Commissie: Uiterlijke verzorging
Categorie: Haarverzorging
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
116075
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 9 februari 2018 door de ondernemer uitgevoerde behandeling aan het haar van de consument (knippen).
De consument heeft de klacht op dezelfde datum voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Ik ben verkeerd geknipt door de ondernemer. Het is scheef en ongelijk, te kort en heb zelfs kale plekken en beide kanten zijn niet in balans. Het haar is totaal verknipt en ik kan het niet meer open dragen. Ik heb er emotioneel en zakelijk veel last van. De ondernemer was dreigend, agressief en onbeleefd tegen mij. Hij heeft mij geen excuus aangeboden en mij zelfs de schuld gegeven. Er is sprake van ongepast gedrag door de ondernemer waar ook anderen waar ik kom bij betrokken zijn.
Ik wilde vervanging van mijn haar door “human hair” extensions, de ondernemer wilde dat doen met plastic extensions omdat die goedkoper zijn. Maar dat wil ik niet en gaat ook niet werken omdat je die niet kan verven, krullen of stylen. Ik heb zelf voor 250 Omaanse rial human hair extensions aangeschaft en wil dat de ondernemer die aan mij vergoedt.
De consument verlangt een vergoeding van de door haar zelf aangeschafte human hair extensions voor 250 Omaanse rial, dat de ondernemer haar naam zuivert bij een andere ondernemer bij wie zij voor behandelingen langsgaat (en die vlakbij de ondernemer gevestigd is) en excuses van de ondernemer aan haar en haar broer.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 9 februari 2018 had de consument een afspraak voor wenkbrauwen bijknippen, verven haarlijn en voor- en zij-contour. Zij had geen afspraak voor het knippen en afgesproken was dat ik dat zelf iets later op de dag zou doen. Toen zij voor het knippen terug kwam was ik nog bezig met een andere klant en ging zij akkoord om te worden geknipt door een collega/werknemer van mij. Tijdens het knippen zag ik dat de consument bewegingen maakte richting die collega. Er was toen 1 á 1,5 cm haar afgeknipt en dat vond de consument teveel. Zij vond dat het haar te bot/recht was afgeknipt. Ik besloot het knippen van mijn collega (die zich ongemakkelijk voelde) over te nemen. Ik zou het haar van de consument wat inknippen en uitdunnen, dat vond zij goed. Tijdens de behandeling werd zij echter hysterisch en smeet de kapmantel uit en ging flink tekeer tegen mijn collega en mijzelf. Vervolgens wilde zij afrekenen. De totale kosten voor epileren en verven waren € 47,50 hetgeen zij heeft betaald. Het knippen heb ik niet in rekening gebracht. Vervolgens heb ik een paar dagen later telefonisch met de consument afgesproken dat zij twee weken later zou terugkomen voor herstelwerkzaamheden aan haar haar, dat ik dan bij haar extensions zou plaatsen en dat zij het geld dat zij had betaald voor wenkbrauwen en verven terug zou kunnen krijgen. Daar was de consument mee akkoord. Die afspraak heeft de consument afgezegd. De consument probeert thans haar eigen draai aan het verhaal te geven door te suggereren dat ik human hair extensions zou bestellen, dat heb ik nooit gezegd. Ik bestel extensions altijd bij mijn vaste leverancier en die kunnen gewoon gekruld en gekleurd worden. Ik vind dat de consument de grenzen van het betamelijke (fatsoensgrenzen) ver heeft overschreden door haar gedragingen ten opzichte van mij en mijn personeel en ook jegens derden. Excuses heb ik overigens ook aangeboden. Ik heb van alles geprobeerd richting de consument maar zij lijkt niets meer te willen.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog -in hoofdzaak- het volgende aangevoerd.
De consument kwam in eerste instantie voor epileren en verven waarvoor een afspraak was gemaakt. Vervolgens wilde zij geknipt worden. Dat heeft in eerste instantie een collega van mij gedaan. Zij was daar niet tevreden over, zij vond het te bot/recht geknipt. Ik vond het zelf ook iets te bot geknipt. Ik heb het knippen van die collega overgenomen om het haar in te knippen en uit te dunnen. Dat mocht van de consument. Ineens gooide zij haar kapmantel af en wilde weg. Zij heeft toen betaald voor het epileren en verven, niet voor het knippen. Er is vervolgens een afsprak met haar gemaakt om over 2 weken terug te komen zodat ik het kon corrigeren. Zij wilde graag extensions en die zou ik gaan bestellen. Mijn voorstel was voor extensions van de fabrikant van wie ik mijn producten betrek en dat is ook echt haar overigens. Zij wilde extensions van een ander (en duurder) merk. De afspraak heeft zij afgezegd. Daarna is er alleen mailverkeer geweest waarin zij steeds bozer werd en allerlei lelijke dingen heeft gezegd over mij, mijn salon en mijn personeel. Ik heb vervolgens gezegd dat zij maar een geschil bij deze commissie aanhangig zou moeten maken. Ik wil van deze kwestie af. Ik wilde mijn excuses maken maar de consument lijkt niets meer te willen. Ik kan haar verder niets aanbieden. Wij zijn redelijk geweest en gebleven, de consument helaas niet. Ik verwijs ook naar de overgelegde verklaringen van mijn personeel als van derden over mijn salon en de gedragingen/handelwijze van de consument.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens haar rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
De knipbehandeling heeft plaatsgevonden op 9 februari 2018, op de dag van beoordeling (door de deskundige) op 22 mei 2018 is dat niet meer te beoordelen. Gezien de situatie voor, tijdens en na de knipbehandeling acht de deskundige bewezen dat de consument niet goed geknipt is op 9 februari 2018.
