Commissie: Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf
Categorie: Klacht
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
40900
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 20 maart 2009 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het doen van binnen- en buitenschilderwerk verrichten van overeengekomen werkzaamheden tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 23.500,–, welk bedrag is exclusief de optie voor het schilderen van de schutting. De overeengekomen werkzaamheden zijn (na herstelwerk op opleverpunten) beëindigd op 20 juli 2009. De consument heeft een bedrag van € 3.033,06 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft in 21 juli 2009 diens klachten voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Eind maart 2009 ben ik een overeenkomst aangegaan met de ondernemer om mijn toen net verbouwde woning zowel binnen als buiten te schilderen. De kwaliteit van het schilderwerk is echter van dien aard geweest dat ik heb gemeend niet alle rekeningen volledig te moeten betalen. Vanwege langdurige bemiddelingspogingen via AF kan ik niet voldoen aan de eis dat een klacht binnen drie maanden bij de geschillencommissiemoet zijn ingediend. Dit met name omdat zowel AF als ik sinds het eind van vorige zomer in afwachting zijn geweest van een reactie van de ondernemer. Ik heb mijn klachten verwoord in een brief aan de ondernemer van 9 augustus 2009. Graag zou ik u naar dit schrijven (bijlage 4) willen verwijzen, omdat ik een en ander niet beter chronologisch kan beschrijven. In grote lijnen kan ik mij vinden in het rapport van de deskundige die mijn klachten onderschrijft. Ter zitting is namens de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De consument blijft bij wat doorhem is aangevoerd. De bevindingen en conclusies van de deskundige – ook voor wat betreft de toetsing van wat voor meer- en minderwerk in rekening wordt gebracht – wordt door de consument onderschreven. In feite heeft de consument daar niets meer aan toe te voegen. De ondernemer is een vakman. Daarom is door de consument ook voor deze ondernemer gekozen. De consument ziet graag dat de ondernemer de door de deskundige aangeduide herstelwerkzaamheden alsnog uitvoert. De consument verlangt nakoming/herstel door de ondernemer van de punten waarvan de deskundige van de commissie heeft gezegd dat die herstel behoeven. Voorts dient de eindafrekening plaats te vinden met inachtneming van de door de deskundige gedane waardering van het meer- en minderwerk. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De overeengekomen schilderwerkzaamheden zijn, na het oplossen van de opleverpunten van de vooroplevering, naar tevredenheid van de consument opgeleverd. De ondernemer hecht er aan om er nogmaals op te wijzen dat dit geschil eerst is ontstaan na het versturen van de laatste facturen. Dat geschil betrof toen alleen (zie de brief van de consument van 9 augustus 2009) onvrede van de consument over de hoogte van het meer- en minderwerk. Niet is toen (dus) geklaagd over de kwaliteit van het geleverde schilderwerk. Daarover was de consument (weliswaar matig) tevreden. Voor de laklaag op de wanden van de badkamer, keuken en toilet heb ik de consument van te voren gewaarschuwd voor het uiteindelijke resultaat. Door de drukte op het werk is het mogelijk dat er na het schilderen in de nog natte verf stof is neergedaald op de horizontale delen van de kozijnen. Ook hier is door de ondernemer voor gewaarschuwd. De voortgang was echter het belangrijkste. