Commissie: Zelfstandige Klinieken
Categorie: Informatie
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
113635
De uitspraak:
In het geschil tussen
[Klaagster], wonende te [plaats] en Bergman Clinics, gevestigd te Naarden.Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.
Het geschil is ter zitting behandeld op 11 januari 2018 te Utrecht. Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. Klaagster heeft ter zitting haar standpunt toegelicht. Zij werd vergezeld door haar echtgenoot. De kliniek heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting haar standpunt toe te lichten.
Onderwerp van het geschil
Blijkens de stukken en het verhandelde ter zitting staat tussen partijen als erkend, dan wel als niet of niet voldoende weersproken, het volgende vast.
Klaagster heeft op 18 november 2013 een operatie aan een hallux valgus ondergaan bij de kliniek in Naarden. Daarbij werd ook de teen naast de grote teen (2e teen) rechtgezet. De 2e teen is gaan ontsteken. De voet was flink gezwollen en pijnlijk. Klaagster heeft zich in maart 2015 en juni 2017 in een ander ziekenhuis opnieuw laten opereren aan de 2e teen.
Standpunt van klaagster
Het standpunt van klaagster luidt in hoofdzaak als volgt.
Tijdens de operatie aan een hallux valgus aan haar rechtervoet is zonder explicitiete toestemming van klaagster ook haar 2e teen, die geen klachten opleverde, geopereerd. Deze raakte vervolgens ernstig verminkt na infectie. Een tweede en derde operatie in 2015 en 2017 waren hierdoor noodzakelijk. In de toekomst dienen mogelijk weer operatieve correcties plaats te vinden.
De operaties gingen met pijn en ongemak gepaard. Daarnaast is zij nog steeds beperkt in het gebruik van haar voet. De klachtencommissie van de kliniek heeft de klacht van klaagster reeds gegrond verklaard.
Ter zitting heeft klaagster verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Klaagster loopt met een orthese. Ze kan een half uur lopen terwijl ze in het verleden met gemak vier uur kon lopen. Door de laatste operatie in juni 2017 zijn de klachten weer afgenomen. De teen is ingekort en staat nu weer recht, maar de klachten kunnen weer gaan toenemen. Amputatie van de teen is geen optie omdat dan problemen met het evenwicht ontstaan. De kosten voor de komende vijf jaar die niet door de zorgverzekeraar worden vergoed, zijn duidelijk. Hoewel sprake is van verzekerde zorg heeft klaagster kosten moeten maken bij de podotherapeut en pedicure. Daarnaast zijn de kosten van het huishouden gestegen doordat klaagster niet zelf boodschappen kon doen en niet kon koken. Klaagster heeft pas nu een klacht tegen de kliniek ingediend omdat zij na de eerste hersteloperatie aanvankelijk vooruitgang zag en zij het boek wilde sluiten. Maar vervolgens namen de klachten weer toe.
Klaagster verlangt een schadevergoeding van € 7.527,– voor de gemaakte kosten, nog te maken kosten en gederfde levensvreugde.
Standpunt van de kliniek
Het standpunt van de kliniek luidt als volgt.
MTP II stond gesubluxeerd met een hoogstand van dig II. Als die subluxatie met hoogstand zou blijven bestaan, heeft de hallux geen steun aan dig II en gaat sneller weer in een valgus positie.
De beslissing over het wel of niet opereren van het MTP II is aan de arts overgelaten. Het klopt dat er te weinig voorlichting is geweest over mogelijke complicaties.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie stelt voorop dat voor aansprakelijkheid van de kliniek is vereist dat voldoende aannemelijk is dat de kliniek tekort is geschoten in de nakoming dan wel de uitvoering van de behandelingsovereenkomst. De aanwezigheid van een fout of nalaten is een vereiste voor aansprakelijkheid van de kliniek. De tekortkoming moet aan de kliniek kunnen worden verweten en de cliënt moet door deze tekortkoming schade zijn toegebracht.
Voor verrichtingen ter uitvoering van een behandelingsovereenkomst is de toestemming van klaagster vereist. Klaagster kan in beginsel slechts toestemming voor een behandeling geven indien zij daarover adequaat is geïnformeerd. De kliniek dient klaagster op duidelijke wijze in te lichten over de voorgestelde behandeling. Bij het verstrekken van informatie dient de kliniek zich te laten leiden door hetgeen klaagster redelijkerwijze dient te weten ten aanzien van de aard en het doel van de behandeling, de te verwachten gevolgen en de risico’s daarvan, over eventuele alternatieven en over de vooruitzichten. De kliniek hoeft klaagster echter niet over alle in theorie denkbare risico’s voor te lichten. De kliniek heeft erkend dat er te weinig voorlichting is geweest over mogelijke complicaties. Het informed consent is niet door klaagster ondertekend. Ook is niet gebleken dat klaagster voldoende duidelijk is gemaakt wat de mogelijkheden en risico’s waren voor het herstel.
De kliniek is dan ook tekortgeschoten in de uitvoering van de behandelingsovereenkomst.
De door klaagster gevorderde schadevergoeding wordt door de kliniek niet betwist. De commissie ziet in hetgeen is gesteld aanleiding om de gevorderde schadevergoeding naar redelijkheid en billijkheid te matigen.
De reiskostenvergoeding voor 1140 km kent de commissie toe tegen € 0,19 per kilometer, ofwel € 102,60. Eveneens worden de parkeerkosten van € 100,– toegekend. De kosten van schoenen, ortheses en pedicure, alsmede de kosten voor ortheses en pedicure in de komende vijf jaar, van in totaal € 2.434,50 worden ook toegekend. De gevorderde kosten voor de huishouding zal de commissie matigen tot een bedrag van € 320,–. De immateriële schadevergoeding stelt de commissie in redelijkheid en billijkheid vast op € 2.000,–.
Op grond van het voorgaande zal de klacht gegrond worden verklaard.
Ingevolge het reglement van de commissie dient de kliniek aan klaagster de hierna te noemen bijdrage in de kosten van de behandeling van het geschil te voldoen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht gegrond;
– bepaalt dat de kliniek aan klaagster, een vergoeding dient te betalen van € 4.957,10. Betaling
dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien
betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de kliniek bovendien de wettelijke rente over dit bedrag
vanaf de verzenddatum van het bindend advies;
– bepaalt dat de kliniek overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50
dient te vergoeden aan klaagster ter zake van het klachtengeld;
– wijst het meer of anders verlangde af.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist op 11 januari 2018 door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken