Commissie: Energie
Categorie: Fraude
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
57915
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft een vordering wegens schadevergoeding in verband met manipulatie van de elektriciteitsmeter. De consument heeft op 12 mei 2011 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument verzet zich tegen de aansprakelijkheidsstelling voor een bedrag van € 11.967,65 wegens manipulatie van de elektriciteitsmeter ten behoeve van een hennepplantage. De consument voert daartoe zakelijke weergegeven het volgende aan: -de consument betwist dat hij de meter zelf heeft gemanipuleerd. De meter bevindt zich in een afzonderlijke ruimte achter de woning die de consument huurt. Naast deze ruimte bevindt zich nog een ruimte die de consument heeft onderverhuurd. Waarschijnlijk heeft een derde (de onderhuurder) de meter gemanipuleerd. -de consument betwist de aansprakelijkheid en vindt dat de schade hem niet kan worden toegerekend (artikel 17.7 Algemene Voorwaarden). -de consument betwist verder de hoogte van de gestelde schade. De schatting komt de consument onjuist voor. Een geschat verbruik van 27.334 kWh over twee maanden (januari en februari 2011) is zeer ongeloofwaardig bij een verbruik van 14.563 kWh over heel 2010. -de consument betwist dat er twee oogsten zijn geweest. Dit is niet aannemelijk in de korte periode van november 2010 tot 22 februari 2011, waarover de ondernemer spreekt. Er is geen onderbouwing van de aangetroffen vervuiling in de koolstoffilters en ook de genoemde productiedata op de PVC en afzuigapparaten zijn niet met stukken onderbouwd. Met eventueel aanwezige kweekresten en kweekafval kan niet worden bewezen dat er sprake is geweest van een eerdere oogst. Er is geen rapport dat de aannames van de ondernemer onderbouwd. Ter zitting heeft de consument aan de hand van foto’s en tekeningen de situatie ter plekke nader toegelicht. De consument heeft verder nog eens benadrukt dat hem niet kan worden verweten dat hij de zorgplicht heeft geschonden. Het is de consument niet duidelijk wat hij in deze relatief korte periode waarin de manipulatie door een derde heeft plaatsgevonden redelijkerwijs had moeten doen. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op 22 februari 2011 constateerde de politie in aanwezigheid van een fraude-inspecteur van ons dat er onrechtmatige handelingen hebben plaatsgevonden aan de door ons aan de consument als contractant ter beschikking gestelde meetinrichting. Er was een illegale aansluiting buiten de meter om aangebracht, welke liep naar de in het pand aangetroffen hennepplantage en deze voorzag van stroom. Daardoor werd het mogelijk ten behoeve van die kwekerij stroom af te nemen zonder dat dit door de meter werd geregistreerd. De consument is als contractant aansprakelijk voor de hierdoor door ons geleden schade. Wij verwijzen naar de in het verweerschrift geciteerde bepalingen uit de Algemene Voorwaarden. Ook al zouden de onrechtmatige handelingen zijn verricht door een derde, de onderhuurder, dan nog is de consument als huurder van de woning en contractant van ons daarvoor aansprakelijk. Op hem rust de zorgplicht te voorkomen dat dit soort illegale handelingen aan de meter worden verricht. Wij wijzen in dat verband op vaste jurisprudentie van uw commissie en onder meer het gerechtshof in [plaatsnaam]. De onzekerheid die gepaard gaat met een schatting van de schade komt daarom voor rekening van de consument. De fraudespecialist heeft aan de hand van de volgende indicaties vastgesteld dat –naast de huidige kweek- sprake is geweest van één eerdere kweek. Hij heeft dit afgeleid uit de algehele staat van de omgeving van de kweekruimte, de stoflaag die werd aangetroffen, de mate van vervuiling van de waterton en de waterpomp, stof op de vloer en de vervuiling op de koolstoffilters. Ook werd afval gevonden (waaronder kweekbakken) dat duidt op eerdere kweken. De bakken waar de planten in zaten zijn beschadigd, hetgeen erop duidt dat er eerder plantjes in hebben gezeten. Ook de apparatuur is vaker gebruikt en er is vervuiling op de voorschakelapparatuur aangetroffen en het aangetroffen knipschaartje is eerder gebruikt. Wij verwijzen naar de foto’s in het dossier. De aangetroffen