Commissie: Voertuigverhuur
Categorie: Schade
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
11208
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit volgens de consument voort uit een op 28 juli 2017 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verhuren van een auto voor de periode van 28 juni tot en met 5 augustus 2017 tegen de prijs van € 335,30.
De overeenkomst is uitgevoerd op/omstreeks voornoemde data.
De consument heeft een bedrag van € 250,71 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
Standpunt van de consument
Na het huren van de auto bij de ondernemer werd door de ondernemer op de auto een grote sleutel kras aangetroffen. Dat gebeurde nadat de auto was geretourneerd. De auto is ingeleverd na sluitingstijd (op zaterdag) welke niet goed was gecommuniceerd door de ondernemer. De maandag daarna werd de consument om 11.04 uur gebeld dat de hoedenplank niet in de auto was, echter om 14.31 uur meldde de verhuurder dat er een kras op de auto zat. Het is niet uitgesloten dat de kras na de (eerste) controle is aangebracht.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De auto is na sluitingstijd ingeleverd, deze sluitingstijd was ook bekend gemaakt op onze website. De algemene voorwaarden bepalen dat de huurder aansprakelijk is voor de auto mocht deze buiten openingstijden worden ingeleverd, tot het moment dat de auto door de verhuurder wordt gecontroleerd.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Wat er ook zij van de tijd waarop/binnen moest worden ingeleverd en de vraag of de ondernemer geopend is geweest, naar het oordeel van de commissie kan in ieder geval worden vastgesteld dat bij eerste inspectie de schade had moeten worden gemeld door de verhuurder. Dat is (naar gemotiveerd door de consument gesteld, en niet/onvoldoende weersproken door de ondernemer) niet gebeurd, slechts het ontbreken van de hoedenplank is gemeld, terwijl eerst later de onderhavige (“sleutelkras”) schade is gemeld. Deze schade is dus te laat gemeld en daarmede heeft de ondernemer het recht op schadevergoeding verspeeld. Aldus dient de consument de betaalde schade terug te krijgen ( € 350,–) bij wege van schadevergoeding en wordt het depot ad € 250,71 aan de consument geretourneerd.
Aldus is de klacht gegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 350,– Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 77,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 485,–.
Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.
€ 250,71 wordt aan de consument overgemaakt.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Autoverhuur, bestaande uit mr J. van der Groen, voorzitter, mevrouw mr. H.C. Dobbelaar–ten Cate en A Vis, leden, op 20 oktober 2017.