Door consument gevorderde kosten komen slechts deels voor vergoeding in aanmerking.

De Geschillencommissie




Commissie: Dakbedekking    Categorie: Kosten    Jaartal: 2012
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 65610

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 8 juli 2011 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot vernieuwing van het platte dak van de woning van de consument (met dampremmende laag, isolatie en een EPDM kunststof dakbedekking) tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 7.375,03. De werkzaamheden zijn verricht in of omstreeks september 2011.   De consument heeft het bedrag van € 7.375,03 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   De consument heeft op 5 oktober 2011 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De door de ondernemer uitgevoerde dakbedekkingswerkzaamheden zijn op verzoek van de consument op 24 oktober 2011 geïnspecteerd door [naam adviesbureau]. Daarbij is gebleken: – dat er scherpe zinkrestanten in het EPDM zijn aangetroffen; – dat er in strijd met de gemaakte afspraken en in strijd met de voorschriften van de fabrikant geen dampremmende laag is aangebracht; – dat de dakrandafwerking niet is aangebracht conform de (vak)richtlijnen; – dat de dakdoorvoeren slecht zijn aangebracht. Een en ander staat vermeld in het door [naam adviesbureau] op 10 januari 2012 uitgebrachte rapport.   Partijen hebben inmiddels overeenstemming bereikt over hoe de ondernemer het werk zal afmaken/herstellen. Dat moet nog wel gebeuren en over de planning daarvan moeten nog nadere afspraken worden gemaakt. Over het vereiste herstel e.d. handelt de klacht van de consument dan ook niet.   De klacht van de consument beperkt zich namelijk tot de kwestie dat door de ondernemer wordt geweigerd om aan de consument bij wijze van schadevergoeding te betalen: – € 535,50 voor het rapport van de inspectie door [naam adviesbureau] op 24 oktober 2011; – € 1380,40 voor de vereiste aanstaande supervisie en eindcontrole van [naam adviesbureau] tijdens de herstelwerkzaamheden; – € 97,– voor door de consument gemaakte onkosten wegens aangetekend verzonden correspondentie.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Ik blijf bij deze klacht en wens daarop een beslissing van de commissie. Daarnaast is door mij nog een nieuwe aanvullende klacht bij de commissie ingediend, en wel zo tijdig dat de ondernemer daarop nog heeft kunnen reageren in de richting van de commissie. Ik wens dat ook op die klacht wordt beslist.    Die nieuwe klacht luidt dat de ondernemer weigert om bij de aanstaande uitvoering van de herstelwerkzaamheden het van het dak te verwijderen (ballast) grind te vervangen door nieuw grind. In het op het dak aangebrachte grind bevinden zich afgeknipte metaalresten (zinkwerk) die scherp zijn en bij lopen over dit dak door de dakbekleding heen kunnen prikken. We tonen hier ter zitting wat we op het dak hebben aangetroffen aan stukjes metaal. De ondernemer wenst namelijk het bestaande grind te hergebruiken nadat het is gecontroleerd op scherpe delen. Dat wil de consument niet omdat zij geen enkel risico wenst te lopen op schade. Het dak moet namelijk zo nu en dan worden betreden.   De consument verlangt dat de ondernemer door de commissie wordt verplicht: – om aan haar bij wijze van schadevergoeding te betalen voormelde kosten; – om na afloop van de herstelwerkzaamheden nieuw (ballast)grind op het dak aan te brengen.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Door de ondernemer is herhaald aangeboden om de dakbedekking te herstellen volgens advies van [naam adviesbureau] en partijen hebben zulks ook afgesproken. Dienovereenkomstig is het werkplan van 3 april 2012 opgesteld. Ook is hierbij aangegeven dat een nieuw dakmembraam wordt toegepast. Ook is goedgevonden door de ondernemer dat de herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd onder toezicht van de [naam adviesbureau] inspecteur. Aangeboden is om van de kosten van het [naam adviesbureau] advies een deel groot € 595,– te betalen. Voor de kosten van de eindoplevering door [naam adviesbureau] is een bijdrage aangeboden van € 300,– Later is in totaal € 1497,– aangeboden (de optelsom van respectievelijk € 895,–, € 250,–, € 300,– en € 52,–). Ook dat is niet geaccepteerd door de consument. De commissie moet nu maar zeggen of en in hoeverre ik gehouden ben om hier te betalen.   