Demagnetisatie vastgesteld; consument aansprakelijk is voor het niet meer functioneren van de elektriciteitsmeter

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Fraude    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: -252564

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de jaarafrekening 2005/2006 d.d. 29 september 2006 betreffende levering elektriciteit over de periode 3 september 2005 tot 19 september 2006.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De afrekening was veel te hoog en ik moest een bedrag bijbetalen van € 2.266,65. Ik heb toen gevraagd de elektriciteitsmeter te controleren en dat is toen ook door de KEMA te Arnhem gebeurd. Deze concludeert: "De meter vertoont een grote positieve fout als gevolg van demagnetisatie van de remmagneet. Er zijn bij KEMA geen mogelijkheden of fouten bekend waarbij een dusdanig extreme demagnetisatie door interne verschijnselen in de meter kan worden veroorzaakt."
De kosten van de KEMA bedragen € 602,01, welke voor mijn rekening dienen te komen aldus de ondernemer.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Zij heeft nog eens benadrukt dat zij niet begrijpt waardoor demagnetisatie is veroorzaakt. Zelf heeft zij niets in de buurt van de elektriciteitsmeter gehouden waardoor een en ander is geschied.

De consument verlangt herberekening en betaling door de ondernemer van kosten van het controleren door KEMA van de meter, in ieder geval 50% daarvan.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Wij handhaven ons standpunt dat de kosten van onderzoek van de meter terecht bij de consument in rekening zijn gebracht. De afwijking van de meter kan immers slechts worden veroorzaakt door een sterk extern magnetisch veld dat zich binnen 10 cm van de meter bevindt. Wij achten het niet aannemelijk dat de consument van dit magnetisch veld niet op de hoogte is geweest.

Over de periode van de eindafrekening tot en met de datum waarop de meter is vervangen (12 oktober 2006) zal een herberekening van het verbruik worden gemaakt.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De ondernemer heeft zijn standpunt nog eens toegelicht en uitdrukkelijk gehandhaafd. Tevens heeft deze de bereidheid uitgesproken om tot herberekening over te gaan.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De meter in geschil bevindt zich in de woning van de consument. Zij heeft een contract tot levering van elektriciteit met de ondernemer. Zij is verantwoordelijk voor de meter voorzover de meter niet goed functioneert als gevolg van een externe oorzaak.

In dit geval heeft de Kema – een landelijk bekend onderzoeksinstituut op het gebied van elektriciteitsmeter – geconstateerd, dat de meter een grote positieve fout als gevolg van demagnetisatie van de remmagneet vertoont. "Er zijn" – aldus de Kema – "geen mogelijkheden of fouten bekend, waarbij een dusdanig externe demagnetisatie door interne verschijnselen in de meter kan worden veroorzaakt." Voorts heeft de Kema vastgesteld:
"Bij inspectie van de uitwendige mechanische toestand van de meter werd geconstateerd dat de zijkant van de meter bekrast is, met name aan de linker kant, waar zich ook de remmagneet bevindt.

Bij inspectie van de inwendige toestand van de meter werden geen bijzonderheden geconstateerd. De remmagneet stond in een normale stand en de stelmiddelen zaten vast. Omdat bovendien de meter met fabriekszegels was verzegeld is verschuiving van de remmagneet of zijn stelmiddel uitgesloten. Conclusie is dat de remmagneet is gedemagnetiseerd… Het dusdanig demagnetiseren van de remmagneet kan ons inziens alleen zijn opgetreden als gevolg van zeer sterk extern magnetisch veld."

De commissie neemt het oordeel uit het deskundigenrapport van de Kema over. Er is voor de commissie geen reden aan de juistheid daarvan te twijfelen, te meer daar ook geen van partijen de inhoud van het rapport heeft bestreden.

Een en ander brengt mee dat de consument aansprakelijk is voor het niet meer functioneren van de elektriciteitsmeter en mitsdien voor de kosten van het onderzoek, die in dit geval € 602,01 bedragen.

De ondernemer heeft schriftelijk toegezegd bereid te zijn tot herberekening van de hoeveelheid door de consument verbruikte elektriciteit over de periode 3 september 2005 tot en met 12 oktober 2006.
Welke uitgangspunten bij die herberekening worden gehanteerd beraadt de ondernemer zich nog. De ondernemer heeft deze toezegging ter zitting nog eens herhaald. Hierdoor is de klacht naar het oordeel van de commissie niet gegrond, nu de herberekening, waartoe de ondernemer zich bereid heeft getoond, voortvloeit uit feiten die aan de consument dienen te worden toegerekend.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Beslissing

De klacht wordt afgewezen.

De consument dient de kosten van het onderzoek door Kema van € 602,01 te betalen, binnen een maand na datum verzending bindend advies.

De ondernemer dient, zoals toegezegd tot herberekening van het elektriciteitsverbruik door de consument, binnen twee maanden na datum verzending van dit advies.

Indien het gedane aanbod niet leidt tot een voor de consument aanvaardbare oplossing, dan kan de consument zich weer tot de commissie wenden zonder opnieuw klachtengeld te betalen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 8 oktober 2007.