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Ik blijf bij wat door mij is aangevoerd. De ondernemer wenst niet meer in de gelegenheid te worden gesteld om nakomings- c.q. herstelwerkzaamheden uit te voeren. Wat haar betreft wordt door de commissie besloten tot een financiële oplossing. Het probleem van de vergeling van de hoogglans lakverf is iets wat de ondernemer niet heeft kunnen voorzien. De consument persisteerde bij het verlangen om het betreffende houtwerk te voorzien van een hoogglans aflak. De consument is in dat verband gewezen op wat Arbo-technisch wel en niet mag worden uitgevoerd. In dat kader is ook een synthetisch product door de ondernemer genoemd, teneinde de consument toch vooral ter wille te willen zijn. Uiteindelijk is gekozen voor dit nieuwe product van [fabrikant], te weten Rubbol AZ ++. Dit product had in zich om zowel te voldoen aan de esthetische eisen van de consument en kwam zo min mogelijk in conflict met de ARBO-eisen. De ondernemer heeft toen bij die keuze en dat advies niet geweten dat na het aanbrengen van dit product vergeling kan optreden op de plaatsen waar weinig licht doordringt. Eerst later is dit manco naar voren gekomen, ook in de vakpers. Het probleem is m.i. alleen op te lossen door het lakwerk voor te bewerken en vervolgens over te doen met een ander product. Tegenover de ondernemer is door de consument nimmer geklaagd over de her en der optredende vergeling. Dit probleem is eerst bij de deskundige naar buiten getreden en als zodanig benoemd. Er bestaat volgens de ondernemer nog altijd de mogelijkheid dat dit probleem door de ondernemer al dan niet samen met de verffabrikant tot een oplossing kan worden gebracht. Daartoe heeft de ondernemer nog niet de gelegenheid gehad. Naar aanleiding van het standpunt van de deskundige over de corrigerende berekening van het meer- en minderwerk, heeft de ondernemer op zich niets op te merken. Wel wordt er nog op gewezen dat het meerwerk steeds na overleg in opdracht van de consument is uitgevoerd. De deskundige heeft hier kennelijk ook niet aan getwijfeld. De ondernemer heeft ook op goede grond incassokosten tot een bedrag van € 417,69 gemaakt en wenst dat die haar worden toegekend. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld. Partijen waren aanwezig bij mijn bezoek ter plaatse. Het geschil gaat over de kwaliteit van het uitgevoerde schilderwerk en over het meer- en minderwerk. Op verzoek van partijen zal ik, naast de beoordeling van de kwaliteit, ook het meer- en minderwerk opnemen en daar een berekening van maken. Bovendien wil ik opmerken dat ik een onderscheid maak in klachten die zijn ontstaan tijdens de uitvoering en die zijn ontstaan na een langere periode na de oplevering. Deze laatste categorie geef ik in de tekst aan. Dit op verzoek van de ondernemer. Op aanwijzing van de consument is het volgende geconstateerd: Binnenschilderwerk algemeen De wanden van de toiletten en badkamer zijn behandeld met een muurverf (donkere kleur) en zijn daarna overgestreken met een blanke acrylllak (parketlak). Het geheel is " bont" opgedroogd. Zie punt 5: toelichting. De vergeling betreft een klacht na langere periode. De laklaag van die onderdelen die geen of zeer weinig daglicht krijgen, is sterk vergeeld. Dit betreft o.a. de binnenkanten van deuren, kozijnen van toiletten, kasten en plinten. Zie punt 5: toelichting deskundige. Binnenschilderwerk, meer specifiek Toilet, begane grond en toilet verdieping: – de onderzijde van de planken en de ondersteuningslatjes in het kastje, zijn ruw afgewerkt. – de wanden van het toilet zijn bont afgewerkt. – vergeling van de binnenzijde deur en kastdeurtjes. Gang – in de laklaag van een plint bevind zich een grote zakker. Gang en woonkamer, raamkozijnen en tuindeuren – in de laklaag van de onderdorpels van de raamkozijnen bevindt zich veel stof. Bij de tuindeuren komt dit in mindere mate voor. Werkkamer – sterke vergeling van de laklaag, binnenzijde kastdeuren. – de diktekanten van het kastkozijn zijn niet behandeld. Speelkamer – de zijkanten van de tuindeuren zijn niet afgeschilderd. – de laklaag van een plint en de binnenzijde van de kastdeuren zijn sterk vergeeld. Blauwe wand (klacht na langere periode) – deze wand is door de consument zelf geschilderd. Om een strakke afwerking te verkrijgen met de lichter