
Commissie: Wonen
Categorie: Orderbevestiging
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
68350
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 19 juli 2009 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een badkamer tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 4.227,–. De levering vond plaats op of omstreeks 16 juli 2010. (Gedeeltelijk) Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op 16 juli 2010 zijn een aantal badkamerartikelen geleverd. Ik had klachten over een aantal artikelen. Bovendien is met de verkoper afgesproken, dat er een aantal artikelen zou worden aangepast. Thans wenst de ondernemer, dat er nog resterende artikelen worden afgenomen. Als deze niet worden afgenomen wordt een bedrag van € 628,80, zijnde 30% van € 2.131,– gevorderd. Mede door persoonlijke omstandigheden ben ik niet van plan om dit bedrag te betalen. De consument verlangt, dat de zaak thans als afgehandeld wordt beschouwd. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft op 19 september 2009 een koopovereenkomst getekend inzake de levering van een complete badkamer voor een bedrag van € 4.227,–. Op 16 juli 2010 is een gedeelte van de order uitgeleverd. Na diverse malen de consument te hebben benaderd met de vraag wanneer de overige artikelen zouden worden afgenomen is een annuleringsprocedure in gang gezet. Hierop heeft de consument op 20 november 2011 een reactie gegeven inhoudende, dat hij geen verplichtingen meer zou hebben. In tegenstelling tot hetgeen de consument beweert staat er wel degelijk een bedrag open. Dit bedrag bestaat uit € 628,80, zijnde 30% van € 2.131,–. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Op grond van de overgelegde stukken heeft de commissie vastgesteld, dat de consument op 19 juli 2009 met de ondernemer een overeenkomst heeft gesloten tot het leveren van een badkamer voor de prijs van € 4.227,–. Voorts is geconstateerd, dat een gedeelte van de badkamerartikelen is geleverd op 16 juli 2010. Daarna heeft de ondernemer nog diverse malen getracht om het restant te leveren, maar zulks tevergeefs. Thans vordert de ondernemer een bedrag van € 628,80 aan annuleringskosten, zijnde 30% van het nog openstaande bedrag. De commissie is van oordeel, dat de consument door ondertekening van de orderbevestiging met de ondernemer een obligatoire overeenkomst heeft gesloten, zodat de ondernemer op goede gronden daarvan nakoming vordert. Ingevolge de hier van toepassing zijnde [branche]-voorwaarden is de consument bij niet afname van de goederen 30% van de koopsom aan de ondernemer verschuldigd, tenzij de consument aantoont, dat de schade van de ondernemer lager is. Naar het oordeel van de commissie heeft de consument dit geenszins aangetoond. In dit verband merkt de commissie nog op, dat door de consument geen steekhoudend motief is aangevoerd om de in depot staande voor hem bestemde goederen niet af te nemen en voorts, dat indien hij klachten heeft gehad omtrent het eerste gedeelte van de levering het hem had gepast om deze binnen de termijn als genoemd in de hier van toepassing zijnde voorwaarden aan de ondernemer voor te leggen. Noch gesteld noch anderszins is de commissie gebleken, dat hij dit heeft gedaan. In het kader van de onderhavige procedure kan hij deze klachten dan ook niet meer met succes aanvoeren. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Hetgeen de consument ter verdediging van zijn standpunt heeft aangevoerd kan het gegeven oordeel van de commissie niet anders maken. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 1 oktober 2012.