
Commissie: Recreatie
Categorie: Informatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REC08-0154
De uitspraak:
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument is van oordeel dat de drie door de vader van de consument ondertekende aanmeldingsformulieren die de ondernemer heeft overgelegd als bewijs voor het bekend zijn van de bepaling dat de staanplaats na het bereiken van de leeftijd van 30 jaar van het kampeermiddel niet meer ter beschikking zou worden gesteld, niet beschouwd kunnen worden als overeenkomsten noch als aanvulling op de lopende overeenkomst. Deze aanmeldingsformulieren zijn eenzijdig aan de consument opgelegd. Er is dan ook sprake van eenzijdige wijziging van de voorwaarden ten nadele van de recreant. Bovendien blijkt niet uit de betreffende aanmeldingsformulieren dat de consument onomstotelijk akkoord gegaan zou zijn met de voorwaarden waarnaar de ondernemer verwijst. De folder van de ondernemer uit 2000 bestond niet op het moment dat de overeenkomst werd aangegaan. Deze folder is naderhand eenzijdig opgelegd. Er is geen bewijs overgelegd dat de vader van de consument akkoord is gegaan met de verscherping van de regels in de folder. In zijn schrijven van 15 augustus 1999 erkent [naam vorige eigenaar] het leeftijdscriterium. Een dergelijke erkenning zegt slechts iets over de overeenkomst tussen [vorige eigenaar] en de ondernemer. Concluderend kan worden gesteld dat vaststaat dat het leeftijdcriterium niet is overeengekomen ten tijde van het sluiten van de overeenkomst. Dit is dus een achteraf opgelegde regeling die nimmer door de vader van de consument is geaccepteerd. Enig objectief bewijs hiervan is tot op heden niet door de ondernemer overgelegd. Daarnaast zou de betreffende regeling een verruiming van de opzeggingsgronden in de Recron-voorwaarden inhouden. Bovendien is sprake van schending van de contra-proferentemregel van artikel 6:138 lid 2 BW. De consument wijst ook op artikel 2 lid 7 van de Recron-voorwaarden waarin wordt bepaald dat alleen individuele van de Recron-voorwaarden afwijkende afspraken zijn toegestaan die ten voordele van de recreant strekken. De consument blijft dan ook van oordeel dat de ondernemer ten onrechte een beroep doet op het leeftijdcriterium. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer overlegt drie aanmeldingsformulieren die door de vader van de consument zijn ondertekend op resp. 29 januari 1999, 3 januari 2000 en 5 januari 2001. In de aanmeldingsformulieren wordt vermeld dat de standplaats ter beschikking wordt gesteld “onder de bepalingen welke in de tegelijkertijd met dit formulier uitgereikte folder van de ondernemer en op de achterzijde van dit formulier zijn opgenomen. In artikel 6 lid c van de aan de achterzijde en in de folder opgenomen voorwaarden wordt bepaald: “De standplaatsen worden maximaal voor één seizoen toegewezen. Ieder seizoen dient opnieuw een plaats te worden aangevraagd. Geen standplaats wordt ter beschikking gesteld wanneer 1e Kampeermiddel of één van de kampeermiddelen 30 jaar of ouder is (geldt vanaf seizoen 2001) 2e …” De vorige eigenaar wees staanplaatsen slechts voor één seizoen toe. De vorige eigenaar hanteerde reeds een leeftijdcriterium. Hij deelde de ondernemer mee dat hij aanvankelijk als grens een leeftijd van 25 jaar hanteerde, maar in de jaren negentig op verzoek van vele recreanten de leeftijdgrens naar 30 jaar heeft opgetrokken. Vanaf 2001 verhuurt de huidige ondernemer vaste staanplaatsen. Dat het bekend was dat er een leeftijdcriterium gold onder de oude eigenaar blijkt ook uit een schrijven van 15 augustus 1999 van [de vorige eigenaar] dat door de ondernemer wordt overgelegd. De ondernemer beschouwt het hanteren van een leeftijdcriterium als voortzetting van bestaand beleid. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. In het Tussenadvies heeft de commissie geoordeeld dat de bepaling dat een caravan met een leeftijd van 30 jaar of ouder niet langer op de standplaats mag staan, de kern van de overeenkomst betreft en daarom niet eenzijdig door de ondernemer in het kader van wijziging van de informatie kan worden opgelegd. Indien een dergelijke bepaling niet bij het aangaan van de eerste overeenkomst is overeengekomen, kan deze later wel worden ingevoerd door een wijziging van de Recron-voorwaarden die tot stand komt in overleg tussen Recron, ANWB en Consumentenbond. De commissie meent echter dat indien de ondernemer later een dergelijke regeling in zijn reglement invoert en een recreant daarmee akkoord gaat, hij daaraan is gebonden. Indien een recreant een dergelijke wijziging van het reglement weigert te accepteren, kan hij echter naar het oordeel van de commissie niet worden gedwongen zijn overeenkomst te annuleren. De ondernemer beroept zich er op dat de vader van de consument akkoord is gegaan met het leeftijdcriterium en ten bewijze daarvan heeft hij thans drie door de vader van de consument ondertekende aanmeldingsformulieren overgelegd. Volgens de ondernemer sloot de vorige eigenaar slechts contracten voor één seizoen met zijn recreanten, zoals ook blijkt uit de overgelegde aanmeldingsformulieren. De aanmeldingsformulieren moeten naar het oordeel van de commissie worden gezien als een aanbod van de ondernemer aan de recreant in het volgende seizoen weer een overeenkomst aan te gaan. Dit aanbod werd gedaan onder de voorwaarde van toepasselijkheid van de bepalingen die aan de achterzijde en in de folder van de camping zijn opgenomen. Door acceptatie van dit aanbod – hetgeen blijkt uit de ondertekening van de formulieren -, werd de vader van de consument gebonden aan de bepalingen in de folder waaronder het leeftijdcriterium. De consument heeft tijdens de mondelinge behandeling meegedeeld dat zijn vader op de hoogte was van het leeftijdcriterium. Deze bepaling kwam dus niet onopgemerkt tot stand. Vermoedelijk was het niet in overeenstemming met de Recron-voorwaarden dat de vorige ondernemer een seizoenplaats aanbood in plaats van een vaste standplaats. Ook bij een vaste plaats is het echter gebruikelijk ieder jaar een nieuwe overeenkomst toe te sturen waarin wordt verwezen naar de dan geldende voorwaarden. Gebleken is dat de huidige ondernemer bestaand beleid heeft voortgezet. De commissie is het dan ook niet eens met de stelling van de consument dat er sprake is van een eenzijdig opgelegde regeling die nooit door de consument of diens vader is geaccepteerd. De commissie meent dat door het ondertekenen van de aanmeldingsformulieren waarin wordt verwezen naar de toepasselijkheid van de bepalingen in de folder waarvan het leeftijdcriterium deel uit maakt, de consument die bepalingen heeft geaccepteerd. Door acceptatie is geen sprake meer van eenzijdigheid. De consument komt derhalve tot de conclusie dat opzegging op grond van het leeftijdcriterium in dit geval gerechtvaardigd is. De klacht is dan ook niet gegrond. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 2 november 2009.