gekleurde wanden heeft de consument deze afgeplakt met plakband. Na verwijdering van het plakband is op enkele plaatsen de muurverf mee los getrokken van de ondergrond. Vraagstelling: is de hechting van de muurverf op de ondergrond wel goed geweest? Mijn antwoord: dit is discutabel. Het is namelijk afhankelijk van vele factoren, namelijk: wat voor een welk type plakband heeft men gebruikt. Wat voor een kleefkracht heeft het plakband en met welke druk heeft men die aangebracht. Woonkeuken – de zijkanten van de tuindeuren (ter plaatse van het aanrecht) zijn niet afgeschilderd. – in de laklaag van de liggende delen van de tuindeuren (bij de tafel) en het raamkozijn bevindt zich veel stof. – bij beide raamkozijnen zijn kleine verfblaartjes op de stijl aanwezig (klacht na langere periode). Trapopgang – op de donkere afgewerkte traptreden bevinden zich op enkele plaatsen kleine witte verfspettertjes. Vloeren overloop en slaapkamers -wanneer men het oppervlak van de vloer onder een bepaalde hoek beoordeeld zijn er op diverse plaatsen stof of ander ongerechtigheden zichtbaar in de laklaag. Dat geldt met name bij het trap oplopen, als het gezichtsveld ter hoogte van de overloop komt. Zie punt 5: toelichting deskundige. Vloeren overloop en slaapkamers; raamkozijn. – in de laklaag van de onderdorpels van het raamkozijn bevindt zich veel stof. Slaapkamer ouders – sterke vergeling van de laklaag, binnenzijde kastdeuren. Plaatselijk treedt er ook verkleuring op in de afwerklaag van de vloer. Slaapkamer ouders; bovenzijde en andere liggende delen van de bedombouw, inclusief twee kastjes. – in de laklaag bevindt zich plaatselijk stof. In zijn algemeenheid is de ombouw goed geschilderd. Stoffen bekleding bed – op de stoffen bekleding van de bedombouw bevindt zich plaatselijk een klein vlekje donkere verf. (het betreft dan de kleur van een wand). Badkamer raamkozijnen – in de laklaag van de onderdorpels bevindt zich veel stof. Wand spiegel – de afwerklaag is bont afgewerkt. Dit wordt extra geaccentueerd door een lichtspotje. – op de donkere vloer zijn op enkele plaatsen kleine witte verfspettertjes zichtbaar. Kinderkamers, vloer – sterke vergeling van de laklaag van de vloer, onder een weggeschoven "dekenkist". Kinderkamers; raamkozijnen en bovenzijde bedombouw. -In de laklaag van de onderdorpel en de bovenzijde van de ombouw bevindt zich veel stof. Buitenschilderwerk Voordeur – er is geprobeerd om de authentieke voordeur op alle mogelijke manieren bouwkundig in een goede staat te brengen. Allerlei inzetstukken zijn zichtbaar. Dit is niet gelukt. De naden en dergelijke zijn allemaal opengebarsten. Deze deur is niet verantwoord te schilderen. Muurwerk – een klein deel van de zijgevel, links van de tuindeuren van de woonkamer, is op een andere hoogte vanaf de grond afgewerkt dan rechts van de deuren. Opmerking: dit is een opmerking van de consument om aan te tonen dat er slordig is gewerkt. Gepleisterde voorgevel – dit is minderwerk. Deze is namelijk niet behandeld. Meerwerk Facturen [nummers], te weten: kasten en bedden en ombouwen enz. Facturen [nummers], te weten: overschilderen raamkozijnen, buitenwerk Minderwerk Facturen [nummers], te weten: muurwerk voorgevel (want deze is onbehandeld) en raamkozijnen voorgevel (deze moeten nog eenmaal behandeld worden). Facturen [nummers], te weten: plinten woonkamer. Herstel Herstel is technisch mogelijk en wel als volgt: Voor wat betreft de vergeelde oppervlakken: deze onderdelen licht afschuren en overschilderen met watergedragen lakverf. Wanden – de wanden van de toiletten en badkamer eenmaal oversausen met een muurverf. Toilet begane grond en toilet verdieping – de onderzijde van de planken en de ondersteuningslatjes in het kastje schuren, bijwerken en overschilderen. Gang – de grote zakker afschuren, bijplamuren en overschilderen. Gang en woonkamer – de onderdorpels van de raamkozijnen licht afschuren en overschilderen. Werkkamer – de diktekanten van het kastkozijn schilderen. Speelkamer – de zijkanten van de tuindeuren overschilderen. Woonkeuken – de zijkanten van de tuindeuren afschilderen. – de liggende delen van de tuindeuren (bij de tafel) en het raamkozijn licht afschuren en overschilderen. – de kleine verfblaartjes op de stijl verwijderen, bijwerken en overschilderen. Trapopgang/raamkozijn – op de donkere afgewerkte traptreden bevinden zich op enkele plaatsen kleine witte verfspettertjes. Licht afschuren en overschilderen. – de onderdorpel van het raamkozijn afschuren en overschilderen. Badkamer/raamkozijnen. – de onderdorpels licht afschuren en overschilderen. – de verfspettertjes op de tegelvloer verwijderen. Kinderkamers/raamkozijnen en bovenzijde bedombouw. – de laklaag van de onderdorpel en de bovenzijde van de bedombouw licht afschuren en overschilderen. De herstelkosten zullen zijn: Loonkosten 12 uur à € 40,– = € 480,– Materiaalkosten € 120,– Totaal Loon- en materiaalkosten € 600,– BTW 6% = € 36,– Totaal inclusief BTW € 636,–. Meer- en minderwerk De onderstaande prijsvorming is gebaseerd op de tijdseenheden uit het Tijdnormenboek voor schilderwerkzaamheden. (uitgave van het Bedrijfschap Schildersbedrijf). Eenheden zijn door mij tijdens de inspectie opgemeten. De ingediende facturen van het Schildersbedrijf zijn uitgevoerd in regie. MEERWERK Facturen [nummer] en [nummer]. Gefactureerd is in totaal € 2.188,39 Berekening deskundige: Kasten en bedden en ombouwen enz. Loonkosten 39 uur a € 40,– = € 1.560,– Materiaalkosten € 304,– Totaal Loon- en materiaalkosten € 1.864,– BTW 6% = € 111,84 Totaal inclusief BTW € 1.975,84 Factuur [nummer]. Overschilderen raamkozijnen buitenwerk. Zie Toelichting, hieronder MINDERWERK Factuur [nummer]. Plinten woonkamer Gecrediteerd is in totaal € 350,– Berekening deskundige: Loonkosten 4 uur à € 40,– = € 160,– Materiaalkosten € 40,– Totaal Loon- en materiaalkosten € 200,– BTW 6% = € 12,– Totaal inclusief BTW = € 212,– Factuur [nummer]. Muurwerk en Houtwerk, voorgevel Gecrediteerd is in totaal € 1.235,20 Berekening deskundige: Loonkosten 16,5 uur à € 40,– = € 660,– Materiaalkosten € 170,– Totaal Loon- en materiaalkosten € 830,– BTW 6% = € 49,80 Totaal inclusief BTW = € 879,80 Toelichting Houten vloeren overloop en slaapkamers De vloeren zijn 3x geheel behandeld met lakverf. Het stofvrij lakken van dergelijke vloeren is niet mogelijk. Het stof dat zich bevindt tussen de naden en kieren van de planken is nooit geheel te verwijderen. Men zal altijd stof in het "liggend"" oppervlak waarnemen. Factuur vloer De vloeren van de overloop en ouders slaapkamer moesten overgeschilderd worden omdat deze niet netjes was afgewerkt door het Schildersbedrijf. Hierdoor ontstond er een kleurverschil met de aangrenzende kinderkamers, met als gevolg dat deze ook overgeschilderd moesten worden. Ik mag hier geen oordeel over geven. De commissie moet in deze beslissen of dit reëel is. Vergeling lakverf De laklaag van die onderdelen die geen of zeer weinig daglicht krijgen, is sterk vergeeld. Dit betreft o.a. de binnenkanten van deuren en kozijnen van de toiletten, kasten en plinten. De toegepaste lakverf is een nieuw type lakverf van [naam fabrikant], te weten Rubbol AZ ++. Dit is een type lakverf dat voldoet aan de nieuwe milieu eisen die per 1 januari 2010 wettelijk verplicht zijn. Het is een algemeen bekend staand feit dat synthetisch lakverven, als nadelige eigenschap hebben dat ze vergelen. De vergeling wordt versterkt als het geschilderde oppervlak geen of weinig daglicht ontvangt. Dit heeft o.a. te maken met het afbreken van de onverzadigde vetzuren die aanwezig zijn in het bindmiddel, alkydhars. Met de nieuwe wetvoorschriften is het gehalte oplosmiddel verminderd en het gehalte bindmiddel verhoogd. Dit heeft als gevolg dat de hoeveelheid linoleenzuur ook is verhoogd en dus ook de vergelingsgraad. Navraag door mij bij de [fabrikant] bevestigde