
Commissie: Wonen
Categorie: Informatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
WON-D01-0956
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op of omstreeks 7 maart 2000 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer verplichtte zich daarbij tot het leveren en leggen van een houten (beuken) laminaatvloer tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.562,81. De levering en de overeengekomen werkzaamheden vonden plaats in de tweede helft van maart 2000. De consument legde de klacht in of omstreeks november 2000 voor aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Na een paar maanden gingen de naden van de vloer van elkaar staan en zakten delen van het laminaat door. Ook zitten de buigplinten los aan de muur. De consument verlangt dat de ondernemer de laminaatvloer kosteloos opnieuw legt met een juiste ondervloer. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Toen de consument klaagde over niet goed afgewerkte plinten, hebben wij dat in orde gemaakt. De vloer is destijds goed en op een goede ondervloer gelegd. De ondervloer blijkt echter verzakt te zijn, hetgeen niet was te voorzien. Omdat het een vervelende kwestie is, hebben wij toch een zeer coulant aanbod gedaan. De ondernemer heeft aanvankelijk aangeboden de laminaatvloer kosteloos te vervangen en opnieuw te leggen, maar op een door de ondernemer te plaatsen en door de consument te betalen ondergrond van hardboard of spaanplaat voor ongeveer respectievelijk € 326,72 of € 698,82. Ter zitting verklaren beide partijen dat dit aanvankelijke aanbod werd gedaan op of omstreeks 26 april 2001. Nadien heeft de ondernemer op of omstreeks 26 april 2001 vervolgens ook aangeboden dat de laminaatvloer kosteloos wordt vervangen en opnieuw wordt gelegd, maar op een door de ondernemer te plaatsen en door de consument te betalen ondergrond van spaanplaat voor € 326,72. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld. Ik constateerde in de woonkamer en keuken vele openstaande naden in zowel de lengte als bij de kopnaden van de laminaatdelen. In de keuken constateerde ik een laminaatdeel welke van een naastliggend deel in de lengte bij de naad is afgebroken en deze ligt een ½ cm lager. Door over de vloer in de woonkamer en keuken te lopen is duidelijk te zien, dat de laminaatvloer in beweging is. De vloer is verre van stabiel. De tafeltjes met wat erop staat en de TV bewegen bij het lopen over de vloer. Door deze onstabiele vloer laten de buigplinten spontaan los van de wand. Oorzaak is duidelijk een onstabiele en ongelijke houten vloer waardoor delen gaan wijken en verzakken. Deze problemen hadden voorkomen kunnen worden als er een spaanplaten ondervloer was aangebracht waardoor de vloerdelen met het spaanplaat een stabiele vloer geeft. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De consument benadrukt dat de onderhavige laminaatvloer in een koophuis is gelegd. Dat het om een koophuis gaat, is echter niet van invloed op de verplichtingen die krachtens de overeenkomst op de ondernemer rusten en derhalve niet relevant voor de beoordeling van dit geschil. De deskundige rapporteert dat de houten laminaatvloer zodanig onstabiel en ongelijk is, dat daardoor buigplinten spontaan van de wand loslaten en vloerdelen gaan wijken en verzakken. Uit het deskundigenrapport blijkt niet dat de geleverde en gelegde laminaatvloer als zodanig niet aan de overeenkomst beantwoordt, zodat de garantiebepalingen de consument reeds daarom geen soelaas bieden. De deskundige rapporteert wel dat de problemen voorkomen hadden kunnen worden als er een spaanplaten ondervloer was aangebracht, maar daaruit volgt nog niet dat het achterwege laten daarvan een toerekenbare tekortkoming van de ondernemer oplevert. Of daarvan in dit geval toch sprake was of dat de laminaatvloer onstabiel en ongelijk werd door een niet aan de ondernemer toerekenbare verzakking van de onderliggende vloer zoals de ondernemer stelt, kan echter in het midden blijven. Zelfs nog daargelaten dat uit de voornoemde bevindingen van de deskundige volgt dat de onderhavige problemen ook bij een eventuele verzakking waren voorkomen indien de bewuste ondervloer was aangebracht, is de ondernemer vanwege het navolgende tegenover de consument aansprakelijk. Onweersproken is dat bij het vooraf opmeten van de vloer, van de zijde van de ondernemer geen opmerkingen zijn gemaakt over de geziene onderliggende houten vloer bij de consument. Ter zitting is gebleken dat de onderhavige laminaatvloer werd gelegd op de eerste etage van een woning die stamt uit de periode rond 1920. Waar (medewerkers van de zijde van) de ondernemer dit wist(en) of had(den) moeten weten, had de consument door of namens de ondernemer als de ter zake deskundige partij uitdrukkelijk moeten worden geïnformeerd en geadviseerd over de wenselijkheid van een extra aan te brengen ondervloer. Alsdan had de consument op basis daarvan een zelfstandige afweging en keuze kunnen maken over die extra aan te brengen ondervloer, welke keuze alsdan in beginsel volledig voor rekening en risico van de consument zou zijn gekomen. De schending van die informatie- en adviesverplichting aan de zijde van de ondernemer levert thans echter tegenover de consument een tekortkoming op aan de zijde van de ondernemer en maakt de ondernemer tegenover de consument aansprakelijk. Voor zover de ondernemer zich beroept op een ter zitting overgelegd artikel uit het Vakblad Wonen van april 2001 waarin een door de commissie beslechte andere zaak werd beschreven, is niet gebleken dat die andere zaak gelijk is aan de onderhavige zaak en doet dat niet af aan de in deze zaak vastgestelde schending van de informatie- en adviesverplichting aan de zijde van de ondernemer. De door de aansprakelijke ondernemer voorgestelde (nadere) oplossing om de laminaatvloer kosteloos te vervangen en opnieuw te leggen maar dan op een door de ondernemer te plaatsen en door de consument te betalen ondergrond van spaanplaat voor € 326,72, wordt redelijk en billijk geoordeeld en bindend opgelegd ter beëindiging van dit geschil. Nu de ondernemer dat voorstel reeds aan de consument deed voordat deze het geschil bij de commissie aanhangig maakte, leidt dat uiteindelijk tot een ongegrond verklaring van de klacht. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. De ondernemer is gehouden te handelen overeenkomstig zijn nadere aanbod. Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen. Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van 3 maanden na de betaling door de consument van het daarvoor door de consument te betalen bedrage van € 326,72. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, 8 februari 2002.