Naar het vaktechnisch oordeel van de deskundige zijn de geconstateerde gebreken niet te herkennen na 4 maanden, maar aannemelijk na de verklaringen van beide partijen.
De enige echte herstelmogelijkheid is het haar opnieuw laten groeien en wanneer mogelijk recht en goed in model te knippen. Opvullen met (human hair) clip extensions is slechts een tijdelijke oplossing. Herstelkosten zijn er niet, behalve een goede verzorging en een knipbeurt.
Bij haar toelichting merkt de deskundige op dat het dossier vooral wijst op veel omstandigheden rond de knipbeurt en weinig over de behandeling zelf. Hoofdzaak is dat de behandeling niet is gelukt en/of niet is afgemaakt. Het is de deskundige onduidelijk welke eis/afspraak er precies gemaakt is. De consument stelt dat de ondernemer de afspraak over een tegemoetkoming van haaraanvulling niet is nagekomen. De ondernemer zou synthetisch haar uit China hebben willen bestellen terwijl de consument human hair wenste. De ondernemer geeft aan dat hij via zijn eigen leverancier human hair wilde bestellen en dat de consument zelf het initiatief heeft genomen om human hair te bestellen en dat hij daar niets vanaf wist.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Vast staat dat de knipbehandeling door de ondernemer van de consument op 9 februari 2018 niet goed is gegaan/geweest. Ook de ondernemer erkent dat het haar te bot/recht is geknipt waardoor herstelwerkzaamheden op zijn plaats waren. Dat het zo dramatisch was geknipt zoals de consument stelt acht de commissie overigens niet komen vast te staan, dat blijkt niet uit de door de consument overgelegde foto’s en ook de deskundige heeft dat (mede door tijdsverloop) niet (meer) kunnen vast stellen. Wat er verder al zij over die knipbehandeling op 9 februari 2018, er bestaat voor de consument geen recht op schadevergoeding wegens een tekortkoming/non-conformiteit indien zij niet eerst de ondernemer in de gelegenheid heeft gesteld om zijn herstelwerkzaamheden uit te voeren/na te komen. De ondernemer heeft na de knipbeurt aangeboden en zelfs een afspraak met de consument gemaakt om na twee weken (na 9 februari 2018) terug te komen voor die herstelwerkzaamheden. Die afspraak heeft de consument afgezegd. Die stelling van de ondernemer is niet weersproken door de consument zodat de commissie ervan uitgaat dat het voorstel (en afspraak) ook zo is geweest. Verder heeft te gelden dat de consument (zoals blijkt uit het door haar overgelegde aankoopbewijs) reeds op 18 februari 2018 zelfstandig extensions heeft aangeschaft in Oman terwijl de ondernemer heeft gesteld dat hij voor de consument via zijn eigen leverancier ook extensions had kunnen/willen bestellen. Overigens ook extensions – anders dan de consument stelt -van echt haar/human hair. Dat aanbod en die herstelwerkzaamheden heeft de consument niet afgewacht. De consument heeft met haar handelwijze de ondernemer dus geen gelegenheid meer geboden om enerzijds herstelwerkzaamheden aan haar te laten uitvoeren en anderzijds de door haar gewenste human hair extensions (zij het van een andere fabrikant) te laten plaatsen. Daardoor kan de consument geen aanspraak meer maken op een door haar gewenste schadevergoeding (voor aanschaf extensions) van de ondernemer. Excuses aan de consument heeft de ondernemer meerdere malen aangeboden en verder blijkt nergens uit dat de ondernemer zich richting anderen/derden onheus over de consument heeft uitgelaten zodat ook in dat opzicht de klachten van de consument worden afgewezen.
De commissie acht de klachten van de consument dan ook ongegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Uiterlijke Verzorging, bestaande uit
mr. J. Visser, voorzitter,
drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk en J.W.F. Oortwijn, leden, op 13 juli 2018.