dit euvel. Opgemerkt dient te worden dat deze synthetische lakverven niet voor binnenschilderwerk toegepast mogen worden. Men is verplicht watergedragen verven te gebruiken. Dit is een ARBO eis. Toch worden nog steeds synthetische verven binnen toegepast. Dit wordt gedaan omdat men vindt dat deze een fraaier en strakker resultaat geven dan de watergedragen verven. Het wordt dus gedaan voor de klant en voor de vakman zelf. De ondernemer zegt de keuze van het materiaal met de consument te hebben besproken. Bontheid van geschilderde wanden De in een donkere kleur gesausde wanden van de toiletten en badkamer zijn overgeschilderd met een blanke acryllak. Het geheel is vlekkerig (bont) opgedroogd. Naar mijn mening zijn de nieuw gestuukte wanden niet of onvoldoende behandeld met een voorstrijkmiddel die de zuiging van de ondergrond opheft. Als men over een dergelijke ondergrond " oververnist " zal men het verschil in zuiging van de ondergrond waarnemen als vlekkenen als een onregelmatig strijk/rolpatroon. Dit zal men met nogmaals vernissen niet verbeteren. Factuur van het overgronden van de raamkozijnen vanwege wijziging kleur kozijnen Door partijen wordt bestreden wie dit veroorzaakt heeft. De consument zegt dat de kleurkeuze nog bepaald moest worden en de aannemer beweert dat de kleuren al bekend waren. Ik heb hier geen berekening van gemaakt. Stoffen bekleding bed Dit is mijn in ziens een verzekeringskwestie. Algemene opmerking De door mij gemaakte op- en aanmerkingen geven misschien de indruk dat het schilderwerk niet vakkundig is uitgevoerd. Toch is dat wel het geval. Waarneembaar is dat het werk vakkundig is uitgevoerd. Ik heb de indruk dat het werk onder tijdsdruk is uitgevoerd. Dit baseer ik mede op de stoffige afwerkingen van de onderdorpels en bedombouwen. Daarnaast is er de "pech" van het vergelen van de lakverf. De deskundige heeft op verzoek van de commissie nog aanvullend als volgt gerapporteerd (afschrift daarvan is tijdig voor de zitting verzonden aan partijen): Nader is de deskundige gevraagd of het herstel van de vergeelde onderdelen was doorberekend in de voor herstel berekende uren, te weten in totaal 12 uren. De deskundige heeft daarop als volgt gereageerd. Zoals nu blijkt ben ik helaas niet duidelijk geweest. Ik omschrijf namelijk wel wat er technisch moet worden gedaan. Ik heb het daarentegen niet berekend. De aangegeven 12 uur is de tijd die benodigd is voor de andere omschreven gebreken/tekortkomingen. Ik heb het namelijk niet berekend omdat ik dit punt zeer problematisch vind om daar een uitspraak over te doen. Om die reden heb ik toen onder punt 5, een toelichting gegeven. Aan deze toelichting wil ik nog toevoegen dat, indien men alleen de vergeelde oppervlakken overschildert, er een grote kans bestaat dat er dan kleur- en glansverschillen kunnen ontstaan met de niet geschilderde onderdelen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Partijen zijn het er over eens dat nog open staat het in depot gestorte bedrag groot € 3.033,06(te weten € 4.200,28 minus de laatste betaling van € 1.167,–). De commissie constateert dat noch in de “klachtbrief” van de consument aan de ondernemer van 9 augustus 2009 noch bij het aanhangig maken van dit geschil bij de commissie door de consument is geklaagd over de door de deskundige geconstateerde vergeling van de aangebrachte glanslak daar waar weinig tot geen licht komt. Dat het probleem toen niet als zodanig door de consument is benoemd, kan als reden hebben dat de door de deskundige op diverse plaatsen geconstateerde vergeling nog niet goed kon worden vastgesteld. Feit is wel dat dit probleem van de plaatselijke vergeling van de glanslak dus niet formeel als klacht aan de commissie is voorgelegd en nog belangrijker: die klacht is niet overeenkomstig het daartoe bepaalde in de algemene voorwaarden, eerst voorgelegd aan de ondernemer. Zulks is noodzakelijk om de ondernemer in de