resten kunnen niet (alleen) afkomstig zijn van de huidige kweek, nu die nog maar twee weken oud was. Dit betekent dat, gelet op de periode die met het kweken van hennep gemoeid gaat, in de periode van 29 november 2010 tot 22 februari 2011 de hennepkwekerij in werking is geweest (de aangetroffen teelt was tenminste twee weken oud). Dit komt neer op 115 dagen. Op basis van de bevindingen van de fraudespecialist hebben wij een berekening gemaakt op basis van één volledige kweek en de huidige kweek van twee weken. Per aangetroffen kweekruimte (totaal 3) is een aparte berekening gemaakt, waarbij de omvang van het verbruik per kweekruimte is afgestemd op de aanwezige apparatuur. In de bijlage bij het verweerschrift treft u de berekening aan die uitkomt op een totaal niet geregistreerd verbruik van 41.697 kWh. Daarbij is ten gunste van de consument reeds 3.402 kWh in mindering gebracht, omdat op basis van vergelijking met het historisch verbruik is aangenomen dat 3.402 kWh wel via de meter is gegaan. De verdeling van dit niet geregistreerde verbruik in 14.563 over de kweekperiode van 29 november 2010 tot 1 januari 2011 en 27.334 kWh over de periode van 1 januari 2011 tot 22 februari 2011 correspondeert met de lengte van de respectievelijke periodes en is dus wel logisch. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De consument betwist niet de feiten zoals gesteld door de ondernemer met betrekking tot de geconstateerde manipulatie aan de meter en de aangetroffen hennepkwekerij. De commissie is voorts met de ondernemer van oordeel dat de consument, mede gelet op jurisprudentie van het Gerechtshof (o.a. 24 februari 2009, NJF 2009, 298), wel volledig aansprakelijk kan worden gesteld voor de geleden schade. De commissie begrijpt heel goed dat dit als zeer onrechtvaardig wordt gezien door een consument, die slechts verhuurder van ruimtes in het pand is en totaal niet op de hoogte was van de manipulatie aan de meter en de aangetroffen hennepkwekerij. De consument blijft echter als contractant en verhuurder aansprakelijk voor het voorkomen van dit soort manipulaties aan de meter. Ook al zou het een relatief korte periode hebben betroffen, dan nog rust er vanuit diens zorgplicht een verantwoordelijkheid op de consument om, zeker in een situatie van onderverhuur van apart toegankelijke ruimtes met toegang tot de meterruimte, regelmatig controle uit te voeren op de meter. De commissie is voorts van oordeel dat, hoewel een rapport van de fraude-inspecteur in het dossier ontbreekt, de schatting van het illegaal verbruik afdoende is onderbouwd. De bevindingen van de fraude-inspecteur zijn in het verweerschrift uitgebreid aangehaald en het uitgebreid gemotiveerde verweerschrift met bijlagen biedt een concludente onderbouwing van de stellingen van de ondernemer. Aan de schatting ligt uiteraard een inherente onzekerheid ten grondslag, doch dat komt ingevolge vaste jurisprudentie voor risico van de consument. Met name is voldoende onderbouwd dat er aan de huidige kweek van twee weken één volledige kweek is voorafgegaan. De commissie is van oordeel dat dit door de ondernemer in het uitvoerig gemotiveerde verweerschrift, bezien in samenhang met de bijgevoegde foto’s, voldoende aannemelijk is gemaakt. De commissie is van oordeel dat de aangetroffen situatie en met name de mate van vervuiling in de ruimtes en op de diverse apparatuur zeker niet passen bij alleen de huidige kweek die nog maar twee weken oud was. Ook de berekening van de schade als gevolg van niet geregistreerd verbruik, zoals toegelicht in het verweerschrift en de bijgevoegde berekeningen, acht de commissie ruim voldoende onderbouwd. Dit geldt ook voor de verdeling van het verbruik over 2010 en 2011, waar de ondernemer een adequate toelichting op heeft gegeven. De commissie overweegt tenslotte nog dat de beperking van de op te leggen schadevergoeding in artikel 17.7 van de Algemene Voorwaarden tot € 1.130,– slechts ziet op de schade die direct is aangebracht aan de meetinrichting zelf en niet ziet op de schade als gevolg van niet geregistreerd verbruik.
Mitsdien wordt beslist als volgt. Beslissing De commissie verklaart de klacht ongegrond. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 30 november 2011.