De ondernemer betwist of er sprake is van een consumentenovereenkomst

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Contract    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: Uitspraak   Uitkomst: onbevoegd   Referentiecode: 321367/412988

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Deze uitspraak betreft een geschil over een energieleveringsovereenkomst tussen consument en ondernemer. De consument is van mening dat hij met de ondernemer een ongeldig contract heeft gesloten. Hij stelt zich op het standpunt dat het contract voor zijn woonhuis is en niet voor zijn onderneming, dat wel zo op het contract staat. Bovendien zou hij helemaal niet het contract getekend hebben. De consument wenst ongedaanmaking van het contract, waardoor hij de geleverde energie betaalt aan de vorige provider. Echter, heeft de ondernemer ter zitting een zakelijke overeenkomst overlegd met daarin een bedenktijd van zeven dagen. Hiervan heeft de consument geen gebruik gemaakt. Ter zitting heeft de consument niet betwist dat onder deze zakelijke overeenkomst zijn handtekening staat. Ook staan er verschillende gegevens in die overeenkomen met de consument. Op basis hiervan concludeert de commissie dat de zakelijke overeenkomst rechtsgeldig tot stand is gekomen. Dit betekent ook dat de commissie niet bevoegd is om de zaak te behandelen, nu zij alleen over consumentenzaken gaat.

De volledige uitspraak

Samenvatting
De consument stelt een overeenkomst gesloten te hebben voor zijn woonhuis en dat daarom geen sprake kan zijn van een zakelijke overeenkomst. De commissie stelt vast dat de consument een zakelijke overeenkomst gesloten heeft en verklaart zich daarom niet bevoegd.

Beoordeling
De consument stelt dat hij met de ondernemer een ongeldig contract heeft gesloten. De ongeldigheid bestaat eruit dat de te leveren energie strekt voor zijn woonhuis en niet voor zijn onderneming. Bovendien heeft hij het contract niet getekend. Hij wil dat de overeenkomst teruggedraaid wordt en dat hij de geleverde energie zal betalen aan de vorige provider.
De ondernemer legt een door de consument getekende zakelijke overeenkomst over. Daarin staat een bedenktijd van zeven dagen, waarvan de consument geen gebruik heeft gemaakt.

De commissie overweegt dat ter zitting uitvoerig is stil gestaan bij de ondertekening van de door de ondernemer overgelegde overeenkomst. De consument erkende dat de handtekening de zijne is. Hij wist niet meer of boven zijn handtekening een tekst stond. Ter zitting wees de ondernemer erop dat op de getekende overeenkomst een datum, tijdstempel en ip-adres van de consument staan. De commissie komt dan ook tot de slotsom dat de overgelegde zakelijke overeenkomst door de consument getekend is. De vraag waarvoor de te leveren energie dient (in casu volgens de consument zijn woonhuis) is in die situatie niet relevant. Nu de commissie alleen bevoegd is te oordelen over consumentenzaken zal zij zich niet bevoegd verklaren. Zij wijst de consument op het bestaan van de commissie energie zakelijk. Dan behoeft de stelling van de ondernemer dat de consument ook niet ontvankelijk is in zijn klacht (immers de consument had zijn klacht niet bij de ondernemer ingediend alvorens hij zich tot de commissie wendde) geen behandeling.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat zij niet bevoegd is de klacht te behandelen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart zich niet bevoegd de klacht te behandelen.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer mr. F.J. Pirard , de heer mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden, op 23 september 2024.