gelegenheid te stellen het probleem – al dan niet in vooroverleg met de desbetreffende verffabrikant – alsnog op te lossen. Partijen zijn in de algemene voorwaarden overeengekomen dat dit de weg moet zijn. Eerst als is gebleken dat dit niet heeft geleid tot het verhelpen van de klacht en het geschil van partijen daardoor is ontstaan, kan de consument zich wenden tot de commissie. Door de ondernemer is terecht aangevoerd dat aldus beschouwd door de deskundige is gerapporteerd over een (nog) niet aanhangige klacht. Dit is voldoende reden voor de commissie om de consument niet-ontvankelijk te verklaren voor wat betreft het meergenoemde punt van de vergeling van de glanslak. De consument zal op die basis dus opnieuw bij de commissie kunnen klagen nadat eerst daarover separaat is geklaagd bij de ondernemer. Voor wat betreft de overige hier wel aan de orde zijnde klachten dient als volgt te worden beslist. De commissie verenigt zich met de bevindingen en de conclusies van de deskundige en maakt die tot de hare. Dit voor zover hierna niet alsnog anders wordt beslist. Dit betekent allereerst dat de commissie voor wat betreft het door de deskundige met uitzondering van de “Vergeelde oppervlakken” noodzakelijk geoordeelde herstelwerkzaamheden, de ondernemer zal verplichten tot het uitvoeren van al het door de deskundige in diens rapport onder “Herstel” noodzakelijk geoordeelde herstelwerk. De commissie treedt in zoverre dus niet in het verzoek van de ondernemer om een financiële oplossing te bepalen. Namens de consument is uitdrukkelijk aangevoerd dat zij nakoming/herstel door de ondernemer van hetgeen de deskundige noodzakelijk heeft bevonden, graag zien gebeuren, juist ook vanwege het vakmanschap van de ondernemer. Reden voor de commissie om ook zo te beslissen. Vervolgens verdient hier constatering dat van de door partijen overeengekomen aanneemsom de vijfde termijn groot € 2.300,– niet door de consument is voldaan. Nu niet tot (gedeeltelijke) ontbinding van het overeengekomene zal worden beslist, is de verplichting van de consument tot betaling van dit bedrag aan de ondernemer in beginsel gegeven. De verschuldigdheid van dat bedrag als zodanig is ook niet door de consument weersproken. Het geschil van partijen zit hem nu immers alleen in de afrekening van het meer- en minderwerk. Wat dan resteert is de beoordeling van hetgeen de consument aan meer– en minderwerk in rekening is gebracht. Gesteld noch gebleken is dat partijen bij meer- minderwerkopdrachten afzonderlijk aanneemsommen zijn overeengekomen. Dit betekent dat steeds sprake is van het op basis van de prijsvormingsmethode “regie” in rekening brengen van werkzaamheden en materialen. Dit maakt dat de commissie kan en mag toetsen of hetgeen is berekend, in redelijkheid in rekening mag worden gebracht. De commissie stelt eerst vast dat door de ondernemer achtereenvolgens als volgt meer- en minderwerk bij de consument in rekening is gebracht: factuur[nummer] (meerwerk vloeren slaapkamers) ad: € 371,– factuur[nummer] (creditering van factuur[nummer]) (minus): € 371,– factuur[nummer] (overeengekomen prijs vloeren slaapkamers): € 350,– factuur[nummer] (magneetverf) ad: € 58,43 factuur[nummer] (meerwerk 1e etage, kasten bedden en ombouwen): € 1.509,67 factuur[nummer] (meerwerk wijziging kleur kozijnen buiten in RAL 9010) ad: € 827,67 factuur[nummer] (meerwerk diversen): € 678,72 factuur[nummer] (extra materiaal Wijzonol) ad: € 60,57 factuur[nummer] (creditering vloerplinten woonkamer) ad (minus): € 349,80 factuur[nummer] (creditering werkzaamheden voorgevel) ad (minus): € 1.235,20 Aldus is in totaal door de ondernemer voor meer- en minderwerk gerekend: € 1.900,06 Op basis hiervan stelt de ondernemer dat de consument aan haar is verschuldigd € 4.200,06 (te weten voormelde 5e termijn van € 2.300,– + € 1.900,06). Vaststaat dat hierop door de consument is betaald € 1.167,–, zodat naar zeggen van de ondernemer