De ondernemer voerde het voorschrift van de oogarts uit, waar geen narefractie was aangegeven. Hiertoe was ondernemer dan ook niet verplicht. Onjuiste sterkte is ondernemer niet toe te rekenen.

  • Home >>
  • Optiek >>
De Geschillencommissie




Commissie: Optiek    Categorie: Aansprakelijkheid ondernemer    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: OPT99-0004

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 17 juli 1998 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot levering van een montuur met (door de oogarts aangemeten) glazen tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van ƒ 949,–. Deze overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 29 juli 1998.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak:   Consument heeft op 17 juli 1998 op doktersrecept een montuur met glazen op sterkte gekocht bij [naam ondernemer] te Beilen. Zij had een doktersrecept bij zich, toen zij zich bij de ondernemer vervoegde. Toen consument de bril afhaalde heeft zij reeds tijdens het passen van de brilgeklaagdtegenover de ondernemer, dat het leesgedeelte van de bril niet voldeed. Hierop adviseerde de ondernemer de consument de bril eerst maar een paar weken te dragen. Toen na die periode de klacht niet verdwenen was heeft consument zich wederom bij Lorgnet Optiek vervoegd na voordien nogmaals de oogarts bezocht te hebben. De laatste veronderstelde dat de glazen niet goed geslepen waren dan wel dat het aangemeten montuur te klein was. De consument heeft vervolgens de ondernemer verzocht om andere glazen te leveren, zoals de eerste keer door deze zou zijn toegezegd. In reactie op het verzoek van de consument heeft de ondernemer aangegeven bereid te zijn de glazen te vervangen en de kosten van één glas voor rekening van de ondernemer te laten. Hiermee nam de consument geen genoegen. Als reden werd aangegeven, dat de fout niet door de consument begaan was maar door de ondernemer. De consument geeft bovendien aan, dat Lorgnet Optiek narefractie had moeten uitvoeren, zoals ook op het recept van de oogarts vermeld stond. Hieromtrent heeft de oogarts nader verklaard bij schrijven van 16 januari 1999, dat de op het recept aangegeven refractiewaarde een advies is en niet gelijk te stellen is met een recept of een voorschrift. Met name omdat er tegenwoordig allerlei multifocale glazen in de handel zijn, die alle specifieke en onderscheiden eigenschappen hebben en waarbij bovendien de individuele behoeften en tolerantie-grenzen van de individuele consument een rol spelen evenals het montuur, is het recept op het punt van de refractie als een advies te beschouwen. Daarop wijst ook de vermelding ‘narefractie’ op het recept. De ondernemer is te kort geschoten nu hij deze narefractie achterwege heeft gelaten.   De consument verlangt vergoeding van de kosten voor het laten vervangen van de glazen. Uitgaande van de nota van Lorgnet Optiek betekent dit vergoeding van een bedrag van ƒ 770,–.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak:   De consument is op 17 juli 1998 met in haar bezit een recept van oogarts Schröder te Meppel naar de ondernemer gekomen. De consument deelde mede een bril te willen aanschaffen met daarin glazen met de sterkte zoals aangemeten door genoemde oogarts. De consument gaf aan geen prijs te stellen op nameting door de ondernemer. De glazen zijn vervolgens volgens de opgegeven parameters besteld en ingeslepen in het uitgekozen montuur. Op 29 juli haalde de consument de bestelde bril af en gaf aan moeilijk te kunnen lezen op de aangewende afstand. Op kortere afstand lukte dat wel. Aangeboden werd aan consument een refractie te verrichten om te achterhalen, waardoor het probleem werd veroorzaakt. Onder meer werd de leessterkte nagemeten. Daarbij bleek een verschil van 0,75 dioptrie. Geadviseerd werd vervolgens enige tijd de bril te proberen en, indien de klacht bleef, nogmaals de oogarts te bezoeken. Deze bleef bij de eerdere meetresultaten. Bij een vervolgbezoek aan de ondernemer heeft wederom oogmeting plaatsgevonden en kwam de ondernemer nogmaals tot de bevinding, dat de meetresultaten van de oogarts niet correct waren. Zulks is nadien nog door een andere opticien bevestigd. Een en ander maal is door Lorgnet Optiek uit coulance overwegingen aangeboden de glazen te vervangen en één van beide glazen voor zijn rekening te nemen. Nadat dit aanbod voor de vierde maal verworpen was, heeft de ondernemer het aanbod ingetrokken en aangegeven niet langer bereid te zijn de helft van de kosten voor zijn rekening te nemen. Belangrijke overwegingen waren, dat de glazen exact volgens oogartsrecept vervaardigd zijn en conform de fabrieksrichtlijnen zijn ingeslepen. Een tweede overweging was, dat zo veel tijd geïnvesteerd moest worden, dat het niet langer billijk werd geacht kosten te dragen welke buiten toedoen van de ondernemer waren ontstaan.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld:   Vastgesteld wordt dat de nieuwe bril van consument conform de receptuur van de oogarts werd afgeleverd, zonder dat een narefractie door de opticien was uitgevoerd. De optische doorblikpunten van deze multifocaalbril zijn juist ingeslepen. De leestoeslag van de nieuwe bril is ten minste S + 0,50 dpt. te sterk. Door de hogere sterkte voor nabij is de leesafstand gereduceerd, zijn er meer aberraties en is het optisch gedeelte voor nabij kleiner. Het te sterke leesdeel veroorzaakt de klachten. Overigens spreekt het deskundigenbericht zich niet uit over de vraag of de oogarts op zijn receptuur duidelijk genoeg heeft aangegeven of een narefractie gewenst was.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen:   De Commissie heeft uit de correspondentie en uit hetgeen ter zitting te berde werd gebracht afgeleid, dat de consument voor het opmeten van haar ogen zich gewend heeft tot oogarts Schröder. Vast staat vervolgens dat zij zich met het recept korte tijd na het bezoek aan de oogarts vervoegd heeft bij de ondernemer. Op dit recept is niet expliciet aangegeven, dat narefractie door de ondernemer diende te geschieden. Zulks brengt met zich mede dat de ondernemer niet gehouden was een narefractie te verrichten. Bovendien weigerde consument narefractie. Dit laatste werd overigens betwist door consument.   Voor de Commissie staat vervolgens vast dat de ondernemer geen verwijt kan worden gemaakt waar het aanmeten van glazen met een onjuiste sterkte betreft. De ondernemer voerde op dit punt het voorschrift van oogarts Schröder uit en mocht zulks ook doen.   De Commissie overweegt tenslotte dat de ondernemer één en ander maal uit coulance overwegingen heeft aangeboden nieuwe glazen te verstrekken tegen betaling van één glas. Telkenmale werd door consument dit aanbod afgewezen. De Commissie acht het niet onredelijk dat de ondernemer uiteindelijk heeft aangegeven dit aanbod niet langer gestand te doen. Daaraan verandert niets door het feit dat consument nadien heeft aangegeven alsnog met het inmiddels door de ondernemer ingetrokken aanbod accoord te willen gaan.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is en dat als volgt dient te worden beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek op 18 oktober 1999.