Het bestaande (ballast)grind kan bij verwijdering goed worden gecontroleerd op scherpe delen. Die zullen worden verwijderd, waarna het bestaande grind weer op het dak kan worden aangebracht. Nieuw grind is niet nodig en kan niet worden afgedwongen.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Genoegzaam staat tussen partijen vast dat de ondernemer bij de uitvoering van de met de consument overeengekomen dakbedekkingswerkzaamheden enige steken heeft laten vallen. Een en ander zoals dat door [naam adviesbureau] is verwoord in het rapport dat is opgemaakt naar aanleiding van haar inspectie ter plaatse op 24 oktober 2011. Zulks is door de ondernemer tegenover de consument erkend en door hen zijn inmiddels concrete afspraken gemaakt over de wijze waarop de dakbedekking dient te worden hersteld. De betreffende nakomings- en herstelwerkzaamheden moeten nog in onderling overleg worden ingepland en uitgevoerd. Voor zich spreekt dat de ondernemer in deze situatie eventueel ook een redelijke termijn kan worden gesteld waarbinnen de nakoming/het herstel moet plaatsvinden. Geen van partijen heeft hierover een klacht ingediend bij de commissie, zodat hierover dus geen beslissing volgt.   Voor wat betreft de in opdracht van de consument op 24 oktober 2011 uitgevoerde (opleverings)controle geldt dat de kosten daarvan naar het oordeel van de commissie niet kunnen worden aangemerkt als schade die een gevolg is van tekortschieten door de ondernemer. Ook in het geval de ondernemer de overeengekomen dakbedekkingswerkzaamheden wel juist had uitgevoerd, had de consument deze kosten moeten dragen. De kosten zijn niet veroorzaakt door de wanprestatie van de ondernemer en zijn daar in redelijkheid ook niet aan toe te rekenen. Ook geldt dat niet is komen vast te staan dat partijen toen of later alsnog zijn overeengekomen dat de ondernemer die kosten zal dragen. De slotsom moet hier dan ook zijn dat de consument het door haar betaalde bedrag van € 535,50 niet kan verhalen op de ondernemer.   Dezelfde redenering moet worden gevolgd voor de kosten van het gestelde aangetekend verzenden. Ook dat is geen schade die een gevolg is van het (deels) wanpresteren door de ondernemer. Niet is gebleken van het bestaan van een afspraak dat de ondernemer die kosten (deels) voor zijn rekening neemt. Het daartoe strekkende aanbod (om een deel van die kosten te betalen) is immers niet geaccepteerd en geldt hier niet (meer). Ook uit de hier van toepassing zijnde algemene voorwaarden en/of het reglement van de commissie volgt niet dat deze kosten kunnen worden verhaald op de ondernemer. Het omgekeerde is eerder het geval omdat het reglement voorop stelt dat elke partij de kosten van het voorbereiden van deze procedure zelf heeft te dragen behoudens bijzondere omstandigheden. Daarvan is hier geen sprake.   Anders ligt dat met de in opdracht van de consument nog te maken kosten voor supervisie en eindcontrole door [naam adviesbureau]. Van die kosten kan inderdaad gezegd worden dat die zijn veroorzaakt doordat de ondernemer steken heeft laten vallen bij de uitvoering van de overeengekomen werkzaamheden. Daar waar het in een situatie als deze voor de consument onmogelijk is om te controleren of de nader overeengekomen nakomings- en herstelwerkzaamheden correct en kundig worden uitgevoerd door de ondernemer, mag de consument die kosten als aanvullende schadevergoeding vorderen naast de overeengekomen verplichting van de ondernemer om het dakwerk alsnog in orde te maken. Het gestelde totaalbedrag van € 1.380,40 – zoals dat is toegelicht – komt de commissie redelijk voor en zij zal dat bedrag dan ook toewijzen aan de consument ten laste van de ondernemer. Dit met dien verstande dat betaling door de ondernemer middels verrekening toe te passen door de consument eerst aan de orde is c.q. kan zijn in het geval de kosten de consument daadwerkelijk in rekening zijn gebracht. De consument heeft dat aan te tonen tegenover de ondernemer door zending van een kopie van de betreffende factuur.   