nog openstaat het bedrag van € 3.033,06. Dit aldus berekende bedrag is – zoals overwogen – door de consument bij het secretariaat van de commissie in depot gestort. Door de consument is – voor zover thans nog relevant – geklaagd over de hoogte van de facturen [nummers]. Dit met dien verstande dat door de consument is aangevoerd dat hij alleen bereid is om op factuur [nummer] € 661,67 te betalen. Op de andere facturen wenst de consument niet te betalen. De deskundige heeft de meerwerknota’s in geschil tegen het licht gehouden. Dit met als resultaat dat voor het samenstel van de facturen [nummers] niet meer in rekening mag worden gebracht dan € 1.975,84 (in plaats van € 2.188,39). Aldus komt de deskundige hier dus tot de conclusie dat door de ondernemer € 212,55 te veel in rekening is gebracht. Op de enkele dan nog resterende meer- minderwerk discussie wordt niet meer door de deskundige ingegaan, waaruit de commissie de conclusie trekt dat in zoverre terecht en juist is gedeclareerd. De commissie mag daarvan uitgaan. Het gaat in dit geschil niet meer aan om de creditfactuur [nummer] op juistheid te toetsen. Daarover bestaat immers geen geschil meer, nadat de ondernemer deze creditering tot een feit heeft gemaakt. Van het desbetreffende vorderingsrecht is aldus door de ondernemer onvoorwaardelijk alsnog afstand gedaan. Ditzelfde geldt onverkort voor de creditfactuur [nummer]. Het is de ondernemer geweest die die creditering heeft doen gelden tot het bedrag van € 1.225,20. Die creditering is buiten geschil, en het gaat niet aan om die creditering alsnog in het nadeel van de consument minder te doen zijn. De slotsom moet aldus rekenend zijn dat de consument nog gehouden is aan de ondernemer te betalen € 3.033,06 minus € 212,55 = € 2.820,51. De door de ondernemer gevorderde incassokosten lenen zich naar het oordeel van de commissie niet voor toewijzing, nu die kosten in hoofdzaak zijn gemaakt na ontvangst door de ondernemer van de meergenoemde brief van de consument van 9 augustus 2009. De ondernemer had zich deze kosten toen kunnen besparen door de consument op deze wijze van geschillenbeslechting te wijzen en/of door zelf die weg te bewandelen, nu uit die brief bleek dat niet alleen sprake was van een incassokwestie maar ook van inhoudelijke klachten. Nu door de consument deels terecht is geklaagd is de ondernemer op basis van het reglement van de commissie gehouden om tevens het klachtengeld te voldoen aan de consument. Ook is de ondernemer om die reden behandelingskosten verschuldigd. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Verklaart de consument om reden als voormeld niet-ontvankelijk voor zover door hem tevens bedoeld is te klagen over het probleem van de “vergeelde oppervlakken”. Verplicht de ondernemer om bij wijze van nakoming al de herstelwerkzaamheden die in het rapport van de deskundige onder “Herstel” zijn vermeld, met uitzondering dus van het verhelpen van het meergenoemde probleem van de “vergeelde oppervlakken”. Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van twee maanden na de verzenddatum van dit bindend advies. De ondernemer brengt de consument ter zake deze herstelwerkzaamheden geen kosten in rekening. Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen. De consument is bij wijze van nakoming aan de ondernemer verschuldigd te betalen voormeld pro resto bedrag van € 2.820,51. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 230,–. Zodra de commissie bericht heeft ontvangen van beide partijen dat de hierboven aangeduide herstelwerkzaamheden overeenkomstig de beslissing zijn geschied, zal het depotbedrag van € 3.033,06 als volgt worden verrekend: € 2.820,51 wordt overgemaakt aan de ondernemer; het restant ad € € 212,55 wordt terugbetaald aan de consument. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Aldus beslist door de Geschillencommissie Schilders- Behangers- en Glaszetbedrijf op 13 augustus 2010.