De ondernemer was zorgvuldiger geweest wanneer hij voorlichting over de berekening van toeristenbelasting had gegeven.

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Recreatie    Categorie: Zorgvuldigheid ondernemer    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REC06-0128-2

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de naheffing van toeristenbelasting.
 
Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument huurt sinds een aantal jaren een seizoenplaats bij de ondernemer. Op 20 juni 2006 heeft de ondernemer de consument een rekening gestuurd ad € 45,– wegens naheffing van toeristenbelasting voor het jaar 2005 en op 18 juli 2006 een rekening voor eenzelfde bedrag wegens naheffing toeristenbelasting voor 2006. De consument is het niet hiermee eens. De ondernemer heeft hem in eerste instantie twee nota’s gezonden waarop toeristenbelasting ad € 137,– is opgevoerd. De ondernemer heeft kennelijk een foutieve afdracht gedaan aan de gemeente en daardoor een naheffing gekregen. De tarieven staan vermeld op het aanvraagformulier voor een seizoenplaats.
De tarieven van de gemeente zijn niet gewijzigd. Artikel 4 lid 2 van de Recron-voorwaarden voor seizoenplaatsen dat over extra kosten gaat ontstaan als gevolg van verhoging van lasten en heffingen, is dan ook niet van toepassing.
Volgens de ondernemer is de naheffing veroorzaakt doordat de consument het aantal slaapplaatsen in zijn caravan niet juist heeft opgegeven aan de ondernemer. Daardoor zou de ondernemer een naheffing gekregen hebben van de gemeente. De ondernemer beroept zich op een memo van de heffingsambtenaar van de gemeente waarin wordt omschreven wat er volgens de jurisprudentie als slaapplaats moet worden aangemerkt. Ook een ruimte waarop een voorwerp staat dat geschikt is voor ombouw tot een plaats waarop men kan slapen, zoals een “dinette”, wordt als slaapplaats aangemerkt.
De caravan van de consument beschikt inderdaad over een “dinette” die echter nooit als slaapplaats wordt gebruikt. De consument was er dan ook niet van op de hoogte dat deze “dinette” geldt als twee slaapplaatsen tengevolge waarvan hij op het aanvraagformulier voor een seizoenplaats met het oog op de toeristenbelasting vier slaapplaatsen had moeten invullen in plaats van twee. Indien er meer dan drie slaapplaatsen in een caravan zijn, geldt een hoger tarief voor de toeristenbelasting. De consument meent dat de ondernemer hem hierover informatie had moeten verschaffen. Voorgaande jaren zijn er nooit problemen geweest. Bovendien is er sprake van willekeur. Want recreanten die niet opnieuw een seizoenplaats bij de ondernemer hebben gehuurd, hebben geen naheffing gekregen.
De consument verlangt creditering voor een bedrag van € 90,–.
 
Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Voorheen berekende de ondernemer voor al zijn gasten het tarief aan toeristenbelasting dat gold voor meer dan drie slaapplaatsen. Omdat de tarieven steeds hoger worden, besloot de ondernemer met ingang van 2005 zijn gasten zelf te laten invullen over hoeveel slaapplaatsen ze beschikken. Degenen met drie of minder slaapplaatsen komen dan in aanmerking voor een lager tarief. De ondernemer baseerde zijn afdracht op de opgaven van de recreanten. 
Na controle door de gemeente bleek dat een aantal gasten minder slaapplaatsen heeft opgegeven dan waarover hun kampeermiddel beschikt. De ondernemer kreeg voor die caravans waaronder de caravan van de consument een naheffing voor de jaren 2005 en 2006. De ondernemer meent dat hij de bedragen van de naheffing moet kunnen verhalen op de recreanten die hun formulier niet goed hebben ingevuld. Uit praktische overwegingen heeft de ondernemer besloten “oude” gasten de naheffing niet in rekening te brengen.
 
Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De ondernemer heeft in beginsel het recht een navordering van de gemeente wegens een onjuiste opgave door de consument van het aantal slaapplaatsen in zijn caravan door te berekenen aan de consument, onafhankelijk van artikel 4 lid 2 van de Recron-voorwaarden voor seizoenplaatsen. Het feit dat de ondernemer de navordering niet aan een ieder doorberekent, maar voor “oude gasten” de navordering voor eigen rekening neemt, neemt niet de verplichting van de consument weg de door hem verschuldigde navordering te betalen.
De commissie is echter van oordeel dat het zorgvuldig zou zijn geweest indien de ondernemer die volgens zijn eigen mededeling in 2005 voor het eerst in zijn opgave aan de gemeente een onderscheid maakte tussen caravans met maximaal drie en meer dan drie slaapplaatsen, enige voorlichting hierover aan zijn recreanten had gegeven. Aangezien het in voorgaande jaren voor de berekening van de toeristenbelasting geen verschil maakte over hoeveel slaapplaatsen de caravan beschikt, was het de consument niet duidelijk dat ook slaapplaatsen die slechts potentieel aanwezig zijn, maar nooit daadwerkelijk worden omgebouwd tot slaapplaats, wel meetellen voor het aantal op te geven slaapplaatsen. De commissie ziet hierin aanleiding op grond van redelijkheid en billijkheid het bedrag van de navordering te verdelen over beide partijen in die zin dat slechts de helft, zijnde een bedrag van € 45,– voor rekening van de consument komt.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.
 
Beslissing

De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 45,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 7 maart 2007.