Voor wat betreft de klacht over het (ballast)grind geldt dat de commissie zal beslissen op deze later aangevoerde klacht omdat de ondernemer daarop alsnog adequaat heeft kunnen reageren en er voldoende gelegenheid is geweest voor hoor en wederhoor. Bovendien brengt de weigering van de ondernemer om te doen wat de consument hier wenst (namelijk toepassing van nieuw grind), mee dat sprake is van een situatie waarbij niet alsnog nakoming door de ondernemer is te verwachten.   De beslissing op de extra klacht luidt dat de commissie het standpunt van de ondernemer juist voorkomt. Zodra het (balast)grind van het dak is verwijderd c.q. op het dak wordt verplaatst, heeft de ondernemer voldoende mogelijkheden en tijd om het grind adequaat te controleren op de aanwezigheid van mogelijke (op termijn) schadeveroorzakende delen. Zinkwerk en andere ongerechtigheden laten zich dan goed verwijderen en de ondernemer zal daar enige tijd aan moeten spenderen. Derhalve is in redelijkheid niet bij wijze van nakoming afdwingbaar dat nieuw grind wordt geleverd en gebruikt in plaats van het oude grind. Deze klacht leidt dus niet tot het daarmee beoogde resultaat.    De slotsom is dat in na te melden zin moet worden beslist. Het depotbedrag moet geheel worden geretourneerd aan de consument omdat de opschorting van de betalingsverplichting van dat gehele bedrag nog steeds terecht is gelet op de ernst van onvolkomenheden, die dus nog moeten worden hersteld door de ondernemer. Wanneer wel moet worden betaald is ter beoordeling aan de consument. Voor zich spreekt dat deze daartoe zal moeten overgaan in het geval is komen vast te staan dat door de ondernemer alsnog deugdelijk en volledig is gepresteerd. Partijen hebben daarover inmiddels afspraken gemaakt. Eerst op dat moment kan de consument zich beroepen op verrekening met het haar toekomend bedrag van € 1.380,40, wat zij dus kan inhouden op het aan de ondernemer te betalen bedrag, mits de ondernemer middels een factuur kan worden duidelijk gemaakt dat dat bedrag inderdaad de consument hiervoor in rekening is gebracht.   Nu deels terecht is geklaagd is de ondernemer tevens gehouden tot betaling van het klachtengeld aan de consument. Op basis van het reglement van de commissie is de ondernemer hier tevens gehouden om de behandelingskosten te voldoen. Voor matiging daarvan bestaat onvoldoende reden.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer is gehouden om aan de consument een schadevergoeding te betalen van € 1.380,40. Dit onder de voorwaarde dat in elk geval tot die hoogte de consument daadwerkelijk kosten voor de eindinspectie in rekening zijn gebracht, hetgeen de consument de ondernemer heeft aan te tonen door de factuur ter kennisneming aan de ondernemer te doen toekomen. Eerst daarna bestaat deze betalingsverplichting van de ondernemer, waaraan kan worden voldaan door dit bedrag in te houden (verrekening) op het bedrag dat de consument gehouden is de ondernemer te betalen nadat de door partijen overeengekomen nakomings- en herstelwerkzaamheden deugdelijk zijn uitgevoerd, te weten het overeengekomen bedrag van € 7.375,03.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,- aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Voorts is de ondernemer gehouden om de behandelingskosten ad € 160,- te betalen aan het secretariaat van de commissie.   Wijst af hetgeen meer of anders is verzocht door de consument.   De commissie bepaalt dat het gehele depotbedrag van € 7.375,03 moet worden terugbetaald aan de consument.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Dakbedekking op 29 juni 2012.