Commissie: Verhuizen
Categorie: Informatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
51216
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 9 november 2009 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het uitvoeren van een verhuizing van een inboedel tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 935,–. Het uitvoeren van de verhuizing vond plaats op 18 januari 2010. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op 18 januari 2010 is tijdens de verhuizing een antieke huwelijkskast van Japanse makelij beschadigd. Zonder gebruik te maken van een lift is geprobeerd de kast door het raam heen te tillen waarbij de kast diverse malen is komen vast te zitten. De kast bleek bij het uitpakken beschadigd. Er is een schademelding verhuiscertificaat gedaan waarin is opgenomen dat de kast door warmte/kou gespleten is en in de gehele lengte is gescheurd. Door de verzekeraar van de ondernemer is een expertiserapport uitgebracht. Die heeft geconcludeerd dat de ondernemer de kast in de omschreven situatie niet had mogen transporteren dan wel de consument had moeten wijzen op het risico van het onderhavige transport. Volgens de expert is het ontstaan van genoemde beschadigingen de ondernemer volledig toe te rekenen. De schade is vastgesteld op € 1.750,– zijnde 70% van de huidige waarde van € 2.500,–. De verzekeringsmaatschappij wijst schadevergoeding af, evenals de ondernemer, omdat de consument de ondernemer had moeten informeren maar daarmee draait de ondernemer de zaken om. De consument verlangt dat de ondernemer het bedrag van € 1.750,– voldoet. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ontstane schade kan niet aan de ondernemer worden toegerekend daar de schade is ontstaan door hevig temperatuurverschil zoals ook blijkt uit het expertiserapport. Uit de door de consument ingediende aanschafnota blijkt dat dat de bewuste kast gevoelig is voor temperatuurverschillen. Deze nota werd achteraf aan de ondernemer overhandigd. De consument heeft verzuimd een dergelijk belangrijke mededeling op de aanschafnota aan de ondernemer te vermelden. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De ondernemer heeft de redenering van de verzekeringsmaatschappij overgenomen en legt de nadruk op de mededelingsplicht van de consument. In principe staat vast dat de betreffende kast onvoldoende beschermd tegen temperatuurverschillen en luchtvochtigheidverschillen is vervoerd en dat de schade daardoor is ontstaan. Het expertiserapport is op dat punt niet betwist noch de daarin opgenomen schade van € 1.750,–. De consument heeft aangegeven met de uitbetaling van dat bedrag genoegen te nemen. De mededeling waarop de ondernemer het oog heeft luidt als volgt: "Belangrijk. Uw antieke Chinese meubel is jaren aan onverwarmde huizen in het Chinese klimaat gewend. Onze Nederlandse huizen zijn uitstekend en goed verwarmd, hierdoor kunnen krimp- en treknaden ontstaan. Om dit zo goed mogelijk te voorkomen is het van belang te zorgen voor een constante vochtigheidsgraad van 60-70%.". Geconstateerd kan daaruit eerstens worden dat sprake is van een Chinese kast en niet van een Japanse, waarvan partijen spreken. Er zou voorts in dit opzicht volgens de ondernemer sprake zijn van een bijzonder risico zijn waarvan de consument – op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden – tevoren mededeling had moeten doen. Een dergelijke omstandigheid acht de commissie echter niet aanwezig waar de ondernemer zich voldoende een oordeel heeft kunnen vormen van de aard van de kast. Niet gesteld kan worden – en dat wordt ook niet gesteld – dat sprake is van een uniek exemplaar. De expert heeft gesteld dat het lage vochtigheidsgehalte in de kast inherent is aan de ouderdom van het meubel en dat het meubel daardoor extra kwetsbaar is voor blootstelling aan sterke verschillen in temperatuur en vochtigheid. Hij heeft niet gesteld dat sprake is van een uniek exemplaar met unieke c.q. afwijkende eigenschappen. Deze vraag is hem kennelijk niet – ook niet nadien – voorgelegd. Dat temperatuur en vochtigheid een rol kunnen spelen bij (de verplaatsing van) houten meubels mag bekend verondersteld worden. Dat bij antiek hout extra voorzichtigheid betracht moet worden is eveneens een notie die bij verhuizers bekend verondersteld mag worden. De ondernemer heeft zich er kennelijk ook over uitgelaten aan de consument dat het verhuizen van de antieke kasten geen probleem zou inhouden. Voorts mag bij een verhuizer bekend verondersteld worden dat er temperatuurverschil zal optreden als een meubelstuk uit een woning wordt gehaald en enige tijd in de buitenlucht zal verblijven. De omstandigheid dat het die dag c.q. die periode erg koud was is een omstandigheid die de ondernemer zelf kon constateren en zelf moest incalculeren. Een mededeling van de consument kan in dat opzicht in alle redelijkheid geen verschil gemaakt hebben. Wat zou de consument overigens hebben moeten mededelen? Dat er een constante vochtigheidsgraad moest zijn in zijn huis? De waarschuwing heeft immers betrekking op de omstandigheden in huis. Dat hij dat niet verkeerd gedaan heeft blijkt uit het feit dat er geen krimp- en treknaden zijn ontstaan tijdens het verblijf in het huis. De waarschuwing heeft geen betrekking op een verplaatsing buitenshuis. De waarschuwing heeft overigens als zodanig ook geen betrekking op een verschil in temperatuur maar met name op luchtvochtigheid. Er is dus om meer redenen geen argument tot het aannemen van een mededelingsplicht in dit geval aan de ondernemer althans geen mededeling die de onderzoeksplicht van de ondernemer zou overstijgen. De klacht is daarom gegrond te achten en de gevraagde vergoeding zal worden toegekend. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument ter finale kwijting een vergoeding van € 1.750,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van de verzending van dit advies tot de voldoening van het bedrag. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 200,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Verhuizen op 24 mei 2011.