende toezicht gehouden op de onderdelen van de aansluiting en de meter die ten behoeve van hem als contractant zijn aangebracht. Alle drie de mogelijkheden leiden tot een tekortkoming in de nakoming van de op grond van de overeenkomst geldende verplichting van de consument als vastgelegd in de Algemene Voorwaarden en de van rechtswege geldende bepalingen van de Aansluit- en transportvoorwaarden Gas RNB, de Meetvoorwaarden Gas RN, alsmede de in de jurisprudentie reeds eerder uitgesproken bijzondere zorgplicht van de contractant voor de zijn belang aanwezige (gas- en/of elektriciteits-)aansluitingen en meetinrichtingen. Er is derhalve sprake van een tekortkoming en deze is ook aan de consument toe te rekenen. De bewijslast dat er toerekenbaarheid zou zijn ligt bij de consument. Buiten het feit dat wij ons niet kunnen voorstellen dat iemand anders dan de consument zelf belang zou hebben bij het openbreken van de kast en de verzegeling en manipulatie van de meter, komt dit gebeuren ook geheel voor rekening en risico van de consument. De staat en de degelijkheid van de kast is een verantwoordelijkheid van de consument, niet van de wegbeheerder. De afnemer dient ervoor zorg te dragen dat het verbruik correct en volledig kan worden gemeten. Het behoort tot de overeengekomen en wettelijke zorgplicht van de contractant de integriteit van de meterkast en de daarin aanwezige meetinrichting te bewaken. Als een meterkast en de meetinrichting zich bevindt in een ‘semi’-openbare ruimte, dan rust op de afnemer in kwestie juist een verhoogde zorgplicht te waken over de integriteit. Vanuit de wetenschap dat juist ook anderen (kwaadwillende) invloed op de meterkast kunnen uitoefenen’, kan er niet zonder meer sprake zijn van een buiten de invloedsfeer van klager liggende oorzaak. Verder stelt de consument zelf dat hij al eerder had geconstateerd dat de meterkast was opengebroken en dat bij de verhuurder heeft gemeld. Hij heeft in ieder geval nagelaten zelf melding te doen bij de netbeheerder. Er is derhalve geen sprake van overmacht. Op grond van artikel 17.7 van de Algemene Voorwaarden kunnen wij de schade verhalen op de consument. In casu hebben wij ons beperkt tot het verhaal van de schade/reparatie/herstel van de inrichting. Wij vorderen schadevergoeding tot een bedrag van € 651,86, zoals gespecificeerd in de brieven aan de consument. We vorderen verder dat de schade wordt verhoogd met de wettelijke rente vanaf 23 september 2010, 16 oktober 2010, 29 oktober 2010, alsmede dat de consument wordt veroordeeld tot betaling vergoeding van de behandelingskosten. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Ingevolge artikel 17.7 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden is de consument als contractant aansprakelijk voor alle schade aan enig door de netbeheerder ten behoeve van de aansluiting en/of het transport in, aan, op, onder of boven het perceel aangebrachte voorzieningen, tenzij de schade het gevolg is van een tekortkoming die de contractant niet kan worden toegerekend. Dat in casu de meterkast van de consument is opengebroken en de verzegeling aan de meter is verbroken, staat genoegzaam vast. De commissie acht voorts genoegzaam aannemelijk geworden dat de consument niet zelf handelingen heeft verricht of laten verrichten die hiertoe hebben geleid. Dat laat echter onverlet dat op de consument in beginsel een zorgplicht rust ervoor zorg te dragen dat wordt verhinderd dat anderen deze handelingen (hebben) kunnen verrichten. De centrale vraag is of de consument zijn zorgplicht heeft geschonden en of dit aan de consument in redelijkheid kan worden toegerekend. De commissie overweegt in dat verband allereerst dat de consument, als huurder van deze woning geen inspraak of zeggenschap heeft gehad bij de keuze die indertijd is gemaakt om de meterkast buiten zijn woning in de voor alle bewoners en bezoekers vrij toegankelijke openbare ruimte te installeren en dezen alle te voorzien van dezelfde sloten. Zoals door de vertegenwoordiger van de ondernemer ter zitting desgevraagd is aangegeven, wordt bij nieuwbouwprojecten normaal door de bouwer afgestemd met de ondernemer waar de meterkasten worden geplaatst. Dit gegeven en het feit dat het hier gaat om een voor bewoners en bezoekers vrij toegankelijke ruimte, brengt naar het oordeel van de commissie niet met zich dat de mogelijkheden voor de consument om invulling te geven aan zijn zorgplicht juist beperkter zijn. De commissie ziet niet in wat van de consument in redelijkheid meer kan worden verwacht dan het correct afsluiten van de meterkast (hetgeen hij onweersproken heeft gedaan) om te voorkomen dat de meterkast door derden wordt opengebroken en de meetinrichting wordt beschadigd. De ondernemer heeft op die vraag ook geen concreet antwoord kunnen geven. De commissie komt dan ook tot de conclusie dat niet aannemelijk is geworden dat de consument in casu de op hem rustende zorgplicht heeft geschonden en zeker niet dat hem een verwijt kan worden gemaakt. De commissie vindt dan ook dat, waar de keuze voor de plaatsing van de meterkast in de vrij toegankelijke ruimte niet door de consument beïnvloedbaar is, het niet redelijk is het risico van braak en beschadiging door derden bij de consument te leggen. Beslissing De commissie verklaart de klacht gegrond. De vordering tot schadevergoeding is onterecht. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 17 juni 2011.