Commissie: Energie
Categorie: Ondeugdelijke levering
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
30321
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft de eindnota’s wegens het verbruik van elektriciteit van 21 april 2009 en wegens het verbruik van gas van 15 mei 2009. De consument heeft in april 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Per 1 april 2009 is de consument overgestapt naar een andere leverancier. Op de eindnota van 21 april 2009 staat vermeld dat de consument een bedrag van € 79,20 teveel heeft betaald. De ondernemer maakt echter slechts een bedrag van € 3,39 aan de consument over en houdt ten onrechte het termijnbedrag van de maand mei van € 75,81 in. In mei 2009 is de ondernemer echter niet meer de leverancier van de consument. Op de eindnota van 15 mei 2009 staat vermeld dat aan de consument een bedrag van € 473,32 zal worden gecrediteerd. De ondernemer maakt echter een bedrag van € 414,32 aan de consument over. Ook hier heeft de ondernemer het termijnbedrag van de maand mei van € 59,– ten onrechte in mindering gebracht. De consument stelt zich op het standpunt aldus een bedrag van € 134,81, (€ 75,81 + € 59,–) te weinig te hebben ontvangen van de ondernemer. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft in verband met een leveranciersswitch twee eindnota’s van de ondernemer ontvangen één voor de levering van gas en één voor de levering van elektriciteit. De nota voor elektriciteit is gecorrigeerd in verband met gewijzigde meterstanden. Deze standen zijn correct. Het verbruik is tot en met 1 april 2009 berekend. Het totaal van de eindnota elektriciteit bedraagt € 415,15. Daarvan worden de in rekening gebrachte termijnbedragen die op de component elektriciteit zien in mindering gebracht, zodat het saldo € 79,20 bedraagt. Omdat op dit moment, te weten 21 april 2009, er nog geen eindnota voor gas is gemaakt, wordt er voor de maand april 2009 nog een termijnbedrag gas opgevoerd ten bedrage van € 75,81 zodat een saldo van € 3,39 resteert. Omdat de eindnota voor gas later wordt gemaakt wordt ook nog voor de maand mei 2009 een termijnbedrag gas in rekening gebracht. Vervolgens wordt de eindnota opgemaakt. Het totaal van de eindnota bedraagt € 759,94. Ook hier worden de in rekening gebrachte termijnbedragen in mindering gebracht. Ook de termijnbedragen van april en mei 2009 worden in mindering gebracht. Het termijnbedrag van april 2009 was verrekend op de eindnota elektriciteit, echter het termijnbedrag van mei 2009 was niet betaald, zodat dit bedrag verrekend wordt met het tegoed van de eindnota gas. Er resteert aldus een bedrag van € 414,32. In totaal is een bedrag van € 417,71 aan de consument uitgekeerd. Een en ander is correct gegaan. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Dit geschil betreft de vraag of door de ondernemer op juiste wijze heeft afgerekend met de consument naar aanleiding van de overstap van de consument naar een andere leverancier. Met de consument is de commissie van oordeel dat de verschillende aan de consument gestuurde eindnota’s voor verwarring bij de consument hebben gezorgd of de verrekening al dan niet op juiste wijze heeft plaatsgevonden. De commissie ziet geen taak voor haar weggelegd om de onduidelijke berekening van de ondernemer in dit bindend advies aan de consument uit te leggen, met name niet nu de ondernemer door niet ter zitting te verschijnen de commissie niet nader heeft kunnen informeren over de door haar gemaakte berekening. De tekst van het verweerschrift schept wel enige duidelijkheid en wettigt het vermoeden dat de ondernemer, hoe onduidelijk en verwarrend zijn berekening ook is geweest, de correcte bedragen aan de consument heeft uitgekeerd. Feit blijft dat het ook voor de commissie onduidelijk is waarom de ondernemer op de eindnota elektriciteit een termijnbedrag betrekking hebbend op gas over een periode, te weten de maand mei 2009 waarin de ondernemer geen leverancier meer is, gaat verrekenen. Deze handelwijze laat zich niet goed verklaren door het argument dat de gasrekening op dat moment nog niet was opgemaakt. Gelet op het door de handelwijze van de ondernemer veroorzaakte ongerief acht de commissie een vergoeding ter grootte van € 50,– aan de consument passend en geboden. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 50,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 12 november 2010.